Omdat ouders de neiging hebben om de impact van gebeurtenissen te onderschatten en kinderen de neiging hebben om hun ouders te willen sparen, is het van belang om ouders en kind in de intakefase zowel gezamenlijk als apart te spreken. Ouders geven betrouwbaarder informatie over het gedrag van het kind dan het kind zelf, echter niet over de belevingen van het kind. En omgekeerd kan het kind betrouwbaarder rapporteren over interne belevingen, maar minder over het eigen gedrag (Strand e.a., 2005). Om deze reden gaat de voorkeur uit naar een gestructureerd klinisch interview. De volgende instrumenten worden in de literatuur beschreven: de Anxiety Disorders Interview Schedule for DSM-IV/Child version, ofwel ADIS-C (vertaling en bewerking Siebelink & Treffers, 2000), de Clinician-administered PTSD Scale for Children and Adolescents for DSM-IV, ofwel CAPS-CA (Nader e.a., 2002) en de Schedule for Affective Disorders and Schizophrenia for School Aged Children, ofwel K-SADS (Nederlandse vertaling van Bal, 1999). Volgens de richtlijnen van de N.I.C.E. (National Institute of Clinical Excellence) voldoet de CAPS-CA aan de gouden standaard. Dit interview kost veel tijd en brengt co-morbiditeit niet in beeld, maar geeft wel een gedetailleerd beeld van de aanwezige PTSS-klachten. Het interview is recent vertaald in het Nederlands en wordt momenteel gevalideerd binnen de Bascule. TagsDiagnose