Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Algemeen

In het rapport “Richtlijn Effectieve Interventies LVB: Aanbevelingen voor het ontwikkelen, aanpassen en uitvoeren van gedragsveranderende interventies voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking” (De Wit e.a., 2011) bleek dat tijdens het bestuderen van de interventies in de diverse databanken er zeer weinig gedragsveranderende interventies specifiek zijn ontwikkeld of geschikt zijn voor jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking (LVB). Een reden voor het gebrekkige aanbod is dat er nog maar weinig onderzoek is gedaan naar de effectiviteit van interventies bij jeugdigen met een LVB (De Koning & Collin, 2007; Orobio de Castro, Embregts, Van Nieuwenhuijzen & Stolker, 2008). Dit staat in schril contrast met de grote vraag naar geschikte interventies voor jeugdigen met een LVB.

Veel zorgverleners proberen de jeugdigen met een LVB zo goed mogelijk te helpen door effectief gebleken interventies voor jeugdigen met een gemiddelde intelligentie in te zetten. Maar om een zelfde effect bij jeugdigen met een LVB te bereiken zijn aanpassingen nodig aan de interventie zelf en aan de randvoorwaarden.

Volgens Došen et al. (2008) zijn succesvolle en effectieve interventies gericht op een drietal aspecten.

Allereerst zal een effectieve interventie leiden tot een reductie of eliminatie van de condities die psychisch leed veroorzaken. Ten tweede zal een interventie gericht zijn op het aanleren van nieuwe of versterken van bestaande alternatieve vaardigheden voor het omgaan met psychische leed. Het derde aspect gaat om het tegemoet komen aan iemands basale behoeften door veranderingen in de fysieke en sociale omgeving. Daarbij dient een integratieve benadering te worden gekozen. Integratieve of multimodale diagnostiek houdt in dat alle biologische, psychische, sociale en ontwikkelingsfactoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan van de psychiatrische problematiek, zorgvuldig in kaart worden gebracht en dat in het positief beïnvloeden van de dynamische – veranderbare – factoren de aanknopingspunten voor de therapie worden gezocht.

Bij de behandeling van jeugdigen met een verstandelijke beperking èn een psychiatrische stoornis zal men enige algemene aandachtspunten in het vizier moeten houden. Op basis van De Koning en Collin (2007) noemen we de volgende aspecten:

  • De ernst van de verstandelijke beperking, waarbij niet alleen naar het IQ maar ook naar beperkingen in het zogenaamde aanpassingsgedrag moet worden gekeken: sociale vaardigheden, communicatie, zelfredzaamheid vrije tijdsbesteding.
  • Beperkingen in het werkgeheugen – een van de executieve functies – hetgeen impliceert dat men moeite heeft met het tegelijkertijd opslaan en bewerken van vooral verbale informatie.
  • Beperkingen in het sociaal functioneren, hetgeen zich vooral uit in het inadequate verwerken van sociale informatie en het gebrek aan vaardigheden om problemen op te lossen.
  • Problemen met het generaliseren van het geleerde, waardoor de betrokkenen moeite hebben kennis in de ene situatie opgedaan in andere situaties kunnen toepassen.