Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Wat kan de behandelaar van een kind met ADHD doen?

Als de leerling een diagnose ADHD krijgt, krijgt hij of zij hier vaak een behandeling voor. De behandeling vindt plaats onder regie van een gespecialiseerde behandelaar, bijvoorbeeld een GZ-psycholoog of een psychiater (in het geval van medicatie). De kans van slagen van een behandeling is het grootst als de omgeving van het kind hierbij betrokken is. Het kan echter verschillen in welke mate de bijdrage van u als leerkracht verwacht wordt. Het is echt wel goed om dit bij ouders na te vragen.

In de behandeling van een kind met ADHD zal de behandelaar proberen zoveel mogelijk kennis over ADHD, behandelmogelijkheden en eventueel medicatie aan de ouders over te dragen. Het doel hiervan is dat ouders en kind zelf leren hoe zij ermee om kunnen gaan. Wat zijn de sterke en minder sterke punten van het kind? Wat kunnen ouders doen om minder sterke punten te verbeteren of te accepteren? En hoe vinden zij een manier om daarmee te leven? Een uitgebreidere vorm van voorlichting wordt ook wel psycho-educatie genoemd en vormt een belangrijke eerste stap in de behandeling. Ouders leren bijvoorbeeld probleemsituaties met het kind te herkennen en hierop te anticiperen.

Een ander essentieel onderdeel van de behandeling is dat geprobeerd wordt het storende gedrag van het kind positief te beïnvloeden door de omgeving (ouders, leerkracht) aan te passen op het kind. Ouders kunnen soms onbedoeld de gedragssymptomen verergeren door te streng of juist te toegeeflijk te reageren. Ook komt het voor dat de symptomen zo’n sterke wissel op het gezin hebben getrokken, dat kinderen toegestaan wordt lange tijden te gamen of tv te kijken zodat andere gezinsleden tot rust kunnen komen. Dit heeft doorgaans geen positief effect op de ADHD symptomen. Uitleg aan ouders hoe om te gaan met het vaak veeleisende gedrag van hun kind door enerzijds grenzen te stellen, maar anderzijds kalm, liefdevol, met humor en flexibel te zijn waar mogelijk is onderdeel van de behandeling. Ook zal er overleg met u als leerkracht plaatsvinden, waarbij de behandelaar nagaat of er verbeteringen moeten plaatsvinden in de leervoorwaarden, zoals de zitplek van het kind in het klaslokaal, contact met andere klasgenoten, de leerkracht-leerling relatie en het niveau van de leerstof.

Het opstellen van een behandelplan gebeurt in goed overleg tussen behandelaar, ouders en het kind zelf. Vooral als een kind al wat ouder is, heeft hij of zij zelf een duidelijke rol in het overleg en de keuzes die daaruit volgen.

Medicatie

Tot nu toe is het effect van behandeling met medicijnen op de symptomen van ADHD groter dan van andere behandelingen. Medicatie heeft daarom vaak de voorkeur van een behandelaar bij behandeling van de kernsymptomen van ADHD, maar de voorkeur van ouders speelt ook een belangrijke rol. Bij de keus voor medicatie moet meegenomen worden dat ook al werkt medicatie veelal goed, de eventuele bijwerkingen op de lange termijn voor de hersenen van kinderen (nog) niet voldoende bekend zijn. De behandelaar kan ook voorstellen om zowel met gedragstherapie als met medicatie te behandelen.

Welk medicijn? Welke dosering?

Het zoeken naar het juiste medicijn is maatwerk. Bij het ene kind werkt een medicijn beter dan bij het andere kind. Na het starten met het gekozen medicijn moet bovendien gezocht worden naar een goede dosering (dit heet ook wel ‘instellen’). Er wordt gestart met een lage dosering. Informatie van u als leerkracht is belangrijk om het effect van de medicijnen te kunnen inschatten. Als een lage dosering niet het gewenste effect heeft en er geen of weinig bijwerkingen zijn, kan de dosering verder worden opgebouwd. Overigens kunnen sommige bijwerkingen zoals hoofd- en buikpijn en prikkelbaarheid een paar dagen aanwezig zijn na de start en verhoging van een dosering.

Na het instellen volgen er nog controles, bijvoorbeeld eens per half jaar, om na te gaan of de dosis nog moet worden aangepast. Na één of twee jaar wordt er soms een stopperiode ingelast om te zien of medicatie nog effect heeft.

Eerste keuze: Methylfenidaat

  • Ritalin® werkt zo’n 3 tot 4 uur en moet dus meerdere keren per dag worden ingenomen.
  • Concerta® is de langwerkende vorm van methylfenidaat en werkt ongeveer 12 uur. Dit zorgt ervoor dat het middel goed en op tijd wordt ingenomen en voorkomt terugval in symptomen tussen het toedienen door.
  • Equazym ® en Medikinet ® zijn middellang werkende vormen van methylfenidaat. Daarbij houdt het effect zo’n 8 uur aan.
Gebruik

Jonge kinderen kunnen het medicijn gemakkelijk vergeten in te nemen of willen het uit schaamte niet innemen als er andere kinderen bij zijn. Het is belangrijk dat u dit als leerkracht bespreekbaar maakt en samen met ouders en kind naar een oplossing zoekt. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van geheugensteuntjes, apps, wekker of mobiel. Vooral voor oudere leerlingen is het een voordeel van langer werkende vormen van methylfenidaat om geen dosis meer op school in te hoeven nemen. Let er als leerkracht op dat er een risico bestaat dat vooral oudere kinderen het middel kunnen doorverkopen.

Bijwerkingen

Methylfenidaat wordt over het algemeen goed verdragen, maar er zijn toch een aantal hinderlijke bijwerkingen die vaak voorkomen:

  • (in)slaapproblemen
  • minder eetlust
  • ongewenste effecten op het gedrag (angst, prikkelbaarheid, soms depressie)
  • hoofdpijn en duizeligheid
  • verhoogde bloeddruk
  • afname van de groei (met ongeveer 1,5 cm)
Andere middelen

Als methylfenidaat niet aanslaat of vervelende bijwerkingen geeft, kunnen ouders en kind in overleg met de behandelaar kiezen voor dexamfetamine, atomoxetine (Strattera®) of clonidine (vooral bij tics).