Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Plaatsbepaling psychofarmaca

Algemeen

Toediening van psychofarmaca bij kinderen onder de 5-6 jaar is in principe geen eerste-keus- behandeling om de volgende redenen: ten eerste, psychiatrische symptomen bij heel jonge kinderen, zeker onder de 4-5 jaar reageren doorgaans beter op gedragsmatige interventies waar de proximale omgeving nauw bij betrokken wordt/een uitvoerende rol heeft, en ten tweede, psychofarmaca zijn op heel jonge leeftijd minder effectief en geven meer bijwerkingen.

Met uitzondering van stimulantia (methylfenidaat en dexamfetaminepreparaten) is er nog weinig onderzoek gedaan naar de korte- en langetermijneffecten van medicatie bij (zeer) jonge kinderen met psychische problemen (Gleason et al., 2007; Greenhill et al., 2003). De meeste voorschriften onder de 5-6 jaar zijn dan ook ‘off label’: zij wijken af van die van de farmaceut en/of van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Het is belangrijk dit bij aanvang te noteren in dossier en ouders hiervan op de hoogte te stellen.

Onderzoek naar het gebruik van psychofarmaca bij jonge kinderen met psychische problemen richt zich voornamelijk op ADHD en ASS (Greenhill et al., 2006; Riddle et al., 2013; Ghuman et al., 2008; Ghuman et al., 2007; Wigal et al., 2007) en op kinderen van de schoolleeftijd (3-5 jaar). Over het algemeen tonen deze studies aan dat stimulantia veilig en effectief gebruikt kunnen worden bij jonge kinderen met ADHD. Vooral het voorschrijven van het ADHD-middel methylfenidaat is toegenomen en lijkt in lage doseringen een positief effect te hebben op het afnemen van symptomen (Greenhill et al., 2006; Vitiello et al., 2007). Vaak blijkt echter dat stimulantia bij kinderen onder de zes jaar minder overtuigend effectief te zijn en worden er meer bijwerkingen gerapporteerd, redenen om de behandeling frequent te monitoren. Meer onderzoek naar het gebruik van deze stimulantia bij (zeer) jonge kinderen is echter noodzakelijk (Wigal et al., 2007).

N.b. Er bestaan richtlijnen op het gebied van psychofarmacotherapie bij jonge kinderen. Deze zijn vaak gemaakt voor een specifieke doelgroep en hebben betrekking op een bepaalde leeftijdscategorie. Zo is voor kinderen van 0-6 jaar met ADHD de Richtlijn ADHD voor jeugdhulp en jeugdbescherming. In het Engels is een uitgebreide richtlijn ontwikkeld door het NICE: Attention deficit hyperactivity disorder Diagnosis and management of ADHD in children, young people and adults. Deze richtlijn is niet bedoeld voor kinderen jonger dan 3 jaar.

Voor verdere informatie over onder andere dosering, bijwerkingen, contra-indicaties, interacties/farmacokinetische aspecten kunt u terecht op het Kinderformularium van het Nederlands Kenniscentrum Farmacotherapie bij Kinderen.

Indicaties

Indicaties voor medicamenteuze behandeling bij jonge kinderen: ernstige symptomen die zich in de meeste situaties manifesteren en die het functioneren aanzienlijk belemmeren, EN niet farmacologische behandeling heeft onvoldoende effect gehad, EN ouders blijven nauw betrokken bij interventie/begeleiding naast medicatie.

Algemene voorzorgen en controles bij iedere medicamenteuze behandeling
(Gleason et al, 2007)

  • Start low and go slow is het eerste principe (beginnen met een lage dosering en langzaam ophogen dan voor oudere kinderen gebruikelijk is).
  • Screening en controles: vanwege de onbekende lichamelijke bijwerkingen op deze leeftijd zijn een somatische anamnese en een screenend lichamelijk onderzoek vooraf geïndiceerd (lengte en gewicht, pols en bloeddruk) en op indicatie lab. en ECG. Gedurende de behandeling blijft men lengte en gewicht controleren.
  • Frequentie controles: tijdens instellen eens in de 1-2 weken, om en om telefonisch en live, en bij onderhoudsdosering eens in de 3 maanden live.
  • Extra controle op bijwerkingen: hier wordt elke keer gericht naar gevraagd.
  • Effect en beloop: vooraf worden de targetsymptomen gedefinieerd; er wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van screeningslijsten (in te vullen door ouders en school) die helpend kunnen zijn om het effect te evalueren tijdens de instelfase.