Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Nieuws

Een gift voor de toekomst van historische waarde

Jonge kinderen spelen samen

Marre Nikkels was jarenlang secretaris van de inmiddels opgeheven Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging. Op zoek naar een bestemming voor het resterende vermogen van de stichting kwam ze uit bij het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Met deze gift financiert het Kenniscentrum nieuwe kennis en tools. Marre vertelt over de geschiedenis van de stichting, en deelt haar hoop voor de toekomst: “Ik hoop eigenlijk dat de kinderpsychiatrie steeds kleiner zou kunnen worden, omdat er steeds minder kinderen zijn die het nodig hebben.”

De Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging was een steunstichting die reservegelden beheerde van de Stichting Therapeutische Gezinsverpleging (TGV) Midden-Nederland. Marre: “Het idee van de TGV was dat het voor sommige kinderen die psychiatrische hulp nodig hadden, hielp als ze uit hun normale setting werden gehaald. Ze zouden dan in een pleeggezin moeten, maar wel een therapeutisch pleeggezin dat van wanten wist.” Deze manier van werken liep goed, vijftig jaar geleden: “In die tijd waren er genoeg gezinnen te vinden. De kinderpsychiater praatte met het kind, en het pleeggezin praatte met een gespecialiseerd maatschappelijk werker, met veel know-how. De hulpverleners hadden onderling nauw contact.”

Als jonge jurist kwam Marre via haar netwerk terecht bij de stichting TGV en de aanverwante steunstichting. “Ze zochten een jonge meid als secretaris.” De sociaal betrokken Marre was er vanaf de oprichting bij, en bleef tot het einde betrokken bij de steunstichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging. “Het waren leuke mensen, en ik vond het inhoudelijk heel interessant.”

Steunstichting als spaarpot

De steunstichting bestond naast de TGV om de financiële reserves veilig te stellen, en bouwde gaandeweg een substantieel vermogen op: “De penningmeester, Herman Pluimers, bekleedde destijds een hoge financiële positie bij het AZU (tegenwoordig het UMC Utrecht, red). Hij heeft het geld ontzettend goed laten beleggen.” Dat gaf ruimte om af en toe extraatjes voor de gezinnen mee te bekostigen: “Als een pleeggezin op vakantie wilde bijvoorbeeld. Of als er iets verbouwd moest worden in huis om een pleegkind beter te kunnen ontvangen, dan zou dat daaruit gekund hebben.”

De TGV hield in de jaren ’90 op te bestaan: “Toen was het geld min of meer vrij te besteden voor de steunstichting. Binnen de doelstelling, en die was heel ruim.” Zo werd de Stichting Hulp aan kinderen en gezinsverpleging ook actief in het buitenland: “Een van onze laatste projecten was de financiering van een bijscholing kinderpsychiatrie en Vietnam.” Hoogleraar Kinderpsychiatrie Molle Eijer was in die tijd voorzitter van de stichting: “Die zei: de kinderpsychiaters daar moeten verder opgeleid worden. Hij is er samen met een antropoloog naartoe gegaan, om te kijken hoe dat het beste aangepakt kon worden.”

Beeldverhalen en onderzoek

Waar gaat het geld naartoe?

Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie gebruikt de schenking van de Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging om twee projecten te financieren:

Beeldverhalen in vier talen voor kinderen van ouders met psychische problemen of een verslaving

Onderzoek naar gesprekken over medicatie in de spreekkamer

Op zoek naar een bestemming

Na Vietnam rondde de stichting geen nieuwe projecten meer af. Marre hield contact met voorzitter Molle Eijer en penningmeester Pluimers: “We kwamen aanvankelijk eens per jaar bij elkaar, want dat moest volgens de statuten. Na afloop aten we soms een hapje.”

Tijdens die etentjes bespraken de drie bestuursleden af en toe wat de stichting met het geld zou kunnen doen, maar werden het niet eens over een bestemming. Verdieping en verspreiding van de kennis van kinder- en jeugdpsychiatrie stond wel centraal. Ze lieten het lange tijd rusten. “Maar ja, met oude mannen en vrouwen moet je wel op de klok blijven kijken.” Op een gegeven moment belde de dochter van penningmeester Pluimers Marre op: “Mijn vader wordt wel een beetje oud, en hij wordt zenuwachtig van al die afschriften. Het is goed als er iets gaat gebeuren.”

“Dus ik dacht: willen we het nu eens worden over een plan, dan moet ik met een concreet voorstel komen. Ik moet een bestemming in de kinder- en jeugdpsychiatrie vinden waar ook voorzitter Molle Eijer het helemaal mee eens kan zijn, die beantwoordt aan zijn ideeën.” Marre kwam via Google al snel bij het Kenniscentrum terecht, en na een kennismakingsgesprek was de keuze snel gemaakt. Voorzitter Eijer was ze inmiddels uit het oog verloren, en hij leek onvindbaar. Na veel pogingen tot contact hoorde Marre van zijn dochter dat hij niet lang geleden was overleden.

Het ultieme doel

Eijer was er groot voorstander van om iets voor kinderen en kinderpsychiaters uit andere landen te doen, vertelt Marre: “Daarom vind ik het ook zo mooi dat het Kenniscentrum het geld van de stichting gaat gebruiken voor nieuwe beeldverhalen voor kinderen met een migranten- of vluchtelingenachtergrond. Daar zou hij helemaal blij van worden. Eijer was er daarnaast voorstander van dat kinderpsychiaters met kinderen in gesprek gingen. Dus ook het onderzoek naar gesprekken over medicijnen in de spreekkamer is een mooie bestemming.”

In 2021 toog Marre Nikkels samen met de 94-jarige penningmeester Pluimers naar de bank om de Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging officieel op te heffen. Een emotioneel moment. “Het was een warme dag, maar Pluimers stond klaar in zijn nette pak, inclusief koninklijke onderscheiding in zijn knoopsgat.” Dat de stichting nu weer een beetje tot leven komt via het Kenniscentrum geeft haar een goed gevoel: “Uiteindelijk is dit het ultieme doel. Ik hoop eigenlijk dat uiteindelijk de kinderpsychiatrie kleiner zou kunnen worden, omdat er steeds minder kinderen zijn die het nodig hebben.”

De geschiedenis van twee stichtingen

De Stichting Therapeutische Gezinsverpleging (TGV) ontstond in 1961 naar een idee van professor Hart de Ruyter, hoogleraar Kinder- en Jeugdpsychiatrie in Groningen. Andere universiteiten volgden zijn voorbeeld, zo ook de Universiteit Utrecht: in 1971 is de TGV Midden-Nederland opgericht, met als voorzitter de Utrechtse kinderpsychiater, prof. dr. L.N.J. Kamp.

TGV Midden-Nederland ontving geld uit subsidies, uit het onderwijs en uit de gezondheidszorg. Ook uit andere hoeken kwam er, soms onverwacht, geld binnen. Daar waren niet altijd direct plannen voor. Om het extra geld te beheren richtte het bestuur op 14 september 1971 een steunstichting op: de Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging.

De stichtingen TGV waren gelieerd aan de faculteiten voor kinderpsychiatrie in de verschillende universiteitssteden. Er was één overkoepelende landelijke stichting. De TGV is in de jaren ’90 samengegaan met andere organisaties op het gebied van pleegzorg en adoptie. De Stichting Hulp aan kinderen in gezinsverpleging is opgeheven op 9 september 2021. Marre Nikkels: “We hebben net de 50 jaar niet gehaald. Als ik erbij stil had gestaan, had ik 5 dagen gewacht.”