Screening Onderstaande aanbevelingen omtrent screening bij depressie zijn deels gebaseerd op de richtlijn Addendum Depressie bij jeugd van het Trimbos (2009). Het is belangrijk om te vermelden dat screening op depressie alleen zinvol wordt geacht als hier bij een positieve uitslag ook daadwerkelijk behandeling of interventie op volgt. Wanneer dit achterwege blijft creëert men enkel ongerustheid. Het wordt aangeraden om een breed screeningsinstrument te gebruiken, zodat er ook rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van comorbide stoornissen. Bij ‘case finding’ voor de herkenning van depressie bij kinderen en jongeren van 4-18 jaar kan men hiervoor de CBCL (Child Behavior Checklist) gebruiken, en in het bijzonder de DSM-IV schaal affectieve problemen. Als zelfrapportage lijst kan bij kinderen van 11-18 jaar gebruik worden gemaakt van de YSR (Youth Self Report), ook hier in het bijzonder van de DSM-IV schaal affectieve problemen. Daarnaast wordt aangeraden om in ieder geval de kinderen en adolescenten zelf te bevragen en ter aanvulling ook de ouders of verzorgers. Gebruik van de CDI als screeningsinstrument voor ‘mass screening’, ‘selective screening’ of ‘case finding’ wordt afgeraden. Alhoewel de CDI een zelfrapportage lijst is voor depressie kan de lengte van de lijst een praktisch bezwaar vormen bij het screenen. In 2016 is een nieuwe versie van de CDI uitgebracht, de CDI-2 (Bodden, Braet & Stikkelbroek, 2016). Voor de screening op psychopathologie door huisartsen en bij eventueel screenen via scholen (bijvoorbeeld tijdens periodieke gezondheidsonderzoeken door de GGD) wordt aanbevolen om de SDQ (Strengths and Difficulties Questionnaire) te gebruiken. Klinische diagnostiek Onderstaande aanbevelingen over klinische diagnostiek bij depressie zijn deels gebaseerd op de richtlijn Addendum Depressie bij jeugd van het Trimbos (2009). Er dient onderscheid te worden gemaakt tussen diagnostiek bij kinderen in de basisschool leeftijd en bij adolescenten omdat de verschijningsvorm van depressie nogal kan verschillen. Zo ziet men in de basisschoolleeftijd nog geen bipolaire of psychotische depressies en is het op de basisschoolleeftijd vaak nog moeilijk angststoornissen en depressie te differentiëren. Klinisch interview Bij het vermoeden van stemmingsstoornissen verdient het aanbeveling in de klinische diagnostiek een combinatie te gebruiken van een gestandaardiseerd klinisch-diagnostisch interview (afgenomen bij zowel ouders/verzorgers als het kind) en psychometrisch goed onderbouwde vragenlijsten. De eerste keus hiervoor is de K-SADS (Kiddie-SADS-lifetime versie). Voor kinderen van 4-11 jaar is de ADIS-C (Anxiety Disorders Interview Schedule-Childversion) een goede tweede optie, maar bij adolescenten is deze voor depressie te weinig differentiërend (Silverman e.a.,1988). Van deze lijst is ook een ouderversie beschikbaar, de ADIS-P. Wanneer men geen gebruik maakt van een (semi-)gestructureerd interview wordt aanbevolen om in ieder geval alle DSM-5 symptomen van stemmingsstoornissen systematisch af te vinken op zowel aan- als afwezigheid. Vragenlijsten Deze kunnen aanvullende informatie geven over de ernst van de depressie en kunnen worden gebruikt om de behandelrespons te monitoren. De CDI-2 (Children’s Depression Inventory) is daarvoor een geschikt instrument. Aanbevolen wordt om bij gebruik van deze zelfrapportagelijst na twee weken een herhaalde meting uit te voeren. Om een zo hoog mogelijke voorspellende waarde te verkrijgen (86,3%) dient men een cut-off van 16 te hanteren. Mogelijk is de CDI voor jongeren vanaf ca. 14-15 jaar te kinderachtig. In die gevallen is een alternatief de IDS (Inventory for Depressive Symptomatology). Deze lijst is minder ‘kinderachtig’ en is sensitiever voor atypische depressie. Een ander alternatief is de BDI (Beck Depression Inventory). Niet-specifieke instrumenten Enkele instrumenten meten geen depressieve symptomen, maar kunnen wel nuttig zijn in de diagnostiek van depressie omdat ze problemen meten die vaak samen voorkomen met depressie, zoals zelfbeeld of eigenwaarde. De CBSK (Competentie Belevingsschaal voor Kinderen) of de CBSA (Competentie Belevingsschaal voor Adolescenten) is een internationaal bekende lijst die gevoel voor eigenwaarde en inschattingsvermogen van eigen vaardigheden meet.