Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Jeugd-ggz in het voorveld

Meisje lachen op schoot

Kennis en expertise uit de jeugd-ggz is nodig om kinderen en jongeren met psychische problemen snel, passend en zoveel mogelijk dichtbij huis te behandelen. De laatste jaren brengen verschillende initiatieven meer van die kennis naar het voorveld. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie zet varianten van ondersteuning in het voorveld op een rij, en geeft inzicht in de vraagstukken die daarbij komen kijken. Zo leren gemeenten, huisartsen, jeugdprofessionals en anderen van elkaars ervaringen en kunnen zij samen (verder) werken aan ondersteuningsvormen.

Heb je vragen, mis je informatie of heb je een suggestie?
Lees meer over de achtergrond en opzet van dit dossier
Of laat een reactie achter via het formulier onderaan deze pagina.

Meisje lachen op schoot

Op deze pagina

    Array

Lees hoe het anders kan

Positieve ervaringen met de POH-jeugd in Maastricht

Zorgverleners en patiënten zijn blij met de inzet van de POH-jeugd in Maastricht-Heuvelland.

Lees in dit bericht waarom

Een uitwerking van de belangrijkste vraagstukken zie je hieronder.

Heldere doelstellingen

Wat zijn de verwachtingen en doelstellingen van alle betrokken partijen, en in hoeverre worden die doelstellingen behaald? Het is belangrijk dat daar voor iedereen helderheid over bestaat.

Meisje kijkt door vergrootglas

Verschillende partijen kunnen verschillende verwachtingen en doelstellingen hebben bij het organiseren van ondersteuning in het voorveld. Ligt de nadruk op kwaliteitsverbetering, doeltreffendheid of kostenreductie? En is dat voor iedereen helder?

Het doel van alle ondersteuningsvarianten is (specialistische) kennis over jeugdhulp naar het voorveld brengen, om zo psychische problemen tijdig te signaleren en zo mogelijk te behandelen. Vaak vindt er nauwe afstemming plaats met betrokken partijen (zoals gemeenten, zorginstellingen en huisartsen). Met deze initiatieven investeren betrokkenen bovendien in hun partnerschap bij het aanbieden van jeugdhulp. Dit leidt tot gerichtere verwijzingen en soms tot minder verwijzingen naar de specialistische ggz.

Hoe een variant van ondersteuning eruitziet hangt mede af van de behoeften en sturingsfilosofie van een gemeente of jeugdzorgregio. Deze achterliggende behoeften of doelen zijn niet altijd hetzelfde. Soms ligt er vanuit de gemeente een duidelijke behoefte aan (of een opdracht tot) kostenreductie aan de nieuwe manier van werken ten grondslag.

Het is belangrijk om te beseffen dat zo’n kostenreductie misschien wel gerealiseerd kan worden, maar ook dat een kwalitatief beter aanbod meer vraag kan creëren. Huisartsen geven bijvoorbeeld aan dat zij sinds de inzet van een POH-Jeugd veel meer handelingsperspectief zien en dus meer ‘durven’ doorvragen op problemen van kinderen. Wanneer zo de vraag toeneemt, is een kostenreductie niet direct het gevolg. Dar staat de redenatie tegenover dat betere zorg uiteindelijk leidt tot lagere maatschappelijke kosten in brede zin.

Zeker niet overal staat een kostenreductie aan de basis van de nieuwe manier van werken. De sturingsfilosofie kan ook gebaseerd zijn op de wens voor doeltreffende (tijdige en juiste) jeugdhulp, die zorgvuldig is afgestemd op de behoefte. Of met verkorten of overbruggen van wachttijden in het achterhoofd. In sommige regio’s is de verbinding tussen huisartsen en regionale teams versterken een expliciete doelstelling. Het is belangrijk om helder te hebben welke verwachtingen en doelstellingen alle partijen hebben, en deze (tussentijds) te kunnen evalueren.

Ervaringen vanuit de varianten

POH-GGZ Kind & Jeugd Purmerend: “De praktijkondersteuner jeugd is vanuit de inhoud en in nauwe samenwerking tussen gemeente en huisartsen ontstaan. Het doel is om hulp licht en laagdrempelig aan te bieden. Daarnaast is er een financiële doelstelling, namelijk een kostenreductie. Alle betrokken partijen hadden hetzelfde voor ogen, namelijk het belang van het kind en gezin – dit was voor iedereen helder.”

Bekijk deze variant

Extr@Utrecht: “Vanaf het begin heeft de gemeente de pilot vormgegeven samen met professionals en met aanvullende zorg-partijen, basiszorg-partijen en partijen uit de sociale basis (buurtteam, huisartsen en jeugdartsen, SAVE, en onderwijs). Hierdoor worden de doelstellingen ook ervaren als van het veld.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Accare, Molendrift, Karakter en het Kenniscentrum voerden een gezamenlijk onderzoek uit naar de jeugdhulp in de huisartspraktijk, door op grote schaal uniforme gegevens te verzamelen en te analyseren.

Lees meer over het onderzoek naar jeugdhulp bij de huisarts

Inzicht in de context

In elke gemeente of regio zorgen omgevingsfactoren ervoor dat sommige ondersteuningsvormen beter aansluiten dan andere. Begrip van die context is dus belangrijk om de behoefte aan ondersteuning in het voorveld goed in te schatten.

Het is essentieel om de context van de gemeente of regio te begrijpen. Dat maakt een goede analyse mogelijk van de behoefte aan ondersteuning in het voorveld. Dé huisarts bestaat niet, evenmin als hét wijkteam of dé POH-Jeugd. In elke regio spelen factoren mee die zorgen dat sommige vormen van ondersteuning organisatorisch en/of inhoudelijk beter aansluiten dan andere vormen.

Heeft een gemeente of regio bijvoorbeeld wijkteams (gebiedsteams) ingezet, en welke rol hebben die? Wanneer er in elke wijk een team actief is, dan kan de jeugd-ggz-expertise mogelijk toegevoegd worden aan dat team. Daarbij maakt het uit of een wijkteam vooral indiceert en verwijst ,of zelf ook hulp verleent.

Wanneer zo’n wijkteam groot is en een relatief grote afstand tot huisartsen heeft, kan dat meer reden geven een POH-Jeugd toe te voegen aan huisartsenpraktijken. Anders dan wanneer de wijkteams kleinschalig zijn opgezet en nauw contact hebben met huisartsen. In de regio Gooi en Vechtstreek zijn er geen wijkteams; een Consultatie- en Adviesteam verzorgt daar de ggz-ondersteuning in het voorveld. Dit team breidt het takenpakket steeds uit, onder andere op basis van de vraag vanuit het veld.

De gekozen constructies hebben dus grote invloed op de mogelijkheden om de (specialistische) ondersteuning in het voorveld vorm te geven. Maar gemeenten verschillen ook op andere aspecten, bijvoorbeeld veelvoorkomende problematiek of geografische aspecten. Gemeenten vergelijken op inwoneraantal is niet juist, aangezien zij dan nog erg van elkaar kunnen verschillen (denk aan spreiding: dicht- of dunbevolkt), Zulke relevante verschillen worden soms over het hoofd gezien.

Ervaringen vanuit de varianten

POH-GGZ Kind & Jeugd Purmerend: “De gemeentelijke context bepaalt welke manier van werken prettig is. Er zijn in Purmerend verschillende wijken met verschillende soorten problematiek (armoede, opvoedvragen). De zwaarte van de problematiek vraagt andere kennis van de POH’er.”

Bekijk deze variant

CJG Praktijkondersteuner Jeugd regio Kennemerland: “In iedere wijk spelen andere problemen en zijn er andere zorgbehoeften (en verwijzingen).”

Bekijk deze variant

POH-Jeugd regio Maastricht: “Er is een groot verschil tussen gemeenten wat betreft de structuren (team Jeugd of sociaal team). De huisartsen verschillen en (de zwaarte van) de problematiek ook (vechtscheidingen, meisjes die vastlopen in perfectionisme). Er is geen blauwdruk die je in elke gemeente kunt toepassen.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Leidraad consultatie in de kinder- en jeugdpsychiatrie

Deze leidraad geeft kinder- en jeugdpsychiaters handvatten bij het vormgeven van interprofessionele consultatie over de hulp en zorg aan jeugdigen.

Samenwerking

Vertrouwen is essentieel voor een goede samenwerking. Bij een nieuwe relatie tussen professionals is dat er vaak niet meteen: elkaar goed leren kennen kost tijd en energie. Regelmatig contact en een vast aanspreekpunt helpen hierbij.

Goede ondersteuning van het voorveld valt of staat met goede samenwerking. Vertrouwen blijkt daarbij één van de belangrijkste elementen te zijn. Het vertrouwen in elkaar als professionals is echter niet direct aanwezig; kennismaken en elkaar goed leren kennen kost tijd, energie en geld.

In het voorveld werken bijna altijd meerdere partijen samen, zoals huisartsenpraktijken, wijkteams en jeugd-ggz-instellingen. Het thema samenwerking speelt dus bij alle varianten van ondersteuning een belangrijke rol, al kan de mate waarin partijen samenwerken variëren. Huisartsen geven bijvoorbeeld aan dat zij het belangrijk vinden om te weten wie er in een wijkteam werkt, voordat zij hun patiënten naar iemand uit dat team verwijzen.

Het kan helpen als lokale teams de opdracht krijgen om regelmatig actief contact te leggen met huisartsen in de omgeving (als onderdeel van hun takenpakket). Wanneer één contactpersoon namens het team aanspreekpunt is voor huisartsen ontstaat er snel en gemakkelijk onderling contact. Deze contactpersoon kan tegelijkertijd de verbinding verzekeren tussen de medische wereld en het sociale domein.

In een andere vorm kan een POH-Jeugd die verbinding waarborgen. Andersom kan het ontbreken van persoonlijk contact met een wijkteam huisartsen ervan weerhouden naar hen door te verwijzen. Laagdrempelige mogelijkheden voor contact zijn daarom essentieel voor goede ondersteuning in het voorveld. Heldere (werk)afspraken over de samenwerking helpen daarbij.

Ervaringen vanuit de varianten

CJG Praktijkondersteuner Jeugd regio Kennemerland: “We zeggen tegen huisartsen dat het fijn is dat ze een kamer beschikbaar stellen, maar dat het pas echt gaat werken als je samen een kop koffie drinkt. In de praktijken waar dat het minst gebeurt, verloopt de samenwerking moeizamer.”

Bekijk deze variant

Extr@Utrecht: “Goede samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen is een van de belangrijkste succesfactoren van Extr@Utrecht. Dat is ook de reden dat Extr@Utrecht teams bij de buurtteams in hetzelfde gebouw zitten. Die nabijheid wordt van beide kanten erg gewaardeerd. Doordat je elkaar leert kennen, ook bij de gezamenlijke lunch, groeit het vertrouwen in elkaars manier van werken en in de samenwerking loont dit ook.”

Bekijk deze variant

POH-Jeugd regio Maastricht: “De samenwerking is heel belangrijk en wordt gestimuleerd vanuit de functie. De POH heeft heel bewust contact gezocht met de huisartsen om elkaar goed te leren kennen in het begin. Persoonlijk contact heeft een grote meerwaarde. Zo blijf je in het vizier en word je gevonden.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Regie en verantwoordelijkheid

Vaak zijn huisartsen zijn het eerste aanspreekpunt voor gezinnen, in sommige gemeenten ligt de verantwoordelijkheid bij andere zorgverleners. Hoe de rollen ook verdeeld zijn, het is belangrijk dat er voor iedereen duidelijkheid over is.

Huisartsen zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor ouders en hun kinderen (en bij kinderen van 0 tot 4 jaar ook de JGZ). Huisartsen willen graag terugkoppeling ontvangen wanneer zij doorverwijzen naar bijvoorbeeld een wijkteam of een kinder- en jeugdpsychiater, maar dit gebeurt lang niet altijd.

Volgens de Jeugdwet mogen huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten indiceren voor niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp, zoals jeugd-ggz. Gemeenten mogen daar echter ook anderen voor aanwijzen, bijvoorbeeld een wijkteam. De wensen over terugkoppeling zijn verschillend, maar hoe dan ook moet de verwijzer en/of eindverantwoordelijke altijd op de hoogte gebracht worden van het beloop na verwijzing. Dit is belangrijk om de continuïteit van zorg te waarborgen.

In sommige gemeenten is de huisarts eindverantwoordelijk voor de zorg die een ondersteuner (bijvoorbeeld een POH) levert, terwijl die verantwoordelijkheid in andere gemeenten nooit bij de huisarts ligt. De organisatie waar ondersteuners zijn aangesteld draagt juridische verantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld naleving van de AVG. Individuele professionals hebben daarnaast altijd hun eigen beroepscodes en daarmee een eigen professionele verantwoordelijkheid.

Hoe de verantwoordelijkheden en rollen ook geregeld zijn, het is belangrijk dat hierover duidelijkheid is voor alle partijen.

Ervaringen vanuit de varianten

CJG Praktijkondersteuner Jeugd regio Kennemerland: “Iedereen heeft een eigen beroepsverantwoordelijkheid, maar iedereen draagt ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zorg aan de cliënt”

Bekijk deze variant

POH-GGZ Kind & Jeugd Purmerend: “Er vindt niet altijd terugkoppeling plaats vanuit instellingen waarnaar wordt doorverwezen. ‘Daar is wel behoefte aan om zo een patiënt te kunnen volgen en erachter te komen of een hypothese klopt.’ Er moet een slag gemaakt worden op de terugkoppeling, omdat het nuttige informatie oplevert.”

Bekijk deze variant

Extr@Utrecht: “De leden van het Extr@Utrecht team hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Bij twijfel kan je altijd collega’s consulteren maar het is aan jou om dat te organiseren. Bij een aantal mensen die wat minder expertise hebben is er werkbegeleiding georganiseerd.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Betere samenwerking tussen sectoren in de zorg voor de jeugd

Functieprofiel

Er is geen eenduidige profielschets voor ondersteuners in het voorveld. Welke vaardigheden, ervaring en opleiding moeten deze jeugdprofessionals hebben? Is een algemeen profiel wel mogelijk of wenselijk in dit gevarieerde werkveld?

Het E-healthjeugdnetwerk biedt overzicht van e-health voor de jeugd-ggz

De eisen aan ondersteuners in het voorveld lopen uiteen. Verschillen bestaan tussen varianten van ondersteuning, maar ook binnen een variant worden verschillende voorwaarden gesteld aan de vaardigheden, ervaring en opleiding van een professional.

Er is dus geen eenduidige, goed onderbouwde profielschets van ondersteuners voor jeugd (van de POH-GGZ voor volwassenen is die er bijvoorbeeld wel). Het is de vraag of het wel mogelijk of wenselijk is om een algemeen profiel op te stellen, gezien de variatie van contexten waarin ondersteuners werken. In zo’n algemene beschrijving zouden die verschillen in context in ieder geval expliciet ruimte moeten krijgen.

De invulling van een functieprofiel hangt onder meer af van de behoeften in een wijk. Een ervaren verpleegkundige kan in de ene wijk een geschikte praktijkondersteuner zijn, terwijl er in een andere wijk meer behoefte is aan een specialist (zoals een gedragsdeskundige) vanwege specifieke veelvoorkomende problematiek. Het maakt ook uit of de ondersteuner af en toe extra expertise in kan schakelen.

Soms verbindt de ondersteuner verschillende partijen in het jeugddomein: huisartsen, wijkteams, gemeenten, JGZ, school, en zo voort. Die verbindende taak is soms expliciet benoemd, en sommige ondersteuners werken zowel bij de huisarts als bij het lokale team. Elders ligt de nadruk veel meer op laagdrempelige hulp en ondersteuning van huisartsen.

Opleidingsniveau en expertise van kan voor huisartsen een belangrijk punt zijn. Het is goed om hier vooraf duidelijkheid over te hebben. Het is raadzaam dat betrokken partijen (zoals huisartsen en gemeenten) samen het profiel formuleren en kandidaten werven. Ongeacht de vorm waarin de ondersteuner werkt is het waardevol om intervisie te organiseren of faciliteren, zeker in de eerste periode.

Ervaringen vanuit de varianten

CJG Praktijkondersteuner Jeugd regio Kennemerland: “Vanuit een werkgroep POH-Jeugd is een functieprofiel opgesteld. Een van de punten hieruit is dat de functie een combinatiefunctie moet zijn van verschillende werkzaamheden. De gedragswetenschappers hebben primair drie taken als praktijkondersteuners: werkbegeleiding geven aan teams, POH-Jeugd taken en losse klussen zoals beleidsontwikkeling of implementatie van richtlijnen.”

Bekijk deze variant

POH-GGZ Kind & Jeugd Purmerend: “Er is niet zoveel behoefte aan een uitgeschreven functieprofiel, juist omdat er verschillende praktijken zijn met verschillende wensen. Het enige knelpunt in de praktijk is hoeveel je zelf als POH-Jeugd doet en wanneer je doorverwijst naar anderen, maar het is de vraag of een functieprofiel daar antwoord op geeft.”

Bekijk deze variant

Specialistische Ondersteuner in de Huisartsenpraktijk (SOH): “Vanuit Karakter is een functieprofiel opgesteld. Een voorwaarde voor de SOH is dat deze ook werkzaam is in de tweede lijn, bijvoorbeeld bij Karakter.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Financiering en juridische kaders

Wie is er verantwoordelijk voor de kosten wanneer er bijvoorbeeld een POH-jeugd in een huisartsenpraktijk plaatsneemt? En bij meerdere financiers (gemeente en instelling): wie stuurt dan formeel aan?

Telraam

Een vraagstuk dat leeft betreft de financiering van de ondersteunende zorg in het voorveld. Waar gewerkt wordt op het snijvlak van jeugdhulp en huisartsenzorg is dat niet bij voorbaat een uitgemaakte zaak.

Wie is er verantwoordelijk voor de kosten wanneer er bijvoorbeeld een POH-Jeugd in een huisartsenpraktijk plaatsneemt? De gemeente of jeugdhulpregio (vanuit de jeugdwet), of de zorgverzekeraar (huisartsenzorg)? En bij meerdere financiers, zoals een gemeente en instelling: wie stuurt er dan formeel aan? In sommige gevallen is er een vergoeding vanuit de gemeente voor huisartsen die een POH-Jeugd aanstellen. Elders wordt de POH-Jeugd bij een regionale ondersteuningsstructuur (ROS) aangesteld. Andere vormen van ondersteuning worden vaak door een gemeente gefinancierd, of via een verdeelsleutel door meerdere gemeenten.

Voor een goede inbedding van de ondersteuning in het voorveld moeten ook zaken als privacy, gegevensuitwisseling (secure e-mail, overleg en inzage in gegevens) en aansprakelijkheid aandacht krijgen. Wie is er aansprakelijk bij detachering van een gedragsdeskundige, en in andere creatieve constructies? Is er een klachtenregeling? Dergelijke kaders zorgvuldig overwegen is belangrijk.

Ervaringen uit de varianten

Extr@Utrecht: “De pilot Extr@Utrecht is geen rechtspersoon maar is een samenwerkingsverband. De leden van het Extr@team blijven in dienst van hun oorspronkelijke instellingen. De instellingen worden gefinancierd vanuit de gemeente Utrecht. Vrijgevestigden worden rechtstreeks gecontracteerd.”

Bekijk deze variant

CJG Praktijkondersteuner Jeugd regio Kennemerland: “Iedereen heeft een eigen beroepsverantwoordelijkheid, maar iedereen draagt ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zorg aan de cliënt.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Meerwaarde van een jeugdprofessional bij de huisarts

Dossiervorming en logistiek

Gemeentelijke instellingen, huisartsen, wijkteams en andere organisatie werken met verschillende dossiers. Voor ondersteuners moeten afspraken over inzage en uitwisseling vaak beter worden geregeld.

Vrouw bekijkt dossier

Het werk van ondersteuners in het voorveld brengt praktisch werkzame randvoorwaarden met zich mee. Denk aan fysieke werkruimte en toegang tot patiëntendossiers.

Professionals registreren hun werkzaamheden systematisch, onder andere om de voortgang bij te houden. Maar ondersteuners kunnen in dienst zijn bij verschillende organisaties: een gemeentelijke instelling, een huisartsenpraktijk, een opzichzelfstaand wijkteam of bijvoorbeeld een regionale ondersteuningsstructuur (ROS). Hij of zij werkt dan in verschillende dossiers. Afspraken over inzage en uitwisseling moeten dan goed worden vastgelegd, met zorgvuldige privacywaarborging voor de betreffende cliënten. In de praktijk is er vaak sprake van bureaucratie en van structuren die hiervoor niet optimaal zijn ingericht.

Ook heldere afspraken over logistieke zaken zijn belangrijk, zoals een werkplek voor een ondersteuner. Kan deze bijvoorbeeld een spreekuur houden bij de huisarts, of heeft de praktijk daar feitelijk geen ruimte voor?

Ervaringen uit de varianten

POH-Jeugd regio Maastricht: “De ICT-systemen liepen achter, maar inmiddels is er een nieuw systeem waarin de POH-jeugd registreert, dat gekoppeld is aan het HIS (huisartsensysteem). De huisartsen kunnen zo volgen wat er gebeurt bij de POH-jeugd. Er is daarnaast telefonisch overleg om te sparren als dat nodig is. Sommige praktijken bieden de POH-jeugd toegang tot het HIS, maar dit gebeurt niet standaard. […]

Er zijn veel zaken die speciaal ingeregeld moeten worden voor de POH-jeugd, vanwege de uitzonderingspositie. Dit maakt dat processen vertraagd werken.”

Bekijk deze variant

Extr@Utrecht: “Er wordt gewerkt met Jouw Omgeving. Het dossier is van de cliënt. Hij/zij bepaalt wie er inzage in heeft, en op welk dee.l Alles wat je opschrijft komt in dat dossier terecht. Dit is positief en soms ook best ingewikkeld want dat vraagt scherpheid van de hulpverlener op wat hij/zij opschrijft.

De Extr@teams zijn gehuisvest in locaties waar ook het buurtteam of CJG gehuisvest is. Dit bevordert de samenwerking. Alleen het team van Vleuten heeft nog geen ruimte; zij werken vooralsnog vanuit Leidsche Rijn.”

Bekijk deze variant

Terug naar boven

Wat vinden jongeren en ouders?

De ervaringen van jongeren en ouders met de verschillende varianten van ondersteuning geven een beeld van wat voor hen belangrijke onderwerpen zijn. Laagdrempelig contact, vertrouwen en praktische adviezen zijn daar voorbeelden van.

Ervaringen van jongeren en ouders uit verschillende bronnen geven weer wat voor hen belangrijke onderwerpen zijn bij verschillende varianten van ondersteuning in het voorveld. Het verdient aanbeveling om deze punten ter harte te nemen:

  • Jongeren en ouders waarderen laagdrempelig contact en flexibiliteit: een ondersteuner die snel reageert, snel beschikbaar en dichtbij is, indien wenselijk op een andere locatie (zoals thuis of op school). Het is prettig als contact ook buiten kantooruren kan plaatsvinden en na sluiting van het dossier. Zo wordt de ondersteuner iemand op wie je ook later nog terug kan vallen. Laagdrempelig is ook: geholpen worden zonder gebruik van labels en ggz-classificaties.
  • Vertrouwen is belangrijk, net als een goede klik met de ondersteuner. Wat draagt daaraan bij? Een ondersteuner die goed luistert, moeite voor je doet, zorgt dat je je echt gehoord voelt. En dat er ruimte en tijd is om je verhaal te doen. In het geval van een POH kan het feit dat deze een soort verlengstuk van de huisarts is vertrouwen geven.
  • Jongeren en ouders vinden het belangrijk dat zij worden betrokken bij het maken van keuzes, en zorgvuldig worden ingelicht over procedures en wachttijden.
  • Jongeren en ouders waarderen zorg die goed aansluit bij wat er op dat moment speelt, en waarmee je een stap verder komt. Concrete praktische adviezen worden daarbij gewaardeerd.
Terug naar boven

Ervaringen in de praktijk

Onderzoek naar de inzet van expertise uit de jeugd-ggz in het voorveld wijst erop dat dit een gunstig effect heeft op de hulpverlening. De afgelopen jaren verschenen verschillende rapporten over de inzet van de POH-jeugd bij huisartsenpraktijken. Daaruit blijkt dat de samenwerking tussen het overgrote deel van zorgpartners rondom de kinderen en jongeren is verbeterd. Verder bleek de tevredenheid van jongeren en ouders over de kundige hulp hoog. Vooral de laagdrempeligheid en snellere toegang tot (specialistische) kennis bevalt goed.

  • Het onderzoeksrapport Jeugdhulp bij de huisarts: Onderzoek naar inzet en effect van de Praktijkondersteuner Jeugd (Spijk-de-Jonge et al., 2019) doet aanbevelingen om de functie als POH-jeugd verder te ontwikkelen. Een van de aanbevelingen beschrijft dat een POH-jeugd moet beschikken over de juiste competenties om een juiste doorverwijzing te laten plaatsvinden. Lees verder in het nieuwsbericht (Hoe) werkt jeugdhulp bij de huisarts?
  • Een vijfjarige pilot in Zuid-Limburg beschreven in het rapport POH-jeugd in Maastricht-Heuvelland – Resultaten 2016-2020 laat zien dat de inzet van praktijkondersteuners leidt tot betere regionale samenwerking, betere triage in de huisartsenpraktijk en tevreden patiënten.
  • Het Rapport Stelsel in groei: Een onderzoek naar financiële tekorten in de jeugdzorg (Andersson Elffers Felix, december 2020) adviseert gemeenten om de invoering van een POH-jeugd te overwegen. Het kan namelijk een grote potentiële besparing met zich meebrengen. Wel is het van belang om te investeren in goede relaties met de relevante partijen (huisartsen), gezien de grote afhankelijkheid van hun medewerking.
  • De notitie Wijkteams en praktijkondersteuners in de jeugdzorg (CPB, december 2020) legt uit dat de inzet van wijkteams of praktijkondersteuners bij de huisarts (POH’s) nog niet leidt tot een vermindering van het aantal kinderen in gespecialiseerde tweedelijnsjeugdzorg. Toch wil dit niet zeggen dat de inzet van wijkteams of POH’s geen maatschappelijke waarde heeft. Mogelijk worden kinderen doorverwezen naar beter passende specialistische zorg. Of wordt het effect pas de komende jaren zichtbaar.
Terug naar boven

Vragen over dit project?

Neem dan contact op met Saskia Gomez-Liefting via s.liefting@kenniscentrum-kjp.nl.

Saskia Gomez-Liefting