Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Wegwijs in de zorg

Jongen hulpverlener klas

Als je zorg voor je kind nodig hebt, komt er een hoop op je af. Er zijn veel verschillende soorten hulpverleners en organisaties. Hieronder lees je antwoorden op veelgestelde vragen van ouders bij het zoeken passende hulp voor hun kind.

Jongen hulpverlener klas

Zorgen om je kind

Wanneer je je dringende zorgen maakt, is het belangrijk om direct hulp te vragen bij:

  • Huisarts of huisartsenpost
  • Politie (bij spoed 112; bij geen spoed 0900 – 8844)
Terug naar boven

Als je kind hulp nodig heeft is de eerste stap om naar een hulpverlener te gaan. Er zijn verschillende opties:

  • De huisarts
    De huisarts denkt mee en helpt met zoeken naar een hulpverlener. Soms heeft de huisarts ook een hulpverlener in dienst: een praktijkondersteuner (POH-GGZ) jeugd.
  • Het wijkteam in jouw buurt
    Een wijkteam is een team met hulpverleners dat meedenkt. In Nederland hebben deze teams verschillende namen: wijkteam, buurtteam, jeugdteam, sociaal team, Centrum Jeugd en Gezin, of ouder- en kind team. Soms kunnen ze je kind zelf helpen en soms verwijzen ze je kind en jou door.
  • De school van je kind
    Aan de leerkracht, docent of mentor van je kind vragen of jij of je kind mag praten met een zorgmedewerker vanuit school, of met de jeugdarts van school. Ook kun je vragen of ze je vanuit school willen ondersteunen bij het vinden van passende hulp.
  • Het consultatiebureau
    Voor jonge kinderen (0-4 jaar) kun je je zorg bespreken met de verpleegkundige of jeugdarts van het consultatiebureau.

Als ouder ben je vrij om je hulpvraag op verschillende plaatsen tegelijkertijd neer te leggen.

Terug naar boven

Via de gemeente heb je recht op een gratis onafhankelijke cliëntondersteuner. Deze cliëntondersteuner kan een gesprek samen met je voorbereiden, of kan aanwezig zijn bij een gesprek (bijvoorbeeld met het wijkteam). Dit kan al voorafgaand aan je eerste gesprek, of wanneer je al een aantal gesprekken gevoerd hebt. Informeer hiervoor bij je gemeente.

Terug naar boven

Vergoeding voor zorg of voorziening ontvang je via Zorg in natura (ZIN) of Persoonsgebonden budget (pgb). Per Saldo legt het verschil uit tussen de twee vormen.

Het voordeel van een pgb is dat je zelf de zorg kan uitzoeken. Dat is wel veel uitzoekwerk. Kijk op de website van Per Saldo of een pgb iets voor jou (en je kind) is. Per Saldo vertelt je ook wat de voorwaarden van een PGB zijn, en waar je het kan aanvragen.

Je gemeente bepaalt uiteindelijk of een pgb wordt toegekend.

Terug naar boven

Wanneer je kind extra ondersteuning nodig heeft kan het zijn dat een reguliere kinderopvang of BSO dat niet kan bieden. Er zijn dan andere mogelijkheden waar je kind extra begeleiding of specialistische zorg kan krijgen. Er zijn verschillende vormen, zoals: een medisch kinderdagverblijf (MKD), kinderdagcentrum (KDC) of BSO+. Het aanbod verschilt per gemeente. Neem daarom contact op met de gemeente waar je woont. Zij kunnen met jou bespreken welke ondersteuning passend kan zijn en eventueel helpen bij de aanvraag daarvan.

Terug naar boven
  • MIND Korrelatie is direct bereikbaar voor anonieme, professionele, psychische en psychosociale hulp.
  • MIND Ypsilon biedt telefonisch of online informatie, advies of een luisterend oor.
  • BalansAdvies! kan met je sparren, naar je luisteren en eigen kennis en ervaring met je delen.
Terug naar boven

Een diagnose

Kinderen en hun hersenen zijn volop in ontwikkeling, en veranderen dus steeds als ze groter worden. Daarom kan een hulpverlener alleen onderzoeken waar je kind op dit moment last van heeft.

Wanneer een hulpverlener je kind onderzoekt, kan het zijn dat een diagnose wordt gesteld. Dit is een verhaal over wat er aan de hand is met je kind.

Sommige kinderen worden op een later moment nogmaals onderzocht. Soms wordt dezelfde diagnose dan weer gesteld. Maar het komt ook voor dat een diagnose enkele jaren later niet meer gesteld wordt. Of dat een andere diagnose gesteld wordt.

Een diagnose kan helpen om gedrag, gedachten en gevoelens van je kind beter te begrijpen. Sommige kinderen en/of ouders vinden het daarom fijn wanneer een diagnose wordt gesteld. Andere kinderen en/of ouders ervaren het als een last. Veel belangrijker dan de diagnose zijn de inzichten die je door het onderzoek krijgt. Hierdoor leer je meer over wat je kind nodig heeft; van jou als ouder, op school, of bij de sportclub.

Terug naar boven

Het kan zijn dat je kind (nog) geen diagnose heeft, of dat na een onderzoek geen diagnose wordt gesteld. Dat betekent niet dat jullie geen problemen ervaren. De vraag hoe je met die problemen om moet gaan, blijft bestaan. De hulpverlener zal in dat geval evengoed adviezen meegeven, voor thuis en misschien voor op school. Ook kan de hulpverlener adviseren wat voor training of begeleiding passend zou kunnen zijn. Het hebben van een diagnose is geen voorwaarde voor het krijgen van passende hulp.

Terug naar boven

Een verwijzing

Een hulpverlener, bijvoorbeeld de huisarts of de jeugdarts, bekijkt de situatie. Als deze hulpverlener zelf geen passende hulp kan bieden, kan je kind worden doorverwezen naar de jeugd-ggz. Voor een afspraak bij de jeugd-ggz heb je altijd een verwijzing nodig. Binnen de jeugd-ggz werken onder andere psychiaters, jeugdartsen, orthopedagogen, psychologen en verpleegkundigen. Zij zijn specialisten op het gebied van de psychische ontwikkeling van kinderen en jongeren. Deze hulpverleners werken samen met andere jeugdhulporganisaties en vaak ook met de school.

Er zijn verschillende vormen van jeugd-ggz: de basis jeugd-ggz en de specialistische jeugd-ggz.

Basis jeugd-ggz

De basis jeugd-ggz biedt hulp voor kinderen en jongeren met relatief milde psychische problemen. De behandeling van je kind vindt thuis plaats of op locatie bij de behandelaar, zo dicht mogelijk bij huis. Dit heet ambulante zorg. De meeste kinderen en jongeren worden in de basis jeugd-ggz behandeld. Steeds vaker wordt (een deel van) de behandeling via een programma op internet gegeven, dit heet e-health.

Een behandeling in de basis jeugd-ggz is meestal kort. Er kan ook sprake zijn van langdurige ondersteuning in de basis jeugd-ggz. Bijvoorbeeld wanneer je kind geen (ernstige) klachten (meer) heeft maar nog wel behoefte heeft aan toezicht, nazorg, of steun.

Specialistische jeugd-ggz

Als binnen de basis jeugd-ggz geen passende behandeling (meer) is voor de klachten van je kind, wordt er doorverwezen naar de specialistische jeugd-ggz.

Dat gebeurt wanneer:

  • de klachten van je kind niet binnen enkele sessies te behandelen zijn
  • er sprake is van klachten die ernstig zijn en/of op meerdere gebieden zoals bijvoorbeeld op school, sociaal, thuis
  • verschillende professionals nodig zijn om tot een diagnose en een behandelplan voor je kind te komen

De hulp wordt zoveel mogelijk dichtbij huis geboden. De behandeling en ondersteuning is vaak langdurig. Een team van verschillende soorten hulpverleners werkt samen om de best passende hulp te geven. Wie dit zijn, hangt af van de situatie. Denk bijvoorbeeld aan een psychiater, maatschappelijk werker, psycholoog of orthopedagoog. Er is ook aandacht voor de situatie thuis en op school.

Terug naar boven

De hulpverlener die je kind naar de jeugd-ggz heeft verwezen, kan ook meehelpen met het zoeken en kiezen van de juiste ggz-instelling. Overleg altijd met de hulpverlener(s) over de opties die er zijn. De wachttijden kunnen per instelling verschillen. Je kunt een instelling altijd bellen om hiernaar te informeren.
>> Bekijk een overzicht van de jeugd-ggz-instellingen die lid zijn van het Kenniscentrum

Terug naar boven

Het vinden van de juiste hulp voor je kind kan een moeilijke zoektocht zijn. Wanneer je een passende plek gevonden hebt is dat fijn. Het kan zijn dat je kind een verwijzing krijgt naar een zorgverlener of organisatie met een wachtlijst. Dan moet je kind een paar weken of maanden wachten voordat hij terecht kan. Je kan vragen aan de verwijzer van je kind of aan de organisatie waar je kind naar is doorverwezen hoe lang de wachttijd is.

Nadat een onderzoek bij je kind is gedaan, kan hij voor behandeling opnieuw op een wachtlijst komen te staan.

Deze wachttijden kunnen tot gevolg hebben dat de problemen waarmee hij en jullie kampen, voorlopig blijven bestaan. En dat kan zwaar zijn. Het is goed om dit te bespreken. Bijvoorbeeld met degene die jullie heeft verwezen, of met de contactpersoon van de instantie waar je kind op de wachtlijst staat. Zij kunnen meedenken over mogelijke oplossingen voor de tussentijd.

Het kan ook zo zijn dat er geen passende zorg voor de tussentijd beschikbaar is, en dat jullie moeten wachten tot je aan de beurt bent. Dat kan moeilijk zijn en voor onzekerheid zorgen.

Iedere ouder kan de wachttijd periode anders ervaren. Het kan de ene ouder helpen om zich alvast te laten informeren door het lezen van boeken of bij een belangenvereniging. Een andere ouder wacht misschien liever af totdat hij terecht kan bij de zorgverlener.

Bij een belangenvereniging kun je bijvoorbeeld je zorgen bespreken tijdens een spreekuur. Ook organiseren zij vaak themabijeenkomsten waar kennis wordt gedeeld of lotgenotencontact mogelijk is.

Lees verder:
>> Ervaringen delen

Terug naar boven

Kun je geen passende behandeling vinden voor je kind en kom je er met de hulpverleners niet meer uit? Dan kun je contact opnemen met Het Juiste Loket. Lukt dat ook niet, dan kan het Ministerie van VWS je helpen.

Terug naar boven

Behandelingen en behandelaren

Er zijn verschillende behandelingen of therapieën. Deze termen worden vaak door elkaar gebruikt en betekenen ongeveer hetzelfde: een hulpverlener helpt je kind om inzicht te krijgen in zijn gedachten, gevoelens en gedrag. Je kind en jij krijgen handvatten om met klachten om te gaan.

Onderstaande behandelingen worden aangepast op de zorg die je kind nodig heeft. Het kan dus zijn dat het bij jullie anders gaat dan in de algemene uitleg hieronder, of dat jouw therapie hier net niet bij staat.

Psycho-educatie: wat heeft mijn kind en wat kun je doen?

Bij psycho-educatie krijgen jij en je kind informatie over de diagnose die gesteld is. Hierdoor krijgen jullie meer inzicht in de situatie, en dus meer begrip voor elkaar. Jullie krijgen advies over hoe jullie het beste om kunnen gaan met de dingen die jullie lastig vinden. Je kind leert meer over zichzelf en hoe de dingen bij hem werken. Als ouder leer je beter inspelen op de behoeften van je kind. Psycho-educatie is een onderdeel van bijna elke behandeling.

Cognitieve gedragstherapie

Je kind leert hoe zijn gedachten, gevoelens en gedrag met elkaar te maken hebben. Hij leert bijvoorbeeld dat hij soms gedachten heeft die hem dwars zitten. Deze hebben invloed op zijn gevoel en dus ook op zijn gedrag. Het kan zijn dat je kind leert om meer gedachten te krijgen die hem juist helpen, zodat hij zich beter gaat voelen en ander gedrag zal laten zien. Je kind krijgt handvatten aangeleerd om steviger in het leven te staan.

EMDR (of Storytelling)

EMDR (of Storyteling) is een traumabehandeling. Dit kan worden ingezet wanneer je kind een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt, waar hij nog altijd veel last van heeft. Dit kan bij kinderen van alle leeftijden. Bij heel jonge kinderen krijg je als ouder een belangrijke rol in de behandeling.

Groepstherapie

Voor veel kinderen en jongeren kan het fijn zijn om anderen te ontmoeten die last hebben van dezelfde soort problemen. In een groepstherapie of groepsbehandeling leert je kind omgaan met zijn problemen door oefeningen en gesprekken met andere kinderen.

Oudertraining / Ouder- en gezinsbegeleiding

Het kan zijn dat je als ouder vragen hebt of onzekerheid voelt over de opvoeding van je kind. Misschien heeft je kind een andere benadering nodig dan je gewend bent om te geven. In de oudertraining word je geholpen bij het oefenen daarvan. Je leert hoe je dingen ook anders aan kan pakken, waardoor er bijvoorbeeld minder conflicten zijn. Hierdoor kun je je zekerder gaan voelen in jouw manier van opvoeden.

Psychotherapie

Deze behandeling bestaat uit gesprekken met een psychotherapeut. De gesprekken gaan over hoe je kind zich voelt, wat hij denkt en wat hij doet, en hoe dat in relatie staat tot wat hij heeft meegemaakt of nog meemaakt. Je kind gaat zichzelf beter leren kennen. Je kind wordt gesteund en krijgt adviezen. Soms oefent je kind tijdens de gesprekken dingen die hij moeilijk vindt. Als je kind geen zin heeft om te praten, mag hij vaak ook spelen.

Systeemtherapie

Er bestaan verschillende typen gezinsbehandelingen of systeemtherapie. Voorbeelden zijn Multidimensionele Familietherapie (MDFT) en Multi Systeem Therapie (MST). Er komt dan iemand bij jullie thuis om met jullie gezin samen, en apart van elkaar, te praten. Vaak wordt voor deze gezinsbehandeling gekozen wanneer er meerdere problemen in het gezin zijn.

Ouder/kindtherapie (0-7 jaar)

Deze therapie is voor ouders met hun kind tussen 0-7 jaar. Het contact tussen ouder en kind staat centraal en je wordt als ouder geholpen om dit contact spelenderwijs vorm te geven. Er bestaan verschillende vormen zoals onder andere ouder-kind(psycho)therapie, ouder-kind speltherapie, Floorplay, Theraplay en Ouder-kind interactie therapie (Parent-Child Interaction Therapy).

Vaktherapie

In deze therapie staat het doen en ervaren centraal. Je kind gaat samen met de therapeut bijvoorbeeld tekenen, muziek maken of sporten. In de tussentijd praat de therapeut met je kind, maar door de activiteiten voelt dat anders dan een één-op-één gesprek aan een tafel. Er zijn verschillende soorten vaktherapieën, onder andere speltherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie (PMT), beeldende therapie.

Medicijnen

De behandelaar van je kind kan medicatie adviseren of voorschrijven. Begrijp je medicijn beantwoordt vragen die veel kinderen, jongeren en ouders hebben over medicijnen bij psychische problemen. Denk aan vragen als ‘Kan mijn kind zomaar stoppen met dit medicijn?’ en ‘Is het verslavend?’. >> Naar Begrijp je medicijn

Terug naar boven

Er werken veel verschillende hulpverleners en specialisten in de jeugd-ggz, ieder met zijn eigen expertise. Je komt hierdoor vaak in contact met verschillende hulpverleners. Door samen te werken proberen zij met elkaar de zorg rondom je kind zo goed mogelijk vorm te geven. Als ouder is het vooral belangrijk dat je weet bij wie je terecht kunt met jouw vragen.

Hieronder staan de titels van veel voorkomende experts in de zorgverlening rondom je kind op een rij:

  • kinder- en jeugdpsycholoog / GZ psycholoog / Klinisch psycholoog
  • orthopedagoog / orthopedagoog generalist
  • kinder- en jeugdpsychiater
  • psychotherapeut
  • gezinstherapeut/systeemtherapeut
  • verpleegkundige of sociotherapeut
  • vaktherapeut zoals de speltherapeut, dramatherapeut, beeldende therapeut en psychomotore therapeut (PMT)
Terug naar boven

Iedere gemeente heeft een ander hulpaanbod. Neem daarom contact op met het wijkteam van jouw gemeente. Zij weten precies wat er in de regio aan verschillende vormen van hulp is en kunnen met jou onderzoeken wat bij je kind past. Zij hebben ook zicht op laagdrempelige hulp zoals een maatje of een buddy, en weten of er activiteiten vanuit jongerenwerk aangeboden worden.

Ook Floorjongerencoaching kan wellicht wat voor jou en je kind betekenen.

Terug naar boven

Leeftijd

Kinderen van 0-18 jaar kunnen terecht in de jeugd-ggz. Vanaf 18 jaar valt de zorg onder de volwassenen-ggz. In sommige gevallen kan de zorg in de jeugd-ggz verlengd worden tot 23 jaar.

Lees verder:
>> Als je kind volwassen wordt

Terug naar boven

Het is van belang dat kinderen en jongeren altijd worden meegenomen in de keuzes die gemaakt worden. Zowel voor onderzoek als voor behandeling.

Bij kinderen jonger dan 12 jaar mogen de ouders de uiteindelijk beslissing maken. Je kind moet wel geïnformeerd worden over deze keuze. Beide ouders met ouderlijk gezag moeten toestemming geven voor onderzoek en behandeling.

Bij jongeren in de leeftijd van 12 tot 16 jaar mogen zij zelf, samen met de ouders met ouderlijk gezag, toestemming geven voor een behandeling.

Vanaf 16 jaar mogen jongeren zelfstandig toestemming geven voor hun behandeling. Toestemming van beide ouders is dan niet meer nodig, tenzij dit noodzakelijk is voor een klinische opname van een jongere onder de 18 jaar.

Probeer met je kind in gesprek te blijven over de keuzes die er zijn. Wanneer dit lastig is kan misschien iemand anders die dicht bij je kind staat hier iets in betekenen? Voor vragen kun je altijd terecht bij de behandelaar van je kind.

Terug naar boven

De hulpverlener houdt de gegevens van jouw kind bij in een dossier. Afhankelijk van de leeftijd van je kind heb je als ouder het recht om dat dossier in te zien. >> Meer over je rechten, en welke voorwaarden daarbij horen

Terug naar boven

Kosten

De kosten voor behandelingen in de jeugd-ggz vallen onder de Jeugdwet en worden vergoed door de gemeente. Vragen over de kosten van de hulp voor je kind kun je dus stellen bij je gemeente.

De kosten voor behandeling met medicatie in de jeugd-ggz gaan via de zorgverzekeraar. Voor vragen over vergoeding van medicijnen kun je dus terecht bij je zorgverzekeraar. Dit gaat specifiek over medicijnen die je met een recept bij de apotheek kunt ophalen.

Meer informatie over dit onderwerp vind je hier.

Wordt je kind 18 jaar? Dan verandert er een hoop, ook op het gebied van de bekostiging. Lees wat er dan verandert en wat je als ouder kunt doen om je hierop voor te bereiden op de pagina ‘Als je kind volwassen wordt‘.

Terug naar boven

Balans, vereniging voor ouders

Balans Logo

Balans versterkt de positie van ouders van kinderen en jongeren met ondersteuningsbehoeften bij leren en/of gedrag.

Naar Balans

Balans heeft ook een Advieslijn: ouders en professionals adviseren over bijvoorbeeld het vinden van een behandelaar, (niet) passend onderwijs, of hoe je moet regelen dat je hulp krijgt voor jouw kind.

Naar de Balans Advieslijn