Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Instrumenten

Criteria om te bepalen of verwijzing geïndiceerd is naar instellingen c.q behandelaars voor traumagerichte behandeling kunnen worden onderscheiden naar:

  • gebeurtenissen (type en ernst) die het kind heeft meegemaakt
  • symptomen van het kind
  • reacties van ouders/verzorgers op de gebeurtenis en op de reacties van het kind
  • hardnekkigheid van reacties: beloop van het natuurlijk verwerkingsproces

De mate waarin sprake is van lijden of van ontwikkelingsstagnatie, is bepalend of verwijzing al dan niet overwogen dient te worden.

Snelle en relatief gemakkelijke screening kan als volgt plaatsvinden:

Een interview met kind en ouders

Aanbevolen wordt om kinderen vooral te vragen naar hun belevingen; en zowel kind als ouders naar de (veranderde) gedragingen van het kind. In dit interview kan worden gecheckt of leef­tijdsspecifieke reacties op de schokkende gebeurtenissen aanwezig zijn. In de bij­lagen wordt een stramien aangegeven voor een dergelijk interview.

Afname van een korte vragenlijst, PTSS-symptomen

  • CRIES-13 (Children and War Foundation, 1998). Deze vragenlijst kan worden afgenomen bij kinderen ouder dan 8 jaar om PTSS symptomen te screenen.
  • Trauma Symptom Checklist for Children (TSCC) (Lamers-Winkelman, 1998) voor kinderen van 8-16 jaar brengt symptomen in beeld en meet tevens de beleving van de gebeurtenissen.
  • De TSCYC vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen (Tierolf & Lamers-Winkelman, 2014), de Nederlandse bewerking van de Trauma Symptom Check­list for Young Children (Brière, 2005), brengt symptomen van posttraumatische stress en gerelateerde emotionele en gedragsproblemen in kaart bij kinderen van 3-12 jaar. Er zijn representatieve normen beschikbaar voor de Nederlandse populatie, uitgesplitst naar leeftijd en geslacht.
  • UCLA (University of California at Los Angeles Post-traumatic Stress Disorder Reaction Index; Pynoos e.a., 1998) heeft een dimensio­nale schaal. De vragenlijst is niet genormeerd.
  • Child Sexual Behavior Inventory (CSBI) (Friedrich, 1997, vertaald door Schoentjes en Lamers-Winkelman, 1998) voor ouders van kinderen van 2-13 jaar brengt symptomen van afwijkend seksueel gedrag van het kind in kaart. Deze lijst kan bij de ouders afgenomen worden indien er sprake is van traumatisering ten gevolge van (vermoed) seksueel ge­weld.
  • Schokverwerkingslijst voor Kinderen – Herziene versie ofwel (SVLK) (Alisic, Eland & Kleber, 2006) voor kinderen kent twee varianten: voor kinderen van 8-18 jaar en een ou­derversie voor ouders van kinderen van 4-18 jaar. Met 34 items worden symptomen geïnventariseerd van herbeleving, vermijding, verhoogde prikkelbaarheid en niet-spe­cifieke reac­ties (zie Yule, Perrin & Smith, 1999). Validatie- en normeringsonderzoek voor de Nederlandse populatie loopt op dit moment (De Roos en Eland, 2005; Alisic e.a. 2006) en een cut-off score is nog niet be­kend.