A. Herhaalde regurgitatie van voedsel gedurende een periode van ten minste één maand. Het geregurgiteerde voedsel kan opnieuw worden gekauwd, of worden ingeslikt en uitgespuugd. B. De herhaalde regurgitatie kan niet worden toegeschreven aan een samenhangende gastro-intestinale of andere somatische aandoening (zoals gastro-oesofageale reflux of pylorus stenose). C. De stoornis treedt niet uitsluitend op in het beloop van Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa, een eetbuistoornis of een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. D. Indien de symptomen optreden binnen de context van een andere psychische stoornis (zoals een verstandelijke beperking of een andere neurobiologische ontwikkelingsstoornis), zijn deze ernstig genoeg om afzonderlijke aandacht te rechtvaardigen. In de differentiaal diagnostiek is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de ruminatiestoornis, en andere oorzaken van reflux of braken (zoals bijvoorbeeld een hiatus hernia). Wel of niet classificeren: hoe maak je een goede afweging? Professionals hebben vaak met dit dilemma te maken. Vooral als je werkt met kinderen en jongeren die nog in ontwikkeling zijn. Om deze afweging goed te kunnen maken, heb je kennis nodig over het verschil tussen diagnose en classificatie, en over het nut en de risico’s van classificaties. En als je besluit om niet te classificeren, welke alternatieven kun je dan inzetten? Lees hier meer over hoe je een goede afweging maakt tussen wel of niet classificeren. Online scholing DSM-5 Accare: Voedings- en eetstoornissen TagsBehandeling Praktijkstandaard