A. Herhaalde regurgitatie van voedsel gedurende een periode van ten minste één maand. Het geregurgiteerde voedsel kan opnieuw worden gekauwd, of worden ingeslikt en uitgespuugd. B. De herhaalde regurgitatie kan niet worden toegeschreven aan een samenhangende gastro-intestinale of andere somatische aandoening (zoals gastro-oesofageale reflux of pylorus stenose). C. De stoornis treedt niet uitsluitend op in het beloop van Anorexia Nervosa, Boulimia Nervosa, een eetbuistoornis of een vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. D. Indien de symptomen optreden binnen de context van een andere psychische stoornis (zoals een verstandelijke beperking of een andere neurobiologische ontwikkelingsstoornis), zijn deze ernstig genoeg om afzonderlijke aandacht te rechtvaardigen. In de differentiaal diagnostiek is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de ruminatiestoornis, en andere oorzaken van reflux of braken (zoals bijvoorbeeld een hiatus hernia). Online scholing DSM-5 Accare: Voedings- en eetstoornissen TagsBehandeling Praktijkstandaard