Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Jeugd-ggz voor baby’s, peuters en kleuters

Meisje kleuter vader knuffelen

Als ouder van een baby, peuter of kleuter met psychische problemen zoek je betrouwbare kennis. Dit dossier gaat dieper in op oorzaken, kenmerken en behandeling van psychische problemen bij kinderen tussen de 0 en 6 jaar. Experts en ervaringsdeskundigen hebben de teksten samen opgesteld en vullen deze regelmatig aan.

Meisje kleuter vader knuffelen

De belangrijkste ontwikkelingsfase in het leven van een mens is die in de baarmoeder en daarna als jong kind in de eerste levensjaren. De ontwikkeling verloopt in die jaren snel en heeft een sterke wisselwerking met de omgeving. De vroege ontwikkeling is van grote betekenis voor de verdere ontwikkeling van het kind.

Van zwangerschap tot basisschoolkind

De geestelijke gezondheidszorg voor het jonge kind richt zich op de zorg voor het kind (met een sterk vermoeden van de ontwikkeling van psychische problemen) en de ouders. Dit kan al aan de orde zijn vanaf de zwangerschap (-9 maanden) tot en met de eerste levensjaren (0-6 jaar). Het doel van deze zorg is om de ontwikkeling van het jonge kind zoveel mogelijk te bevorderen, bijvoorbeeld door het versterken van de band tussen ouder en kind.

Vroege ervaringen

Vroege (leer)ervaringen hebben veel invloed op de ontwikkeling. Het brein is in de eerste jaren extra gevoelig voor positieve of negatieve ervaringen. Het is dus heel belangrijk dat jij als ouder problemen op tijd herkent en hulp zoekt, zodat jouw kind snel de beste zorg krijgt.

Nieuwe inzichten

Op deze pagina’s vind je als ouder de belangrijkste kennis over ggz voor jonge kinderen. De teksten zijn gebaseerd op de teksten over ggz voor 0-6 jarigen voor professionals. Deze zijn opgesteld in samenwerking met een expertgroep GGZ 0-6 jaar van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en een Ervaringsraad met ouders en andere ervaringsdeskundigen. Hoewel ze zijn geschreven op basis van de laatste inzichten, is het onmogelijk om volledig en altijd up-to-date te zijn. Mis je informatie? Neem dan gerust contact met ons op via info@kenniscentrum-kjp.nl

Meer informatie

Oudervereniging Balans kan je als ouder ondersteunen met informatie, belangenbehartiging en lotgenotencontact.

De ontwikkeling van jonge kinderen, vanaf de fase in de baarmoeder tot de kleutertijd, verloopt erg snel en op veel verschillende gebieden. In deze periode is de ontwikkeling extra gevoelig voor verstoringen. Een achterstand of stoornis op één van de gebieden, zoals taal, kan grote gevolgen hebben voor de groei op andere gebieden, zoals de emotieregulatie. De omgeving en de biologische aanleg hebben een belangrijke invloed op de ontwikkeling. De kwaliteit van de ouder-kindrelatie is belangrijk voor een harmonieuze ontwikkeling.

Factoren bij het kind

Er zijn verschillende factoren bij het kind zelf die een rol kunnen spelen in het ontstaan van psychische problemen:

  • aanleg (erfelijkheid, kwetsbaarheid)
  • te vroeg of te licht geboren zijn
  • medische problemen
  • een verstandelijk of lichamelijke beperking.

Deze kindfactoren kunnen ervoor zorgen dat jij en je kind elkaar emotioneel niet meer kunnen bereiken en onvoldoende begrijpen. Hierdoor kan de band tussen jou en je kind verstoord raken en kan de ontwikkeling van je kind geremd of bemoeilijkt worden.

Factoren bij de ouders

Factoren bij de ouders die kunnen meespelen met het ontstaan van psychische problemen bij het jonge kind zijn:

  • psychiatrische stoornissen bij de ouder, zoals een postpartumdepressie of –psychose
  • verslavingsproblemen
  • een verleden van misbruik, verwaarlozing of een (onverwerkt) trauma.

Factoren in de ouder-kindrelatie

Ook in de relatie tussen jou en je kind kunnen factoren aanwezig zijn die een rol spelen in het ontstaan van psychische problemen bij jouw jonge kind. Problemen bij je kind hebben direct gevolgen voor de gezins- en opvoedingssituatie en omgekeerd.

Al tijdens de zwangerschap kunnen factoren zoals stress en middelengebruik, waaraan een kind via de moeder wordt blootgesteld, de ontwikkeling van het jonge kind beïnvloeden. Na de geboorte kunnen verminderde sensitiviteit en opvoedvaardigheden van de ouder en de gedragsproblemen van het kind elkaar sterk beïnvloeden. Er zijn aanwijzingen dat de hersenontwikkeling bepaald wordt door de kwaliteit van de (gevoels-)band tussen het jonge kind en zijn ouders. Ingrijpende en stressvolle ervaringen tijdens de ontwikkeling in de buik en in de eerste levensjaren kunnen een blijvend effect hebben op de structuur van het jonge brein. Naast de directe relatie tussen ouder en kind kunnen andere omgevingsfactoren bijdragen aan de ontwikkeling van psychische problemen, zoals het meemaken van huiselijk geweld, armoede, slechte huisvesting, sociaal isolement en aanpassingsproblemen.

Terug naar boven

De meest voorkomende psychische problemen en stoornissen bij jonge kinderen zijn:

  • eetproblemen
  • regulatieproblemen
  • aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD)
  • oppositioneel opstandige/antisociale gedragsstoornis (ODD)
  • angststoornissen
  • depressieve stoornissen

Ook autismespectrumstoornissen zijn vaak al goed vast te stellen op jonge leeftijd, vanaf 24 maanden maar soms ook eerder. Als reactie op trauma zijn de posttraumatische stressstoornis (PTSS), reactieve hechtingsstoornis en sociaal ontremde contactstoornis al op jonge leeftijd te herkennen. Daarnaast komen bij jonge kinderen problemen voor in de emotieregulatie of sensorische verwerking. Deze kunnen gedrags- en emotionele problemen met zich meebrengen in de relatie tussen jou en je kind.

Stoornissen

Voor het beschrijven van de problemen kunnen behandelaars de indeling voor stoornissen bij jonge kinderen gebruiken, de DC:0-5R. Twee veel voorkomende stoornissen worden hieronder kort beschreven:

Regulatiestoornissen in de sensorische verwerking

Jonge kinderen kunnen problemen laten zien in het regelen van verschillende processen in het lichaam, de zintuigen, de aandacht, de motoriek of het gevoel. Deze problemen kunnen zich uiten in het gedrag. Het kind heeft meestal grote moeite om kalm te worden, op te letten of zich goed te voelen. Er worden drie typen onderscheiden:

  1. hypersensitief; met daarbinnen weer twee subtypes: type A: angstig/voorzichtig (het kind reageert overdreven voorzichtig, geremd en bang) en type B: negatief/opstandig (het kind heeft een negatieve houding, is opstandig en heeft de neiging van alles te vermijden)
  2. hyposensitief/hyporeactief (het kind trekt zich terug, gedraagt zich rustig en waakzaam)
  3. prikkelzoekend/impulsief (het kind is actief op zoek naar sterke prikkels)

Kinderen met deze regulatiestoornissen reageren bijvoorbeeld overgevoelig op geluiden, klanken, fel licht of flitsend licht (aan- en uitdoen van lichtknopjes). Sommige kinderen zijn overgevoelig voor bepaalde kledingstoffen, anderen reageren sterk op aanraking of vieze handen. Overgevoeligheid in de mond hoort hier ook bij, bijvoorbeeld bepaald voedsel weigeren vanwege de textuur of overgevoelig reageren op tandenpoetsen. Of problemen met de mondmotoriek (kwijlen, slappe motoriek) en problemen in de spraaktaal-ontwikkeling. Sommige kinderen kunnen zo onrustig zijn, dat ze zich niet kunnen focussen of de aandacht kunnen richten, of voortdurend de nabijheid van de ouder of verzorger nodig hebben, de huilbaby’s. Dit alles valt onder de noemer regulatie.

Multisystemische ontwikkelingsstoornis

Bij sommige jonge kinderen is er voor het tweede levensjaar al een achterstand te zien op meerdere gebieden. Zij functioneren op meerdere gebieden niet goed, met name in het maken van contact en het communiceren. Deze kinderen zijn niet goed in staat om een emotionele en sociale relatie aan te gaan met de ouder of verzorger en deze vast te houden. Ze zijn beperkt in het ontwikkelen van communicatie via spraak of gebaren. Ook hebben zij moeite met de verwerking van zintuiglijke prikkels, waardoor zij vaak over- of onder-reageren. De planning van de motoriek is duidelijk verstoord. De multisystemische ontwikkelingsstoornis kan een voorloper zijn van een autismespectrumstoornis.

Terug naar boven

De ontwikkeling van jonge kinderen verloopt erg snel en op veel verschillende gebieden, die onderling met elkaar zijn verweven. Een probleem laat zich daarom zelden met een enkel begrip beschrijven.

Lichaam en geest

Bij heel jonge kinderen uiten emotionele en psychische problemen zich vaak in verstoringen in basisfuncties, zoals het slaap-waakritme, voeding of regulatie (zoals overmatig huilen). Deze problemen worden nog weleens aangezien voor puur lichamelijke problemen. Dit kan tot gevolg hebben dat jij en jouw kind een lang, en voor jonge baby’s vaak traumatisch, medisch traject doorlopen. En dat er pas later aandacht komt voor de invloed van psychosociale en ontwikkelingsaspecten. Andersom kunnen lichamelijke problemen soms aangezien worden voor emotionele problemen. Vooral bij jonge kinderen is het daarom goed om uit te gaan van de samenhang tussen lichaam en geest in plaats van deze als twee gescheiden gebieden te zien.

Terug naar boven

Anders dan bij oudere kinderen is er binnen de zorg voor jonge kinderen nog steeds sprake van ondersignalering, onderdiagnostiek en onderbehandeling. Kinderen jonger dan vijf jaar krijgen 7 tot 9 keer minder behandeling dan kinderen ouder dan vijf jaar. Voor kinderen jonger dan twee jaar ligt dit percentage nog veel lager.

Hiervoor zijn meerdere oorzaken: jonge kinderen met psychische en ontwikkelingsproblemen veroorzaken vaak nog weinig overlast voor de wereld buiten het gezin en vallen daardoor minder op. Over de vraag wat normaal en wat afwijkend gedrag is, valt bovendien te discussiëren. Verder is er nog onvoldoende bekend over het beloop van vroege problemen, vooral bij minder ernstige vormen. Volwassenen om het kind heen vertrouwen daarom vaak op een gunstige afloop.

Terug naar boven

Het herkennen en vaststellen van problemen bij een jong kind is een dynamisch proces. De arts of behandelaar houdt er rekening mee dat jouw kind zich in een hoog tempo ontwikkelt en dat de diagnose kan veranderen in de tijd.

Herkennen

Al op jonge leeftijd kunnen psychische problemen gesignaleerd worden, bijvoorbeeld door de huisarts, jeugdarts of kinderarts van het wijkteam of consultatiebureau. Jij en je kind kunnen dan worden doorverwezen naar een specialist voor verder onderzoek.

Omdat de ontwikkelingsgebieden bij jonge kinderen zo met elkaar samenhangen, kijken vaak meerdere specialisten vanuit hun vakkennis naar jouw kind, bijvoorbeeld een kinderpsychiater, psycholoog, orthopedagoog, logopedist, fysiotherapeut, verpleegkundige of kinderarts. Dit gebeurt meestal in gespecialiseerde centra.

In kaart brengen

De eerste stap in het onderzoek is het onderkennen van problemen en in kaart brengen (ook wel: screening) van de risicofactoren en beschermende factoren. Gekeken wordt naar de problemen, maar ook naar de vaardigheden van je kind binnen het gezin. De specialist zal je vragen stellen over hoe jij de relatie met je kind ervaart. Het invullen van vragenlijsten hoort meestal ook bij deze eerste screening. Ook zal de specialist observeren hoe je kind zich gedraagt in jouw bijzijn.

Vaststellen

Het verder beoordelen van de ontwikkeling en vaststellen van eventuele problemen of stoornissen (ook wel: diagnostiek) gebeurt bij jonge kinderen altijd zoveel mogelijk in de natuurlijke omgeving. De arts of behandelaar kijkt hoe je kind op verschillende gebieden functioneert en hoe je kind omgaat met de omgeving en vooral met jou als ouder. De specialist zal ook informatie willen vragen aan andere bronnen, zoals het kinderdagverblijf of de school. De informatie wordt verzameld met verschillende methoden, zoals een vraaggesprek met jou als ouder, observatie en ontwikkelingsonderzoek. Vaak probeert de behandelaar ook een beeld te krijgen van jouw eigen functioneren, met behulp van aanvullende diagnostiek. De vaardigheden en je eigen welbevinden bepalen namelijk voor een deel het ontwikkelingsproces van je kind.

>> zie voor een overzicht van de gebruikte instrumenten/vragenlijsten de tekst voor professionals

Genetisch onderzoek

Het kan bij jonge kinderen een overweging zijn om onderzoek te doen naar genetische afwijkingen. Andere (lichamelijke) problemen, die mogelijk samengaan met een genetisch syndroom, kunnen dan vroeg worden herkend of voorkomen. Het vaststellen van een genetische oorzaak kan bovendien belangrijk zijn als je een kinderwens hebt. Genetisch onderzoek wordt vooral gedaan bij kinderen met een combinatie van zwakbegaafdheid, een aan autisme verwante stoornis en afwijkingen in het uiterlijk. De kinderpsychiater kan het onderzoek aanvragen of doorverwijzen naar een klinisch geneticus.

De diagnose

Wanneer de behandelaar een goed beeld heeft van de ontwikkeling van je kind, zal hij of zij het functioneren, de sterke kanten van je kind en eventuele stoornissen beschrijven in een diagnose. Een diagnose is dus niet een beschrijving van de stoornissen alleen, maar van het totale functioneren van jouw kind in het gezin en hoe eventuele problemen met elkaar samenhangen.

Belasting voor de ouders

Het onderzoek kan een belasting zijn voor de relatie tussen jou en je kind. Ouders voelen zich meestal kwetsbaar in hun ouderschap en zijn vaak uitgeput, machteloos, angstig of kwaad wanneer ze de stap naar de hulpverlening zetten. Je kunt een fase van rouw doormaken, waardoor je gevoelsmatig minder beschikbaar bent voor je kind en minder sensitief kunt reageren.

Oudervereniging Balans kan je als ouder ondersteunen met (onder meer) ervaringskennis en lotgenotencontact.

Terug naar boven

Omdat de ontwikkeling van jouw jonge kind nog onlosmakelijk aan jou verbonden is, speelt bij de behandeling van je kind de relatie met jou een belangrijke rol. Naast kindgerichte behandeling zal er dus gekeken worden naar de interactie tussen jou en je kind.

Het gaat hierbij zowel om het fysieke contact, het achterliggende gevoel, jouw emoties en die van je kind en het functioneren van het gezin. De behandeling richt zich op jouw en je kinds sociale en emotionele welzijn. Er is daarbij oog voor relaties in het heden en in het verleden, verstoringen in je kind, maar ook voor situaties waarin de relatie tussen jullie bedreigd wordt of onder druk staat.

Omdat de problemen van jonge kinderen en hun ouders zeer verschillend kunnen zijn in aard en ernst, zijn er soms meerdere hulpverleners nodig. Een goede samenwerking tussen hen is hierbij onmisbaar.

De behandeling bestaat uit het behandelen van:

  • het probleemgedrag van je kind
  • jouw eigen eventuele psychische klachten
  • jouw functioneren als verzorger
  • de interactie tussen jou en je kind, en zijn omgeving

Methodische ouderbegeleiding kan helpen om de ouder-kindrelatie te versterken. Je krijgt meer inzicht in je eigen gevoelens en gedachten en die van hun kind. Hoe lang de behandeling duurt hangt af van de mogelijkheden en ontwikkeling van jou en je kind.

Aandachtspunten

Bij de behandeling van jouw jonge kind zijn de volgende punten belangrijk (en zouden dus aan bod moeten komen):

  • De behandeling wordt voor en tijdens de behandeling afgestemd met jou.
  • Elke behandeling heeft een onderdeel waarbij jij als ouder meedoet. Je wordt nauw betrokken bij de behandeling en zo nodig ook andere personen die dicht bij jouw kind staan.
  • Je krijgt psycho-educatie over de problemen van je kind, zodat je bijvoorbeeld leert hoe je ermee kunt omgaan.
  • Er is een duidelijke beschrijving van de behandeling: wat zijn de doelen, hoe worden deze gemeten, hoe is de behandeling opgebouwd, hoe lang duurt het en hoe vaak zijn er afspraken?
  • De behandeling moet theoretisch zijn onderbouwd, te toetsen zijn en de functie-eisen van de behandelaar moeten nauwkeurig zijn beschreven.

Preventie

Preventie in de kinder- en jeugdpsychiatrie is erop gericht psychische problemen bij jonge kinderen te voorkomen en de ernst en de gevolgen daarvan te beperken. Zo is het belangrijk dat je over goede informatie beschikt over de invloed van roken, medicatie-, alcohol-, en drugsgebruik, depressieve klachten en/of stress. Gezinnen met risicofactoren (verslaving, psychische problemen, tienerzwangerschap, te vroeg of te licht geboren kinderen) kunnen vaak meedoen met een programma, zoals VoorZorg, dat hen ondersteunt in gezond gedrag, ouderschap (of de voorbereiding daarop) en het verkleinen van de kans op kindermishandeling. Een groepsprogramma voor ouders van zeer geremde jonge kinderen is het Cool Little Kids-programma.

Ouder-kind-behandeling

Bekende behandelingen voor het verbeteren van de interactie tussen ouder en kind zijn:

  • Parent–Child Interaction Therapy (PCIT)
  • Incredible Years
  • Helping the Noncompliant Child
  • Triple P–Positive Parenting Program.

De meeste van deze behandelingen hebben als doel om de opvoedingsvaardigheden voor specifieke gedragsproblemen te verbeteren. Andere richten zich (daarnaast) op het verbeteren van de gezinsomstandigheden of de ondersteuning die ouders krijgen vanuit de sociale omgeving:

  • STOP 4-7
  • VIPP-SD
  • Pivotal Response Treatment
  • Ouder-baby interventie
  • Theraplay
  • Floortime
  • Social stories/Helpende verhalen
  • DOK!
  • vijf-gesprekkenmodel
  • Mindful Parenting.

Bij de behandeling van hechtingsproblemen hebben vooral behandelingen effect die sensitief opvoedingsgedrag versterken en waarbij video-feedback wordt ingezet (bijvoorbeeld Circle of Security). De meest succesvolle behandelingen duren maar kort, maximaal vijf sessies.

Behandelingen gericht op het kind

Eye Movement Desensitization & Reprocessing (EMDR)

EMDR is ontwikkeld voor volwassenen, die lijden aan stoornissen als gevolg van een trauma, zoals traumatische voedingsproblemen. Met de nodige aanpassingen is EMDR ook geschikt voor kinderen vanaf 1 jaar, die last hebben van de gevolgen van traumatische ervaringen.

Behandelingen gericht op de ouder

Child Parent Psychotherapy en Infant Parent Psychotherapy zijn behandelingen die vooral gericht zijn op het aanpakken van jouw verwachtingen en ideeën. MBT-parenting is een behandeling voor jonge ouders met borderline problematiek, met als doel hechtingsproblemen bij het kind te voorkomen.

E-health

Online behandelingen (E-health) voor jonge kinderen zijn vooral gericht op de ouders. Met hulp van de behandelaar kunt je in de eigen thuissituatie je kennis en vaardigheden vergroten in de opvoeding en verzorging van je kind.

Url & Uk in de wolken

De online behandeling Url & Uk in de wolken is bedoeld voor ouders met kinderen tussen 1 en 12 jaar. Het helpt je om beter om te gaan met uitbarstingen van emoties van uw kind en die van jezelf, en je leert hoe je deze kunt voorkomen. Door middel van tekst, cartoons en 3D-filmpjes krijg je inzicht in hoe het brein van kinderen werkt en groeit. Je leert hoe je de opvoeding beter hierop kunt afstemmen.

FindMe

Voor jonge kinderen met autistische kenmerken is de app FindMe ontwikkeld. FindMe is een sociale-aandachtstraining waarin kinderen leren minder op afleidende prikkels te reageren en de aandacht meer te richten op mensen. De app kan ingezet worden bij kinderen vanaf achttien maanden en is gratis te downloaden in de AppStore voor de iPad (in het Engels).

Spreekt voor zich

De website en methode Spreekt voor zich zijn bedoeld voor kinderen van vier tot acht jaar met selectief mutisme, hun ouders, leerkrachten en behandelaren. Een juweeltje op de site is ‘het Luiderslot’, een slimme serious game.

Behandeling per stoornis

Regulatiestoornissen

Er is geen bewezen effectieve behandeling speciaal voor prikkelverwerkingsproblemen (ook wel regulatiestoornissen). De behandelaar geeft meestal voorlichting (psycho-educatie), ouderbegeleiding en probeert de ouder-kindrelatie te verbeteren. Sensorische integratietherapie kan een goede aanvulling op de behandeling zijn.

Slaapstoornissen en overmatig huilen

De behandelaar kan aan je vragen om gedurende twee weken een dagboek bij te houden over de problemen. Aan de hand hiervan kan hij of zij een behandelplan opstellen. Voor de behandeling van slaapproblemen hebben gedragsprogramma’s de voorkeur boven het gebruik van medicatie. Daarnaast kan de behandelaar je voorlichting (psycho-educatie) geven. Wanneer deze aanpak onvoldoende effect heeft, kan eventueel medicatie worden gegeven.

Voedings- en eetstoornissen

De behandeling van voedings- en eetstoornissen kan bestaan uit:

  • behandeling van een eventuele lichamelijke aandoening
  • logopedische behandeling bij een verhoogde of verminderde motoriek
  • voedingsadviezen door een diëtist
  • specifieke begeleiding bij een ontwikkelingsachterstand
  • ouder- en kindpsychotherapie, gericht op de voedingssituatie of op de ouder-kindrelatie in het algemeen.

Hierbij is het vooral belangrijk dat jij en je kind hulp krijgen om rust in de voedingssituatie terug te brengen de angst onder controle te brengen.

Autismespectrumstoornissen

Naar behandelingen van autismespectrumstoornissen bij het jonge kind is nog te weinig onderzoek gedaan om iets te kunnen zeggen over de effectiviteit van verschillende behandelingen. Over het algemeen verbetert behandeling de taal en communicatie. PRT is een gedragstherapie met ouder en kind waarbij gewerkt wordt aan de sociale competentie, communicatie en flexbiliteit van jouw kind en de ouder-kindinteractie. Bij intensieve behandeling (40 uur per week) is er een verbetering van het intelligentieprofiel en een afname van de ernst van de symptomen te zien.

Internaliserende stoornissen (angst en depressie)

Bij de behandeling van angst en depressie bij jonge kinderen ben je als ouder nauw betrokken. De behandelaar kan begeleiding geven in de ouder-kindinteractie of cognitieve gedragstherapeutische technieken inzetten. Een preventieve groepsbehandeling voor ouders van zeer geremde jonge kinderen is het Cool Little Kids-programma. Medicatie voor depressie bij jonge kinderen is (voor zover onderzocht) niet effectief. Medicatie voor angststoornissen bij jonge kinderen is geen behandeling van eerste keuze en er is relatief nog weinig onderzoek gedaan naar de veiligheid en effectiviteit hiervan.

Externaliserende stoornissen (ADHD en ODD)

In de meeste trainingen van het kind met ADHD of ODD ligt de nadruk op het omgaan met boosheid, sociale vaardigheden en het probleemoplossend vermogen. Voorbeelden van trainingen die vooral onderzocht zijn bij disruptieve gedragsstoornissen (en minder bij ADHD) zijn Incredible Years, Parent Child Interaction Therapy en Triple P. Deze gedragsmatige behandelingen hebben de voorkeur boven medicatie bij de behandeling van ADHD bij kinderen jonger dan zes jaar.

Posttraumatische-stressstoornis

In de praktijk krijgen jonge kinderen met PTSS dezelfde behandelingen als die voor oudere kinderen en volwassenen. Maar of deze behandelingen ook voor jonge kinderen effectief zijn is helaas nog niet goed onderzocht. Wel laat onderzoek zien dat na traumagerichte cognitieve gedragstherapie (zoals TF-CBT) bij twee- tot achtjarigen en ouder-kindpsychotherapie (zoals CPP/IPP) bij drie- tot vijfjarigen de PTSS-klachten afnemen. Vooral die laatste therapie lijkt geschikt voor zeer jonge kinderen of kinderen waarbij ook problemen spelen in de ouder-kindrelatie.

Stoornissen van de ouder-kindrelatie

Voor zover bekend is er geen onderzoek gedaan naar de effectiviteit van behandelingen van relatiestoornissen. Toch is het verbeteren van de ouder-kindrelatie vaak wel een onderdeel van de behandelingen in de ggz van jonge kinderen. Voorbeelden hiervan zijn: PCIT, IPP, CPP, MIG en VIPP-SD.

Hechtingsstoornissen

In veel behandelingen voor jonge kinderen wordt gewerkt aan het vergroten van de ouderlijke sensitiviteit. Het doel is om de gehechtheidsrelatie tussen jou en je kind hiermee te verbeteren.

Medicijnen

Het geven van medicatie bij kinderen onder de 5 of 6 jaar is in principe geen behandeling van eerste keuze. Psychiatrische symptomen bij jonge kinderen, zeker onder de 4-5 jaar reageren meestal beter op gedragsmatige behandelingen waarbij je als ouder een belangrijke rol hebt.

Er is bovendien nog weinig onderzoek gedaan naar de korte- en langetermijneffecten van medicatie bij jonge kinderen met psychiatrische stoornissen. De meeste voorschriften onder de 5-6 jaar zijn dan ook ‘off label’: ze wijken af van die van de farmaceut en/of van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Het meeste onderzoek is gedaan naar ADHD en autismespectrumstoornissen en oudere peuters of kleuters (3-6 jaar). Uit onderzoek komt naar voren dat effect van ADHD-medicatie wisselend is, doorgaans minder effectief is en meer bijwerkingen geeft.

Er kan toch voor medicatie worden gekozen als:

  • jouw kind ernstige symptomen heeft, die in de meeste situaties voorkomen en die het functioneren aanzienlijk belemmeren
  • andere behandelingen onvoldoende hebben geholpen
  • je als ouder nauw betrokken blijft bij de behandeling
Controles

Voor de start van de medicatie zal de behandelaar lichamelijk onderzoek uitvoeren (lengte en gewicht, pols en broeddruk) en eventueel aanvullend onderzoek. Tijdens de behandeling blijft de behandelaar lengte en gewicht controleren. Ook zal hij of zij vragen naar eventuele bijwerkingen.

Om het effect van de behandeling in te schatten kan de behandelaar jou en school verzoeken enkele vragenlijsten in te vullen.

Uitleg

Over medicatie moet de behandelaar je goede uitleg geven. Hierbij is het vooral belangrijk dat je goed op de hoogte wordt gebracht van:

  • de werking
  • de effectiviteit die je kunt verwachten
  • de bijwerkingen die kunnen optreden
  • de controles die moeten plaatsvinden (in het begin vaak, later wat minder).

De behandelaar zal tijdens het gebruik van de medicijnen met je in gesprek blijven over de medicijnen en de werking ervan. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen goed worden besproken en afgewogen. Ook bezwaren tegen en zorgen over de medicijnen worden uitgebreid besproken. Het is immers van belang dat jij en je kind gemotiveerd zijn en blijven om met medicijnen te beginnen en ermee door te gaan.

Soorten medicatie

Bij jonge kinderen worden, afhankelijk van de symptomen, onderstaande medicijnen voorgeschreven:

  • stimulantia
  • methylfenidaat
  • clonidine
  • risperidon
  • haloperidol
  • diazepam
  • fluoxetine
  • melatonine

Op het gedeelte van deze website voor professionals vind je uitgebreidere informatie over medicatie bij jonge kinderen.

Terug naar boven

Jonge kinderen met psychische problemen veroorzaken vaak nog weinig overlast voor de wereld buiten het gezin. Zij vallen daardoor minder op, maar hoe ouder het kind wordt, hoe meer de omgeving belast wordt.

Vroege problemen in het gedrag, de emotie of op sociaal gebied houden vaak aan en kunnen ook leiden tot andere problemen, vooral wanneer ze niet opgemerkt worden. Vroege herkenning en behandeling is van groot belang, zowel voor het kind zelf als voor het gezin en andere betrokkenen bij het kind. Het brein is op jonge leeftijd nog flexibel en ontvankelijk. Bovendien kan vroege behandeling stress in de opvoeding en een negatieve wisselwerking met de omgeving voorkomen.

Het vroegtijdig opsporen en behandelen van psychische problemen bij jonge kinderen en van problemen in de ouder-kindrelatie heeft dan ook grote positieve effecten voor de latere ontwikkeling van een kind.

Terug naar boven

Deze website heeft een uitgebreid dossier voor behandelaars over jeugdhulp aan baby’s, peuters en kleuters.

Terug naar boven

Genetica en psychische stoornissen op de kinderleeftijd

Voor (kinder)psychiaters is het van belang om te weten dat genetische factoren een grote rol spelen in het ontstaan van psychische stoornissen op de kinderleeftijd.

>> Bekijk wetenschappelijk artikel (2015)

Landelijk kenniscentrum psychiatrie en zwangerschap

Het Landelijk Kenniscentrum Psychiatrie en zwangerschap (LKPZ) is een gezamenlijk initiatief van professionals die werkzaam zijn binnen het gebied van psychiatrie en zwangerschap.

psychiatrie erfelijkheid zwangerschap

1001 kritische dagen

Opa oma meisje voorlezen

De eerste 1001 dagen in het leven van een kind (van conceptie tot 2 jaar) zijn cruciaal voor een gezonde ontwikkeling.
>> Bekijk het Manifest 1001 kritieke dagen