Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Beloop en prognose

Bij de ontwikkeling van psychoses worden drie fasen onderscheiden: de premorbide fase, de prodromale fase en de acute fase. Deze worden hieronder kort beschreven.

Premorbide fase

De premorbide fase is het oorspronkelijke niveau van functioneren. In deze fase valt op dat kinderen en jongeren met een eerste psychose voor het 18e levensjaar meer ontwikkelingsproblemen laten zien, dan jongeren die de eerste verschijnselen van schizofrenie ontwikkelen op volwassenenleeftijd. Met name bij Early Onset Schizophrenia (EOS) zijn er meer premorbide ontwikkelingsproblemen, vooral taal- en spraakproblemen, maar ook problemen op het gebied van motoriek, sociale vaardigheden en cognitie (Arango et al., 2013; Horton et al., 2015; Díaz-Caneja et al., 2015; Raballo et al., 2018).

Prodromale fase

De prodromale fase is de fase voorafgaand aan de psychose, waarin symptomen langzaam zichtbaar worden. Indien deze fase al begonnen is op de kinderleeftijd dan is er vaker sprake van een sluipend begin dan een acuut begin, in vergelijking met schizofrenie aanvangend in de adolescentie (Ropcke & Eggers, 2005).
Bij kinderen en adolescenten met een vroege manifestatie van psychose en schizofrenie wordt de prodromale periode gekenmerkt door verslechtering in functioneren. De prodromale periode omvat negatieve symptomen zoals concentratie- en geheugenproblemen, ongewoon of ongebruikelijk gedrag en ideeën, achteruitgang in schoolse vaardigheden, sociale terugtrekking, gedesorganiseerd en/of ongewoon gedrag, toenemende moeilijkheid om dagelijkse taken uit te voeren, afname in zelfverzorging, bizarre eetgewoontes en hygiëne, verandering in affect, gebrek aan impulsbeheersing, vijandigheid, agressie en lusteloosheid (Masi et al., 2006). De prodromale fase kan variëren in duur, maar duurt gemiddeld 21.6 maanden (Powers et al., 2020). Een kortere prodromale duur is vaak het geval wanneer er sprake is van vroege detectie (Powers et al., 2020).

De aanwezigheid van affectieve stoornissen, zoals stemming- en angststoornissen, kunnen in de adolescentie een voorspeller zijn van een psychotische stoornis (NICE, 2013; Van Os & Kapur, 2009).

Acute fase

De acute fase is de periode waarin de positieve psychotische symptomen op de voorgrond treden, zoals hallucinaties (perceptie bij het ontbreken van een stimulus), wanen (vaste of valselijke overtuigingen) en onsamenhangende spraak.
Na herstel van de acute episode, gewoonlijk na farmacologische en psychologische interventies, verminderen en verdwijnen de positieve symptomen voor veel kinderen en jongeren, een aantal van de negatieve symptomen (zoals emotionele apathie, gebrek aan drive, armoede van meningsuiting, sociale terugtrekking en zelfverwaarlozing) kunnen blijven. Deze fase, die jaren kan duren, kan worden onderbroken door terugkerende acute episoden die extra interventie nodig hebben. Wanneer psychotische symptomen zich voordoen bij jonge, schoolgaande kinderen, zijn zij vaker persisterend van aard (Driver et al., 2013). Met name vroege, persisterende subklinische psychotische symptomen over een langere tijd, lijken het risico op psychiatrische stoornissen later in de ontwikkeling te verhogen (Vorstman et al., 2015).

 

In de zorgstandaard Psychose (2017) worden vier fasen of klinische stadia onderscheiden:

Stadium I UHR ´ultra high risk´: hoog risico op psychose: Patiënten hebben subklinische psychotische symptomen en/of een zeer korte psychose achter de rug en/of hebben een familiair risico vanwege een ouder, broer of zus met een psychotische stoornis. In alle gevallen moet er sprake zijn van recente achteruitgang van het sociaal-maatschappelijk functioneren.

Stadium II Eerste psychose: Voor het eerst maken patiënten een psychose door, waarbij er minimaal een week psychotische symptomen zijn die gepaard gaan met lijdensdruk en verminderd functioneren.

Stadium III Episodisch verloop: onvolledige remissie, relaps of recidief: Bij onvolledige remissie houdt de patiënt last van symptomen. Van relaps of terugval is sprake als na aanvankelijke volledige remissie de psychose teruggekomen is. Bij recidief maakt de patiënt na een periode van remissie opnieuw een psychose door. Er is sprake van een terugkerend patroon van psychotische episoden in combinatie met een terugval in functioneren.

Stadium IV Aanhoudende ernstige problematiek: chronische symptomen en beperkingen: In dit stadium zijn er meerdere recidieven doorgemaakt of is de psychose chronisch geworden. Patiënten hebben te maken met langdurige achteruitgang in functioneren of ernstige, aanhoudende ziekte met chronische symptomen en functionele handicaps.