Omgaan met medicijntekorten – Bericht van de Geneesmiddelencommissie15 januari 2025 Loop jij als kinder- en jeugdpsychiater er ook steeds vaker tegenaan dat het medicijn dat je voorschrijft niet beschikbaar is? Je bent niet alleen: uit een recente rondvraag bleek dat ruim de helft van de collega’s minstens één keer per week hiermee te maken heeft. Je hebt dan twee opties: of je vervangt het medicijn door een ander middel, of je stopt de medicatie. Dit kan zorgen voor ongerustheid bij jeugdigen en ouders, de klachten van jeugdigen verslechteren. In dit artikel lees je meer over de mogelijke problemen en oplossingen, en delen we een aantal bronnen die je verder helpen. Hoe kom je erachter dat er een medicijntekort is? Vaak zal de apotheker dit laten weten, al dan niet via de patiënt. Maar je kunt het zelf ook opzoeken op Farmanco.knmp.nl, dé website voor alle geneesmiddelentekorten. Daar zie je de tekorten per doseringssterkte en leverancier, en de datum dat het weer volgens verwachting weer leverbaar zal zijn. Zo zijn er van atomoxetine diverse sterktes en merken op dit moment niet leverbaar. De wel beschikbare opties zijn niet voor iedereen zichtbaar, voor de apotheker in elk geval wel. Hoe los je het vervolgens op? Je hebt meerdere opties: 1. Switchen naar een ander merk Dit lijkt een kleine stap, maar kan voor de individuele patiënt toch nadelig zijn. Zeker bij stoffen met een smalle therapeutische breedte, kan een klein verschil in biologische beschikbaarheid tussen dezelfde middelen van verschillende leveranciers (maximaal 10%) wel echt voor een veranderend effect en andere bijwerkingen zorgen. Voor bijvoorbeeld lithium geldt dat verschillende preparaten niet uitwisselbaar zijn, zodat bij een tekort van een bepaald merk het advies is om hetzelfde preparaat uit het buitenland te verkrijgen. Voor de meeste medicijnen geldt dit niet of minder stringent. Maar in de praktijk wordt wel regelmatig gemeld dat patiënten bij wisselen van merk toch verschillen waarnemen waardoor er minder vertrouwen in medicatie kan ontstaan bij het wisselen van merk. 2. Switchen naar een andere sterkte Hiermee stel je ongeveer dezelfde dosering samen. Als bijvoorbeeld atomoxetine 40 mg niet leverbaar is, dan kun je dit vervangen door twee keer 18 mg of 18 en 25 mg. 3. Switchen naar een ander geneesmiddel Bij een middel als atomoxetine is dit heel lastig, omdat er in feite geen vergelijkbaar middel is. Bij veel psychofarmaca, zoals antipsychotica, stemmingsstabilisatoren en antidepressiva, zal het vaak onwenselijk zijn om naar een ander geneesmiddel te switchen vanwege risico’s op instabiliteit en verslechtering van het beeld, een veranderende werking en/of andere bijwerkingen. Het advies is om dit nauwlettend te begeleiden. Op de website van KNMP vind je hiervoor een leidraad. Bij SSRI’s kun je, als er nog wat van de oorspronkelijke medicatie over is, het best kruislings switchen (zie ook switchwiki voor praktische informatie over switchen van antidepressiva en antipsychotica). 4. Met de apotheek overleggen of bestellen uit het buitenland mogelijk is. Op de website van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd vind je voor welke medicatie er op dit moment toestemming is om in het buitenland te bestellen. 5. Stoppen van het geneesmiddel Dit zal in de meeste gevallen erg onwenselijk zijn, zeker bij medicijnen die je normaal gesproken geleidelijk afbouwt. Apotheek.nl Hier vinden ouders en jongeren betrouwbare informatie over medicijnen en eventuele tekorten. Overleggen, vragen of opmerkingen? Dan kun je altijd contact opnemen met de Geneesmiddelencommissie van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Zij denken graag met je mee. Ook interessant Meer nieuwsberichten van het Kenniscentrum Geneesmiddelencommissie Zó help je jongeren hun medicijn te begrijpe Tags2025 Behandeling