Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Individuele behandelingen, psycho-educatie en psychosociale interventies

Adequate therapie voor psychose bestaat uit een combinatie van farmacotherapie, psycho-educatie en psychosociale interventies.

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een steeds vaker ingezette interventie bij jeugdigen met psychose. Het is effectief gebleken bij therapieresistente wanen en hallucinaties (de Haan et al., 2006). CGT richt zich voornamelijk op de gedachten die een patiënt heeft door de psychotische ervaringen; deze roepen vaak ongewenste gevoelens en gedrag op. Die kunnen het functioneren in het dagelijks leven belemmeren. Volgens de NICE richtlijn kan CGT het beste individueel en op een geprotocolleerde manier gegeven worden, met minimaal 16 sessies. Het moet ook minstens een van de volgende onderdelen bevatten: ‘normaliseren, leiden tot begrip en acceptatie van de belevingen’, ‘kinderen en jongeren hun eigen gedachten, gevoelens en gedrag laten monitoren in relatie tot (de terugkeer van) hun symptomen’, ‘alternatieve manieren van omgaan met een bepaald symptoom bevorderen’, ‘stress verminderen’ of ‘het functioneren verbeteren’ (NICE, 2013). Voor een succesvolle behandeling in de vorm van CGT is het noodzakelijk dat er sprake is van een goede patiënt-therapeut-relatie (van Arkel z.d.).

Inschatting opname op psychiatrische afdeling

Een eerste psychose betekent niet per se dat iemand moet worden opgenomen. Opname zou in ieder geval overwogen moeten worden indien

er sprake is van gevaar voor de cliënt zelf;
er sprake is van gevaar voor anderen;
de stoornis teveel is voor de thuissituatie / familie;
er een intensieve observatie nodig is.

Het doel van een opname is stabilisatie en terugkeer naar huis met ondersteuning.

Gezinsbehandeling

Gezinsbehandeling helpt om terugval en heropnamen te voorkomen (EBRO Module Vroege Psychose, 2017). De gezinsinterventie dient een steunend karakter te hebben, er moet gekeken worden hoe het gezin zich kan aanpassen aan het probleem. Bij het inzetten van een gezinsbehandeling beveelt de NICE richtlijn (2013) een duur van 3 tot 12 maanden aan, met minimaal 10 geplande sessies en een specifiek steunend, educatief of behandelingsdoel. De behandeling moet training in probleemoplossende vaardigheden of crisismanagement bevatten en de therapeut moet rekening houden met de wensen van de familie, de relatie tussen ouder(s)/verzorger(s) en de jongere, alsook de mogelijkheden om de jongere te betrekken in de behandeling.