Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Jongeren in zorg

Jongeren in zorg

De incidentie van psychiatrische stoornissen laat een piek zien in de adolescentiefase. Het blijkt dat, gezien over een heel leven, drie kwart van de psychiatrische stoornissen zich manifesteren voor de 25-jarige leeftijd en de helft voor de leeftijd van 14 jaar (Birchwood & Singh 2013; Gore et al., 2021; Jones 2013; McGorry & Mei, 2018; Kessler, Berglund, Demler, Merikangas, & Walters, 2005). Vaak gaan deze stoornissen gepaard met bijkomende problemen: stagnatie in de ontwikkeling (bij anorexia nervosa is er sprake van een pathologische autonomie ontwikkeling), sociale problemen, schoolproblemen, problemen in de thuissituatie, crimineel gedrag, werkloosheid, zwakbegaafdheid en middelenmisbruik. Deze factoren kunnen de psychische problematiek in stand houden of zelfs verergeren. Soms leiden deze psychische problemen tot (een poging tot) suïcide. Aangezien psychische problemen op jonge leeftijd voorspellers zijn van psychische problemen op latere leeftijd (Jones, 2013; Reef, Diamantopoulou, van Meurs, Verhulst, & van der Ende, 2011), zijn effectieve en vroege interventies nodig om langetermijngevolgen van psychiatrische stoornissen te voorkomen (De Girolamo, Dagani, Purcell, Cocchi, & McGorry, 2012; Fusar-Poli et al., 2021; McGorry & Mei, 2018; Brimblecombe et al., 2017). Universele interventies die de mentale gezondheid van jongeren lijken te bevorderen zijn o.a. psychoeducatie, lichaamsgerichte therapie, sport en ontspanning (de Pablo et al., 2020).

McGorry, Bates en Birchwood (2013) deden aanbevelingen voor aanpassingen in de zorg om beter aan te sluiten bij de behoeftes van jongeren, waaronder: participatie, holistische benadering, vroege interventie, reflecteren op zowel de epidemiologie van mentale gezondheid, als de ontwikkelingsfases die adolescenten doormaken, richten op gehele ontwikkelingsfase van jongeren in plaats van piekmomenten en positieve en naadloze aansluiting van zorg rondom jongeren naar de volwassenheid. Laten we ons daarbij richten op de leeftijdsgroep 12-25 jaar in plaats van 18-/18+, aldus McGorry en collega’s (2021).

Voor een aantal psychische klachten en psychiatrische stoornissen geldt dat ze op steeds jongere leeftijd voorkomen. De incidentie van anorexia nervosa is duidelijk toegenomen bij jongere kinderen tot 15 jaar (van Eeden, van Hoeken & Hoek, 2021). De piek van de incidentie verschilt tussen uitgevoerde onderzoeken en ligt ergens tussen 15-29 jaar (van Eeden, van Hoeken & Hoek, 2021).

Meerdere stoornissen en klachten

Naast het feit dat psychiatrische stoornissen vaak tot uiting komen in de (vroege) adolescentiefase hebben bijna alle stoornissen voorlopers en is vaak sprake van comorbiditeit, zowel in tijd (stoornissen kunnen in elkaar overgaan), als op een bepaald moment (stoornissen kunnen tegelijkertijd voorkomen). Waar de volwassenen ggz met name op stoornisniveau beoordeelt, werkt dit voor jongeren vaak niet goed. Bij een jongere zou het meer moeten gaan om een beoordeling tegen de achtergrond van zijn ontwikkeling, zoals omgevingsfactoren en klachten die voorafgingen aan de huidige klachten (bijvoorbeeld een laag zelfbeeld). Dit onderstreept het belang van transdiagnostisch behandelen. Daarnaast zijn ook de onderliggende patronen van klachten van belang (lees hierover bij ‘Comorbiditeit’). Doordat deze verschillende manieren van werken niet goed op elkaar aansluiten, wordt een vloeiende overgang tussen zorg voor jongeren naar de volwassenen ggz bemoeilijkt.

Wat kan de behandelaar doen?

Zowel jeugdzorgverleners als volwassenenzorgverleners dienen zich bewust te zijn van de invloed van de discrepantie tussen verschillende (cognitieve) capaciteiten van jongeren. Door bedacht te zijn op een misleidende volwassen houding van jongeren, of juist een jonger uiterlijk, voorkomt een behandelaar dat hij of zij meegaat in hoe de jongere zich presenteert in plaats van over welke vaardigheden de jongere daadwerkelijk beschikt. Daarnaast is het stimuleren en faciliteren van het behoud van autonomie en betrokkenheid bij de behandeling een belangrijke factor in de behandeling van jongeren. Hierdoor kunnen jongeren actieve partners worden in de behandeling. Rekening houden met deze behoefte aan zelfdeterminatie, betrokkenheid en verbeterde zelfreflectie, vergroot de kans dat de jongere zelf meer toegewijd zal zijn aan de behandeling. In de heteroanamnese kan de behandelaar hierop anticiperen door aandacht te besteden aan hoe ouders en andere naastbetrokkenen de klachten zien; past het gedrag bij de jongere of is het nieuw gedrag? Daarnaast is het uitvragen van domeinen van functioneren (sociaal, thuis, vrienden, school/werk) van belang. Een achteruitgang hierin kan een voorbode zijn van psychische problematiek.

Het bereiken van jongeren

Jongeren met psychische problemen blijken een relatief hoge ziektelast te ervaren. Tegelijkertijd leiden negatieve overtuigingen rondom psychische problemen, zoals schaamte en geen belasting willen zijn voor anderen, tot late herkenning en acceptatie van psychische problemen bij jongeren (Leijdesdorff, 2021). Jongeren zoeken daardoor vaak pas hulp als de problemen al groot zijn. Dit maakt dat in deze levensfase sprake is van relatieve onderconsumptie van zorg. De kloof tussen de zorgbehoefte van jongeren en de ontvangen zorg benadrukt het belang van laagdrempelige hulp voor jongeren (Leijdesdorff, 2021).

Hieruit rijst de vraag hoe jongeren het beste bereikt kunnen worden of hoe de ggz de drempel voor jongeren die hulp zoeken kan verlagen. Adolescent-vriendelijke zorgverlening is hier van groot belang. Dit vergt aansluiten op de leefwereld van deze leeftijdsgroep, bijvoorbeeld door te richten op e-health maar ook door behandelplekken in te richten op een manier die jongeren aanspreekt. Naastbetrokkenen kunnen ook een rol spelen bij het zoeken naar passende hulp voor jongeren.

Aansluiting jeugdpsychiatrie op adolescentiefase

De uitdagingen waar jongvolwassenen voor staan, waaronder het ontwikkelen van een eigen identiteit, uit huis gaan, een passende opleiding of baan vinden en nieuwe relaties aangaan, zijn typisch voor deze leeftijdsfase. Deze specifieke ontwikkelstadia en uitdagingen worden echter niet altijd (h)erkend door de gezondheidszorg, mogelijk omdat zij vaak kindgericht dan wel volwassenengericht en niet adolescentgericht zijn (Arnett, Žukauskienė, & Sugimura, 2014). Ook draagt stigma bij aan een onder-herkenning van psychische klachten bij jongeren. Dit heeft twee redenen. Jongeren schamen zich vaker om een psychische behandeling (nodig) te hebben. Daarnaast hebben adolescenten vaker een hoge drempel van tolerantie voor hun afwijkende gedrag. Dit kan ervoor zorgen dat jongeren weinig aansluiting vinden bij de werkwijze van zowel jeugdzorg als volwassenenzorg. Op het moment dat een jongere zich niet langer begrepen voelt door een jeugdzorgverlener is de kans groter dat hij of zij de behandeling voortijdig afbreekt.