Antipsychotica, antidepressiva en clonidine zullen over het algemeen pas gegeven worden bij comorbiditeit die ook al aan behandeling in deze richting deed denken. Sommige medicatie zoals methylfenidaat, aripiprazol en fluvoxamine geven verslechtering van de slaap, stoppen van het middel of toedienen op een ander moment is dan te overwegen. Voor methylfenidaat kan overwogen worden om een lage dosis aan het einde van de middag te geven (tussen 16:00 en 18:00) om de onrust vanuit ADHD te beperken en daarmee de slaap te bevorderen (Solleveld e.a., 2020). Dit dient individueel per kind bekeken te worden omdat de meeste kinderen inslaapproblemen krijgen als het medicijn later op de dag gegeven wordt. Atomoxetine en guanfacine komen als alternatief voor stimulantia in aanmerking. Antidepressiva Deze middelen geven in het algemeen vermindering van REM slaap en toename van NREM. Mirtazapine (Remeron®, 7,5 tot 15 mg) kan in zeldzame gevallen laag gedoseerd voorgeschreven worden bij therapieresistente slaapproblemen bij adolescenten met voornamelijk comorbide depressieve klachten en/of PTSS. Deze middelen geven al in een lage dosis 5HT2a blokkade wat slaap induceert. Mirtazapine kan de eetlust stimuleren (Mirtazapine, H19. slaapstoornissen in de psychiatrie, M. Lancel, Karsten e.a., 2017). Antihistaminica Deze middelen hebben sederende eigenschappen en zijn niet verslavend, tolerantie kan ontstaan, paradoxale effecten zijn beschreven, mogelijk geven ze vermindering van slaapkwaliteit. Niet geven beneden 2 jaar, vanwege risico op ademdepressie. Dosering promethazine: 0,5 mg/kg (kinderen ouder dan 2 jaar) Antipsychotica Vanuit de praktijk blijkt dat de inzet van antipsychotica voor slaapstoornissen meer negatieve gevolgen heeft dan positieve. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat het de slaapproblemen verbetert. Clonidine Clonidine kan overwogen worden met name bij slaapstoornissen bij ADHD en Gilles de la Tourette. Het geeft vermindering van de REM slaap. Indien clonidine wordt gebruikt als slaapmiddel, wordt met 25 microgram begonnen. Meer dan 50 of 75 microgram wordt over het algemeen niet gegeven in verband met de kans op een te lage nachtelijke bloeddruk. Niet combineren met bètablokkers en tricyclische antidepressiva. L-Tryptofaan L-Tryptofaan lijkt geen plaats te hebben in de behandeling vanwege hepatotoxische effecten.