Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Opvang en behandeling van slachtoffers

Slachtoffers van mensenhandel of seksuele uitbuiting moeten de juiste hulp krijgen. Vaak zijn ze getraumatiseerd en hebben allereerst medische hulp en een veilige omgeving nodig. In de periode daarna worden slachtoffers stap-voor-stap weer voorbereid en begeleid bij het oppakken van hun gewone leven. Behandeling is er ook op gericht te voorkomen dat meisjes opnieuw slachtoffer van een mensenhandelaar worden.

Gespecialiseerde hulp

Niet elke organisatie kan slachtoffers van mensenhandelaren en seksuele uitbuiters opvangen. Vaak is er sprake van complexe problematiek, die vraagt om gespecialiseerde hulp. Er zijn verschillende voorwaarden verbonden aan het bieden van hulp aan slachtoffers van mensenhandel. De Inspectie Jeugdzorg controleert of instellingen bevoegd zijn om slachtoffers van seksuele uitbuiting hulp te bieden.

Er zijn diverse jeugdhulporganisaties die gespecialiseerde hulp bieden.

Het zorgprogramma Asja van Fier is een sterk gestructureerd 7×24 uursprogramma voor meisjes van 12 tot 23 jaar die via een seksuele uitbuiter in de prostitutie terecht zijn gekomen of die het risico lopen daarin te belanden. Deze interventie is opgenomen in de Databank effectieve jeugdinterventies als ‘goed onderbouwd’. Andere beschrijvingen van interventies, zoals Fides van de Rading en Roffa van Horizon, zijn op dit moment in ontwikkeling.

Kernelementen effectieve opvang en behandeling

Wat de meest effectieve opvang- en behandelmethode is, is niet eenduidig te zeggen. Er wordt nog veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van behandelingen, waar het onderzoek van ZonMw over succesvolle trajectbehandeling een voorbeeld van is. Verder is op dit moment het advies van de Commissie Azough een belangrijke leidraad. De commissie heeft een aantal kernelementen geformuleerd die cruciaal zijn voor de opvang en behandeling van slachtoffers van mensenhandel of seksuele uitbuiting. Deze zijn gebaseerd op ervaringen uit de praktijk. De kernelementen komen terug in het ‘Kwaliteitskader voor jeugdhulporganisaties die gespecialiseerde opvang en hulp bieden aan meisjesslachtoffers van mensenhandel/seksuele uitbuiting‘.

Eén van de aanbevelingen van de stuurgroep onder leiding van Azough (2017) gaat over het hanteren van diverse kwaliteitskaders met betrekking tot seksuele ontwikkeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij beveelt aan dat zorg-, strafrecht-, onderwijsorganisaties, brancheverenigingen en kennisinstituten de elementen uit het Basispakket preventie seksueel grensoverschrijdend gedrag en bevorderen gezonde seksuele ontwikkeling (VOBC), kwaliteitskader Voorkomen seksueel misbruik (cie. Rouvoet) en het kwaliteitskader Aanpak voorkomen loverboyslachtoffers (cie. Azough) hanteren.

Praten over seks en nare seksuele ervaringen

Praten met jongeren over seks en over nare seksuele ervaringen is niet gemakkelijk maar zeer belangrijk: meegemaakt seksueel misbruik en een onbehandelde posttraumatische stressklachten (waaronder PTSS) houden de problematiek immers in stand. Het is belangrijk om aan jongeren te vragen of ze iets naars hebben meegemaakt (online en offline). Lees hier meer over in de Handreiking ‘Hoe was jouw dag op internet?’.

De MerelvanGroningen (MVG) Foundation speelt een mooie rol bij het bieden van een luisterend oor aan slachtoffers van seksuele uitbuiting. Deze foundation biedt opleidingen aan voor ervaringscoaches, zodat zij vanuit hun eigen ervaring, kennis en kunde slachtoffers kunnen begeleiden. Ze spreken de taal van het slachtoffer en krijgen bij de opleiding een breed theoretisch kader aangereikt. De ervaringscoaches hebben verder een onafhankelijke positie, want ze zitten niet in een hulpverleningsteam. Zo kunnen zij naast het slachtoffer staan. Lees meer over de MVG Foundation

Jeugdzorg Nederland heeft met de Vereniging Hogescholen (voorheen HBO-raad) afgesproken om voor de Jeugdzorgwerker een specifieke themacompetentie ‘seksuele ontwikkeling’ te ontwikkelen. Het waarborgen van een gezonde seksuele ontwikkeling, het kunnen signaleren van een afwijkende seksuele ontwikkeling en het handelen bij seksueel risicogedrag en misbruik staat centraal in de themacompetentie. Deze themacompetentie krijgt zijn plaats in het competentieprofiel Jeugdzorgwerker en in het uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker dat het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs (HSAO) hanteert.

Traumabehandeling

Voor het behandelen van PTSS is een effectief bewezen therapie nodig die specifiek gericht is op de traumaklachten. EMDR en cognitieve gedragstherapie zijn momenteel de best onderzochte en meest effectieve behandelvormen. De behandeling zorgt ervoor dat de stressklachten afnemen en verkleint de kans dat de jongere op een later moment opnieuw slachtoffer wordt.

Specifieke op trauma gerichte cognitief-gedragstherapeutische methoden zijn TF-CBT, WRITE Junior en de Horizonmethodiek. Behandeling levert het beste resultaat op wanneer de thuis-/ woonsituatie veilig en stabiel is. Wanneer dat niet het geval is, kiezen behandelaren soms eerst voor een fasegerichte therapie, voordat de concrete traumaklachten behandeld worden.

Meer informatie over de behandeling van:

Diagnostiek en behandeling bij slachtoffers met een LVB

Jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) lopen minimaal vier keer meer kans op het meemaken van seksueel geweld dan anderen. Ook maken zij meer ernstige en herhalende vormen van seksueel misbruik mee. Bovendien lopen zij, onder andere door toedoen van beperkte cognitieve en adaptieve vaardigheden, een verhoogde kans op het ontwikkelen van een PTSS na een potentieel traumatische gebeurtenis. In de praktijk zien we dat jongeren met een LVB en vroegkinderlijke traumatische ervaringen en (onbehandeld) seksueel trauma een aanzienlijke kans lopen om (meermaals of chronisch) in de greep van een mensenhandelaar te komen.

In je (diagnostische) gesprekken met jongeren met een LVB helpt het om zo concreet mogelijk te zijn.

Ga na of jongeren met een nare seksuele ervaring daar last van hebben, bijvoorbeeld in de vorm van herbelevingen of moeite met slapen. Er zijn verschillende screeningsinstrumenten voor PTSS beschikbaar, waaronder screeningsinstrumenten die geschikt zijn voor jongeren met een LVB.

Gebruik bij voorkeur diagnostisch materiaal dat geschikt is voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Raadpleeg de Richtlijn Diagnostisch Onderzoek LVB voor het doen van goed diagnostisch onderzoek bij mensen met een LVB. In deze richtlijn staan ook aanbevelingen voor de afname van diagnostische instrumenten die niet speciaal ontwikkeld en gevalideerd zijn voor mensen met een LVB.

Jongeren, ook jongeren met een LVB, kunnen profiteren van een traumabehandeling zoals EMDR. De behandeling dient afgestemd te worden op de aanwezige LVB. Raadpleeg de Richtlijn Effectieve Interventies LVB voor het uitvoeren van interventies voor jeugdigen met een LVB. De hierin gepresenteerde aanbevelingen dragen bij aan een zo positief mogelijk behandelresultaat.

Kijk op de website van het Nederlands Jeugdinstituut voor aandachtspunten bij melden met betrekking tot nazorg.