GTS kent een relatief gunstige natuurlijke prognose: uit longitudinaal onderzoek is duidelijk geworden dat vanaf de adolescentie of vroeg volwassen leeftijd in de regel een duidelijke reductie van de ernst van de tics optreedt. Zelfs is het zo dat de tics bij een deel van de kinderen met GTS op jong volwassen leeftijd vrijwel geheel zijn verbleekt. Dit neemt niet weg dat er patiënten zijn bij wie levenslang sprake is van soms ernstige tics. Daarnaast wordt de prognose niet zozeer bepaald door de aanwezigheid van tics of de ernst van de tic, maar door de aanwezigheid van bijkomende problemen en stoornissen (Cath et al, 2011). TagsPrognose