Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Basic Trust

behandelmethode Basic Trust

Basic Trust is een kortdurende behandeling voor kinderen van 0-18 jaar met gedrags- en/of emotionele problemen en hun opvoeders, waarbij tevens sprake is van problemen in de gehechtheidsrelatie.

Doelgroep

De Basic Trustmethode richt zich op kinderen van 0-18 jaar met gedrags- en/of emotionele problemen volgens de CBCL (Achenbach, 2001) en hun opvoeders in gezinnen of in (semi-)residentiële voorzieningen, waarbij tevens sprake is van problemen in de gehechtheidsrelatie, ofwel een tekort aan basisvertrouwen, volgens de AISI (Attachment Insecurity Screening Inventory) 2-5 jaar, AISI 6-12 jaar en GIH (Globale Indicatielijst Hechting) 13-18 jaar. In veel gevallen zitten opvoeders en kind eveneens vast in een ‘coërcieve cirkel’.
De opvoeders vormen de intermediaire doelgroep.

Doel

Het hoofddoel van de Basic Trustmethode is afname van gedrags- en/of emotionele problemen van het kind.

De intermediaire doelen zijn:

  • het kind heeft een veilige gehechtheidsrelatie met de opvoeders, ofwel basisvertrouwen.
  • opvoeders zijn extra sensitief en mind-minded.
  • opvoeders zijn in staat veilig te disciplineren.

Subdoelen voor de opvoeders zijn:

  • De opvoeder heeft inzicht in de achtergrond van het gedrag van het kind en kan reflecteren op het gedrag van het kind.
  • De opvoeder is in staat de communicatievaardigheden, met name het benoemen volgens de gestelde criteria, toe te passen in de thuissituatie of situatie in de groep. Tevens kan de opvoeder de gevoelens van het kind non-verbaal ‘spiegelen’.
  • De opvoeder kan bij ongehoorzaam gedrag het kind benoemen en positief voorzeggen en bij gedragsexcessen disciplineringsmethoden toepassen die het kind niet als afwijzend ervaart.

Subdoelen voor het kind zijn:

  • Het kind is in staat zijn omgeving zelfstandig te ontdekken en houdt daarbij contact met de opvoeder.
  • Het kind is in staat de opvoeder als bron van troost en ontspanning te ervaren.
  • Het kind kent zijn of haar gevoelens beter en kan deze beter reguleren (zelfregulatie).
  • Het sociaal functioneren van het kind verbetert.

Aantal sessies

Gemiddeld 10 (inclusief video-opnamesessies)

Vorm

De vorm is videofeedback.

Specificaties) uitvoerende(n)

Minimaal HBO-niveau (organisatie Basic Trust WO-niveau met registratie)

Voorbereiding

Uitwerking vragenlijsten, analyse video-opnamen

Kosten

€ 80 per sessie

Onderbouwing en theoretische verantwoording

Onderzoeksgegevens over de stoornis

Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer 35% van de kinderen uit de algemene bevolking onveilig gehecht is, waarvan 15 tot 28% gedesorganiseerd gehechtheid. In suboptimale sociale contexten (e.g. lage SES) en in klinische groepen (e.g. depressieve opvoeders) kan dit percentage twee tot drie keer hoger zijn (Van IJzendoorn et al, 1999). Bij groepen kinderen die extreem veel risico lopen, zoals mishandelde of verwaarloosde kinderen, kan het percentage zelfs oplopen tot 93% (Van den Dries et al, 2009). Er is onderzoek gedaan waaruit blijkt dat in residentiële voorzieningen 73 tot 93% van alle kinderen gedesorganiseerd gehecht is (Van den Dries et al, 2009). Met name in de gedesorganiseerde categorie komen de meeste kinderen voor met problematisch gedrag. Er is veel overlap tussen de DSM-diagnose Reactieve Hechtingsstoornis en gedesorganiseerde hechting. In de literatuur is onvoldoende consensus over de precieze definiëring van problematische gehechtheid.
Onderzoeksgegevens over de behandeling van de stoornis (zo mogelijk follow-up gegevens).

De Basic Trustmethode is door Polderman (1998) ontwikkeld op basis van de bestaande Video Home Training (VHT) (Dekker & Biemans, 1994). De hulpverlening bestaat uit gemiddeld tien sessies, waarvan vijf video-opnamesessies en vijf terugkijksessies, die de behandelaar volgens een vaststaande behandelmethode uitvoert, met inachtneming van individuele verschillen bij opvoeders en kinderen.

Een pilotstudy met een experimentele groep (N=5) en een controlegroep (N=5) bij pleegkinderen laat positieve effecten zien op de sensitiviteit van de pleegmoeder en op het gehechtheidsgedrag van het kind. Tevens is er een sterke afname van storend/interfererend gedrag van pleegmoeder. Een veranderingsonderzoek (N=20) laat een afname van gedrags- en/of emotionele problematiek bij het kind zien en tevens positieve effecten op de gehechtheid van het kind, met name op gedesorganiseerde gehechtheid, en een toename van de veiligheid in de moeder-kindrelatie.

Beschrijving van de toegepaste technieken en strategieën

De methode omvat specifieke instructies voor opvoeders. Belangrijke onderdelen in de Basic Trustmethode zijn psycho-educatie over de dynamiek achter de symptomen en op gehechtheid gerichte opvoedingsadviezen. Met name specifieke communicatievaardigheden die opvoeders in het contact met het kind hanteren staan centraal. Tevens besteedt de behandelemthode veel aandacht besteed aan het ‘veilig disciplineren’ teneinde te bereiken dat opvoeders en kind uit de ‘coërcieve cirkel’ stappen. Vermelding factoren die het therapie-effect beïnvloeden / voorspellen. Wat zijn de werkzame wetenschappelijk onderbouwde elementen?

  • leeftijd kind (hoe jonger hoe sneller het resultaat)
  • gehechtheidsrepresentatie opvoeders (naarmate opvoeders een ‘autonome gehechtheidsrepresentatie’ hebben, zijn de resultaten beter)
  • geschiedenis kind

Bij onderzoek gegevens onderscheid gemaakt tussen internationale en nationale gegevens?

Niet van toepassing: er zijn geen internationale gegevens.

Verzorging van de behandelmethode

Het materiaal is goed verzorgd, heldere hoofdstukindeling, vlot leesbaar, bijgevoegde CD-rom met werkbladen.

Doelgroep

De Basic Trustmethode richt zich op kinderen van 0 t/m 18 jaar* met gedrags- en/of emotionele problemen volgens de CBCL (Achenbach, 2001) en hun opvoeders in gezinnen of in (semi-)residentiële voorzieningen. Daarbij is tevens sprake is van problemen in de gehechtheidsrelatie, ofwel een tekort aan basisvertrouwen, volgens de AISI (Attachment Insecurity Screening Inventory) 2-5 jaar, AISI 6-12 jaar en GIH (Globale Indicatielijst Hechting) 13-18 jaar. In veel gevallen zitten opvoeders en kind eveneens vast in een ‘coërcieve cirkel’. De opvoeders vormen de intermediaire doelgroep.
*De versie voor 2-12 jaar is door het NJI erkend als ‘goed onderbouwd’.

Doel

Het hoofddoel van de Basic Trustmethode is afname van gedrags- en/of emotionele problemen van het kind. De intermediaire doelen zijn:

  • het kind heeft een veilige gehechtheidsrelatie met de opvoeders, ofwel basisvertrouwen.
  • opvoeders zijn extra sensitief en mind-minded.
  • opvoeders zijn in staat veilig te disciplineren.

Subdoelen voor de opvoeders zijn:

  • De opvoeder heeft inzicht in de achtergrond van het gedrag van het kind en kan reflecteren op het gedrag van het kind.
  • De opvoeder is in staat de communicatievaardigheden, met name het benoemen volgens de gestelde criteria, toe te passen in de thuissituatie of situatie in de groep. Tevens kan de opvoeder de gevoelens van het kind non-verbaal ‘spiegelen’.
  • De opvoeder kan bij ongehoorzaam gedrag het kind benoemen en positief voorzeggen en bij gedragsexcessen disciplineringsmethoden toepassen die door het kind niet als afwijzend worden ervaren.

Subdoelen voor het kind zijn:

  • Het kind is in staat zijn omgeving zelfstandig te ontdekken en houdt daarbij contact met de opvoeder.
  • Het kind is in staat de opvoeder als bron van troost en ontspanning te ervaren.
  • Het kind kent zijn of haar gevoelens beter en kan deze beter reguleren (zelfregulatie).
  • Het sociaal functioneren van het kind verbetert.

Aantal sessies

De hulpverlening bestaat uit gemiddeld acht sessies, waarvan vier video- opnamesessies en vier terugkijksessies, die volgens een vaststaand protocol worden uitgevoerd, met inachtneming van individuele verschillen bij opvoeders en kinderen

Vorm

De Basic Trustmethode is door Polderman (1998) ontwikkeld op basis van de bestaande Video Home Training (VHT) (Dekker & Biemans, 1994). De methode omvat specifieke instructies voor opvoeders. Belangrijke onderdelen in de Basic Trustmethode zijn psycho-educatie over de dynamiek achter de symptomen en op gehechtheid gerichte opvoedingsadviezen. Met name specifieke communicatievaardigheden die opvoeders in het contact met het kind hanteren staan centraal. Tevens wordt veel aandacht besteed aan het ‘veilig disciplineren’ teneinde te bereiken dat opvoeders en kind uit de ‘coërcieve cirkel’ stappen.
De Basic Trustmethode wordt meestal in (pleeg)gezinnen toegepast, als op zichzelf staand traject of als module in een multimodaal pakket. Ook wordt de methode toegepast als module voor professionele opvoeders in (semi-)residentiële voorzieningen. Tienermoeders, opgenomen in een moeder-kindvoorziening, worden eveneens begeleid met de Basic Trustmethode. Bij leerkrachten op basisscholen wordt de Basic Trustmethode toegepast als aanvulling op de begeleiding van het gezin van het betreffende kind.

Uitvoerenden

De Basic Trust Methode kan alleen worden uitgevoerd door hulpverleners met een certificaat, dat een deelcertificaat is van de Associatie Intensieve Thuisbehandeling.

Voorbereiding

Voor hulpverleners die opgeleid worden voor het uitvoeren van de Basic Trustmethode is minimaal een HBO-opleiding vereist.
De individuele praktijkopleiding start met de 3-daagse basistraining ‘Hechting en Video Interactie Begeleiding/Basic Trustmethode’. Deze wordt aangeboden door Pro Education in Amsterdam samen met Basic Trust. Daarnaast biedt Basic Trust deze training incompany aan. De deelnemer dient op de eerste trainingsdag een video-opname in te brengen van een kind met hechtingsproblematiek in zijn opvoedingssituatie. Bovendien moet de deelnemer de mogelijkheid hebben om voor de derde bijeenkomst een vervolgopname te verzorgen. De praktische onderdelen van de training wisselen af met blokjes theorie.
Basic Trust verzorgt vervolgens de individuele praktijkopleiding voor de Basic Trustmethode Deze heeft als doel om als hulpverlener zelfstandig een begeleidingstraject uit te kunnen voeren bij opvoeders met kinderen met een tekort aan basisvertrouwen ofwel hechtingsproblematiek. De opleiding leidt tot het AIT -certificaat ‘Video Interactie Begeleiding Hechting/Basic Trustmethode’.
De opleiding bestaat uit ca. 20 individuele sessies van één tot anderhalf uur. De duur van de opleiding bedraagt meestal één tot anderhalf jaar. De sessies zijn gemiddeld één keer per drie weken, bij de opleider van Basic Trust.

Kosten

€ 80 per sessie

behandelmethode Basic Trust

Auteur: Nelleke Polderman

Auteur: Nelleke Polderman