Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Depressie bij kinderen

Transgender jongeren lachen

Wat is een depressie?

Iedere leerling voelt zich weleens somber, heeft een poosje weinig energie of is prikkelbaar. Maar als deze gevoelens langer dan enkele weken duren, kan het zijn dat de leerling een depressie heeft. Een depressie gaat vaak wel weer over, maar kan ook terugkomen. Snel hulp zoeken is belangrijk, het kan ervoor zorgen dat de depressie minder lang duurt. Ook is dan de kans kleiner dat de leerling weer een depressie krijgt.

Transgender jongeren lachen

Orthopedagogen en schoolpsychologen kunnen terecht bij de praktijkstandaard Depressie bij kinderen en adolescenten.

Jongeren lezen meer over depressie op Brainwiki.nl

Een leerling met depressie in de klas

Als onderwijsprofessional ben je niet bevoegd om een depressie vast te stellen. Dat kan en mag alleen een gespecialiseerde hulpverlener doen. Je hebt wel een belangrijke signalerende taak. Bespreek opvallendheden of zorgen die je over de leerling hebt met de leerling, ouders en collega’s uit het ondersteuningsteam. Samen kun je beslissen of hulpverlening wenselijk is. Vanuit de klas ben jij het die de collega’s uit het ondersteuningsteam kan voorzien van informatie.

Een depressie kan zich op vele manieren uiten. Dit kan per leerling sterk verschillen. De lijst hieronder zet enkele kenmerken die bij een depressie kunnen horen op een rij.

Lichaamstaal

De leerling kan een ongeïnteresseerde en passieve indruk wekken, of soms in slaap vallen in de klas. Hij kan weinig energie hebben, een verminderde concentratie en moeite om aan het werk te gaan of te blijven. Maar hij kan ook juist onrustig, actief, brutaal of agressief zijn, en daarmee anderen afleiden. Het kan zijn dat hij last heeft van pijnen. Hij kan ook soms – in periodes – een vrolijke indruk maken.

Gedachten

De leerling heeft – zichtbaar of verborgen – verdriet of zelfmoordgedachten, praat over doodgaan en suïcide. Vertel de leerling altijd dat je deze signalen direct deelt met iemand van het ondersteuningsteam op school. De leerling kan geen interesse tonen in wat zich op school, in de les of in de groep afspeelt. Ook niet in de dingen die hij eerder wel leuk vond. Hij kan alles ‘zwart-wit’ zien en zelfspot hebben. De leerling kan zich ook hopeloos en ‘alleen op de wereld’ voelen en veel piekeren.

Gedrag

De leerling kan zich uitdagend opstellen en weigeren om deel te nemen aan de les of aan andere activiteiten. Hij kan geen huiswerk inleveren en slechte resultaten behalen. Hij kan traag werken. De leerling kan regelmatig afwezig zijn en bij aanwezigheid regels overtreden. Het is ook mogelijk dat de leerling zich angstig gedraagt. De leerling kan zich isoleren van de eigen groep, of zich aansluiten bij een andere groep. Het kan zo zijn dat de leerling wordt geweigerd en vermeden door vroegere vrienden als gevolg van antisociaal of agressief gedrag, of omdat hij nergens meer aan mee wil doen.

Let op adaptieve reacties

Leerlingen kunnen hun angst en depressie maskeren, ze laten het liever niet zien, doen stoer en stoten af. Dit terwijl ze de vertrouwensrelatie juist wel willen. Het is dus mogelijk dat achter boos en opstandig gedrag eigenlijk gevoelens van somberheid of eenzaamheid schuilgaan.

Let op: Veel van de bovenstaande symptomen zijn gedragingen die in bepaalde mate bij de ontwikkeling van iedere leerling kunnen horen.

Terug naar boven

Acute zorgen om een leerling?

Denkt je leerling aan de dood, of maak je je zorgen als onderwijsprofessional?  Bespreek dit met je collega uit het ondersteuningsteam, en bekijk samen het Stappenplan suïcidepreventie scholieren en studenten van 113 Zelfmoordpreventie, met de bijbehorende signaleringskaart Zelfmoordpreventie voor het onderwijs.

Je kunt daarnaast altijd contact leggen met 113 Zelfmoordpreventie via chat of telefonisch via 0900-0113.

Het Trimbos-instituut ontwikkelde een protocol na (poging tot) zelfdoding van een student. Dit protocol is ontwikkeld in samenwerking met het MBO maar ook toe te passen op andere scholen.

De arts heeft medicatie geadviseerd of voorgeschreven. Soms krijg je als onderwijsprofessional de opdracht om het gedrag van een leerling te observeren wanneer deze met medicatie start of stopt, of wanneer de dosering wijzigt. Begrijp je medicijn beantwoordt vragen die veel leerlingen en hun omgeving hebben over medicijnen bij psychische problemen. Denk aan een vraag als ‘Hoe kan ik mijn medicijn het beste innemen? ’

>> Naar Begrijp je medicijn

Het komt ook voor dat je als onderwijsprofessional de vraag krijgt om medicatie toe te dienen, te helpen met deze inname, of de leerling te herinneren aan de inname. Het uitvoeren van medische handelingen op school kan bijvoorbeeld tot schade aan de gezondheid van het kind leiden bij onjuist gebruik van een medicijn. Daarom moet je in deze situaties handelen volgens een vooraf afgesproken en ondertekend protocol. De directie van jouw school bepaalt het beleid voor medisch handelen op school. De PO-Raad ontwikkelde het Model-protocol medische handelingen op scholen.

Terug naar boven

De rol van de leerkracht of mentor

Als leerkracht of mentor ben je opgeleid om les te geven. En lesgeven is meer dan alleen kennis overdragen. Je maakt een groot deel uit van het leven van de leerlingen, en kan van grote betekenis zijn in de begeleiding. Blijf daarover steeds in gesprek met de leerling, de ouders en de collega’s uit het ondersteuningsteam. Onderzoek met elkaar wat de leerling kan helpen en wat jouw rol als onderwijsprofessional daarin is.

>> Lees meer over de rol van de leerkracht of mentor

Samenwerken met hulpverlening buiten school

Wanneer de leerling hulpverlening buiten school krijgt is het van belang om ook met deze partij, in samenspraak met leerling en ouders, contact te houden. Zodat iedereen samen doet wat nodig is. Informeer elkaar ook wanneer het goed gaat. Op die manier kom je erachter ‘wat werkt’. Daarbij verlaagt het de drempel om contact te leggen wanneer het even minder gaat.

Maak het bespreekbaar

Over het algemeen kan het helpend zijn wanneer klasgenoten op de hoogte zijn van psychische kwetsbaarheden, of andere moeilijkheden waar de leerling mee zit. Door open te zijn, ontstaat er begrip. Het kan per leerling verschillen of hij dit wil delen, met wie, en op welke manier. Besteed aandacht aan dit onderwerp door in een één-op-één-gesprek te vragen naar de wensen van de leerling op dit gebied.

Soms vindt de leerling het fijn om, met hulp van jou, met enkele goede vrienden of vriendinnen iets over zichzelf te delen. Ook een spreekbeurt kan soms uitkomst bieden. Wijs de leerling hiervoor op de tips die je hiervoor kunt vinden op jongerenwebsite Brainwiki.nl.

>> Spiekbrief voor je spreekbeurt

Tips voor in de klas

Aandacht voor de kwaliteiten
  • Onderzoek hoe je juist ook de kwaliteiten van de leerling in kan zetten.
  • Benoem zijn sterke kanten en kijk op wat voor manieren hij deze in kan zetten.
  • Onderschat de capaciteiten van de leerling niet. Doubleren of naar een lager onderwijsniveau verplaatsen helpt meestal niet.
  • Door vertrouwen uit te spreken steun en stimuleer je de leerling
Tips voor de organisatie in de klas
  • Besteed extra aandacht aan de veilige groepsomgeving: beloon positief gedrag, geef bewust complimenten en blijf grenzen stellen.
  • Help de leerling structuur in de dag te brengen; regelmaat en een vast ritme in het dagprogramma zijn heel belangrijk.
Tips voor de instructie
  • Wees flexibel maar ook realistisch over verwachtingen.
  • Verlaag de werkdruk en stel haalbare doelen.
  • Bied lesstof aan die de leerling aankan.
  • Verdeel opdrachten in kleinere deeltaken.
  • Doe de opdrachten eventueel (deels) samen.
Tips voor de sociale omgang
  • Toon begrip, heb interesse en een open houding; maak de drempel voor de leerling zeer laag om vragen te stellen of met problemen te komen.
  • Probeer wanneer de leerling grensoverschrijdend gedrag laat zien samen naar de oorzaken daarvan op zoek te gaan, in plaats van in strijd met elkaar te komen. Bedenk je dat de kans groot is dat de leerling zich waardeloos, onmachtig of mislukt voelt.
  • Kanaliseer negatieve gevoelens door voor te stellen om er eventjes aan te denken, maar niet te lang. Daarna moet hij zich weer richten op andere dingen.
  • Stimuleer de leerling om dingen te doen die hem een positief en actief gevoel geven, zoals winkelen of voetballen.
  • Stimuleer de leerling om contact te zoeken of te houden met anderen.
  • Geef de leerling ook aandacht als het niet over zijn depressie gaat.
  • Als een leerling zegt dat hij dood wil, geef je bij de leerling aan dat het in zijn eigen belang is dat je dit direct deelt met een collega uit het ondersteuningsteam van school. In overleg met iemand uit het ondersteuningsteam en met de leerling wordt bepaald hoe ouders ook geïnformeerd worden.
  • Wees alert op indirect taalgebruik dat op een suïcidewens kan wijzen, zoals ‘Ik zie het echt niet meer zitten’ of ‘Ik kan er beter niet meer zijn’.
  • Als de leerling thuis zit; blijf contact houden. Dit kan op veel verschillende manieren. Bepreek dit ook met het ondersteuningsteam op school.
Terug naar boven

STORM: Jongeren weerbaar maken om depressie te voorkomen

Interview over het STORM-programma: een wetenschappelijk onderbouwde, preventieve aanpak om een depressie of suïcide bij jongeren vóór te zijn. In samenwerking met scholen.

>> Lees het interview

De overgang naar een volgend schooljaar brengt voor veel leerlingen, en ouders, spanning en onzekerheid met zich mee. Dat geldt ook voor leerlingen met een psychische kwetsbaarheid. Als leerkracht of mentor van een leerling draag je een verantwoordelijkheid in de overdracht naar dit volgende jaar. Je weet wat wel en niet werkte het afgelopen jaar en kan dat weer doorgeven aan je collega. In het voortgezet onderwijs is het van belang om de informatie met de verschillende lesgevende collega’s te delen.

Voor de nieuwe leerkracht of mentor kan het helpend zijn om vroeg in het jaar contact te leggen met de ouders. Tijdens deze kennismaking kun je afspraken maken over de samenwerking dit schooljaar.

Terug naar boven

De overgang van de basisschool naar de middelbare school brengt voor veel leerlingen, en ouders, spanning en onzekerheid met zich mee. Dat geldt ook voor leerlingen met een depressie. Het kan veel opleveren om wat extra tijd en aandacht aan deze overstap te besteden. Bijvoorbeeld door in groep 8 individuele gesprekken te voeren hierover. Soms kan een keer fietsen met een klasgenoot die naar dezelfde school toe gaat al verschil maken.

Als eerstejaars mentor is het van groot belang dat je met een open blik de leerlingen en hun ouders leert kennen. Individuele start- of kennismakingsgesprekken kunnen daaraan bijdragen.

>> Plezier op school
Plezier op school is een zomercursus voor aanstaande brugklassers die op de basisschool gepest werden of andere problemen hadden in de omgang met leeftijdgenoten. Het heeft als doel om de sociale competentie van de leerlingen te vergroten, zodat zij een goede start kunnen maken op het voortgezet onderwijs en het risico op herhaling van deze omgangsproblemen verkleind wordt.

>> JOIN us
JOIN us is een programma dat zich richt op het creëren van een saamhorige klas waarin elke leerling zich gezien en geaccepteerd voelt. Het zijn tien lessen bedoeld voor eerstejaars leerlingen van het regulier VO. Het programma gaat uit van een groepsdynamisch perspectief en de lessen spelen in op de groepsfases waarin de leerlingen zich bevinden.

Terug naar boven

>> VRIENDEN
VRIENDEN is een preventie- en behandelprogramma voor kinderen en jongeren in het basis- en voortgezet onderwijs met depressieve en/of angstklachten. Het kan worden uitgevoerd door onderwijsprofessionals in de school.

>> Happyles
Happyles is een online aanbod ter preventie van depressieklachten bij jongeren op het vmbo en mbo. Om jongeren te bereiken die minder geneigd zijn zelf hulp te zoeken, wordt Happyles op school aangeboden. Getrainde professionals verzorgen de Happyles.

>> Binnenstebuiten
Binnenstebuiten is een lespakket voor de groepen 7 en 8 en het voortgezet onderwijs om depressie en andere psychische aandoeningen bespreekbaar te maken en het stigma eraf te halen. Er is een speciale versie voor het praktijkonderwijs.

>> STORM-project
Het STORM-project (Strong Teens and Resilient Minds) is er om somberheidsklachten bij middelbare scholieren vroegtijdig te signaleren en aan te pakken. Met als doel om depressie en zelfdoding onder jongeren te voorkomen. Het project is een samenwerking tussen GGZ Oost Brabant, de GGD, het Trimbos-instituut, scholen voor voortgezet onderwijs, gemeenten en regionale ketenpartners.

Terug naar boven

Meer over depressie en suïcidepreventie

In dit kennisdossier staan de laatste inzichten op het gebied van suïcidepreventie bij jongeren. Welke initiatieven zijn er in Nederland? Hoe maak je suïcidaliteit bespreekbaar? Hoe herken je suïcidaal gedrag bij een jongere met autisme, of een jongere met een LVB? Deze en andere vragen komen aan bod in dit kennisdossier.

>> Kennisdossier Suïcidepreventie bij jongeren

Terug naar boven

Deze kwaliteitsstandaard beschrijft in algemene termen vanuit het perspectief van de patiënt wat goede zorg is voor mensen met depressieve klachten. Deze zorgstandaard is bedoeld voor professionals, patiënten en hun naasten en toont de (landelijke) norm waaraan multidisciplinaire, integrale zorg bij psychische aandoeningen moet voldoen. Niet alleen op het gebied van medicatie en behandeling, maar ook met aandacht voor participatie, de omgeving en de organisatie van zorg.

>> GGZ Standaard Depressieve stoornissen

Terug naar boven

Het Kenniscentrum heeft deze informatie geschreven met experts vanuit onder meer het PO en VO, het NCOJ en het Nederlands Jeugdinstituut. Samen houden we deze tekst steeds actueel. Bijvoorbeeld op basis van het laatste onderzoek naar depressie bij kinderen en jongeren.

Heb je vragen of suggesties? Geef die dan door met het formulier onderaan deze pagina.