Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Klinisch beeld

Er bestaat veel onduidelijkheid over het begrip psychotische depressie binnen deze leeftijdscategorie en er zijn zeer weinig studies die ons kunnen helpen bij bepalen van therapie en prognose.

Vroege auteurs in de VS (Ryan et al., 1987) geven percentages tot 30 % van alle depressieve stoornissen echter volgens de Engelsman Nunn (2012) is een psychotische depressie onder de 18 jaar zeldzaam : 0,125 – 0,25%. Het grote verschil zit waarschijnlijk in de diagnostische criteria die werden gebruikt.

Wat betreft het klinisch beeld spreken we van een psychotische depressie als somberheid op de voorgrond staat en deze tevens gepaard gaat met stoornissen in de realiteitstoetsing. Er zijn dan hallucinaties al dan niet samen met wanen. Realiteitstoetsing blijft een kwetsbare functie die op jonge leeftijd snel tekort kan schieten, zodat altijd bij deze diagnose rekening gehouden moet worden met de ontwikkelingsleeftijd .Vreemde gedachten en waarnemingsstoornissen in het kader van een autisme spectrum stoornis al bestaande voor de somberheid kunnen tot verwarring leiden.

Volgens Birmahar en Brent (2007) zouden bij jongeren vaker auditieve hallucinaties voorkomen dan wanen. Klassiek maakt men onderscheid tussen stemmingscongruente (bij somberheid horende) wanen en hallucinaties vb nihilistische waan en niet passend bij de stemming (incongruent). Bij een twee jarige follow up door Towen (2012) van volwassenen met een eerste psychotische depressie blijkt dat de prognose slechter is bij stemmingsincongruente psychotische verschijnselen. Na twee jaar blijkt bovendien dat 41 % van de jongeren een bipolaire of schizoaffectieve stoornis ontwikkelen. Desondanks zijn 58 % in remissie. Als er sprake is van stemmingscongruente psychotische cognities dan kan dat nog passen binnen de melancholie. Bij de depressie in engere zin volgens DSM zijn melancholische kenmerken: anhedonie, afwezigheid van van reactiviteit van stemming, dag schommelingen met de meest sombere stemming in de ochtend , vroeg ontwaken, psychomotore agitatie of retardatie, significante anorexie of gewichtsverlies en overmatige schuldgevoelens.

Ten opzichte van de psychotische depressie bleek bij de melancholie bij volwassenen (Nelson, 1997) de DST test minder non suppressie door cortisol te geven dan bij de overige psychotische depressie.