Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Behandelmethoden

Psychologische behandelingen

De psychologische behandeling van ODD en CD richt zich op:

  1. de opvoedingsvaardigheden van de ouders
  2. de sociaal probleemoplossende vaardigheden en de vaardigheden in het omgaan met boosheid van het kind of de jongere
  3. de brede sociale omgeving van de jongere

In de meeste trainingen van een jong kind (0-5 jaar) met ODD ligt de focus op het omgaan met boosheid, sociale vaardigheden en probleemoplossend vermogen (Laforett, Murray & Kollins, 2008). Trainingen die vooral onderzocht zijn bij disruptieve gedragsstoornissen zijn Incredible Years, Parent Child Interaction Therapy (PCIT), STOP 4-7, en Triple P. Als gedragsmatige interventie onvoldoende werkzaam is gebleken en er sprake is van disfunctioneren kan medicatie ook voor kinderen jonger dan 6 jaar worden overwogen. 

Drie typen behandelmethoden met aangetoond effect kunnen ingezet worden (Matthys & van de Glind, NVvP richtlijn, 2013; Matthys, 2019; Matthys & Lochman, 2017):

  1. de ouderinterventies gericht op opvoedingsvaardigheden (behavioral parent training)
  2. de cognitieve gedragstherapie
  3. de systemische behandeling en gezinstherapie (systems or family therapy)

In de behandeling is er ook steeds oog voor het functioneren van het kind of de jongere op school. Dit leidt tot samenwerking met de school (Matthys & Boersma, 2018).

Psycho-educatie en motiverende gesprekken

Wanneer in de loop van de diagnostiek of in het adviesgesprek psycho-educatie onvoldoende aan bod is gekomen, is aanvullende psycho-educatie aangewezen. Hierin komen onder andere aan bod de factoren die de symptomen van ODD en CD in stand houden, hoe de behandeling er op aansluit, het te verwachten effect van de behandeling en wat de risico’s zijn voor de toekomst wanneer de symptomen aanhouden. Schriftelijke informatie specifiek geschreven voor ouders kan hierbij helpen (Matthys & Boersma, 2017). In het bijzonder voor jongeren kunnen vanwege hun autonomiebehoefte motiverende gesprekken nodig zijn om aan de behandeling deel te nemen (NVvP richtlijn, 2013).

Ouderinterventies gericht op opvoedingsvaardigheden (ook wel oudertraining genoemd)

Ouders leren de opvoedingsvaardigheden te gebruiken waarvan werd aangetoond dat zij de symptomen van ODD en CD doen afnemen en sociaal gewenst gedrag doen toenemen (Matthys & van de Glind, NVvP richtlijn, 2013; Matthys & Lochman, 2018; Matthys, 2019). Hiertoe behoren het geven van positieve opdrachten, het consequent vasthouden aan de opdracht, het prijzen en belonen van gewenst gedrag, het negeren van milde vormen van ongewenst gedrag, het toepassen van time-out of milde vormen van straf bij meer ernstige vormen van ongewenst gedrag. Deze interventies kunnen in individueel verband samen met het kind worden aangeboden of aan een groep ouders. Zowel in meta-analyses van meerdere interventieprogramma’s als in meta-analyses van afzonderlijke programma’s werd het effect aangetoond (Leijten e.a., 2019; McCart e.a., 2006; Menting e.a., 2013; Thomas & Zimmer-Gembeck ,2007; Sanders e.a., 2014). Vaak is ook samenwerking met de school aangewezen.

Cognitieve gedragstherapie

Kinderen en jongeren leren de sociaal probleemoplossende vaardigheden en de vaardigheden voor het omgaan met boosheid te gebruiken waarvan werd aangetoond dat zij de symptomen van ODD en CD doen afnemen (Matthys & van de Glind, NVvP richtlijn, 2013; Matthys & Lochman, 2018; Matthys, 2019). Deze behandeling wordt in individueel of groepsverband aangeboden. Uit een meta-analyse van verschillende cognitief gedragstherapeutische interventies blijkt het effect, zij het dat dit geringer is dan van ouderinterventies gericht op opvoedingsvaardigheden (McCart e.a., 2006).

Voor kinderen wordt cognitieve gedragstherapie meestal aangeboden in combinatie met een ouderinterventie aangezien het effect van cognitieve gedragstherapie-alleen onvoldoende groot is. Zowel het korte als langere termijn effect werd aangetoond (Van de Wiel e.a., 2007; Zonnevylle-Bender e.a., 2007). Voor jongeren maakt cognitieve gedragstherapie deel uit van de systemische behandeling of kan toegevoegd worden aan gezinstherapie.

Combinatie ouderinterventie met cognitieve gedragstherapie en samenwerking met school

Het betrekken van de school bij de combinatie van cognitieve gedragstherapie en ouderinterventie is meestal nodig; de ernst van de symptomen is immers dusdanig dat zij zich ook op school manifesteren (Matthys & van de Glind, NVvP richtlijn, 2013); Matthys, 2019).

Systemische behandelingen en gezinstherapie

Bij de systemische behandeling wordt gewerkt aan het motiveren van de jongere, de communicatie binnen het gezin, de opvoedingsvaardigheden van de ouders of andere verzorgers ; ook andere sociale groepen of systemen worden betrokken waartoe de jongere behoort: de vriendenkring, de leeftijdgenoten in de buurt, de club, de school. Dit is nodig omdat zij een rol kunnen spelen in het in stand houden van problemen die bij jongeren vaak complexer zijn dan bij kinderen vanwege tevens voorkomende stemmingsproblemen met suïcide risico, traumatisering, ernstig agressief gedrag, (pre)delinquent gedrag en middelenmisbruik. Cognitieve gedragstherapie kan ook deel uitmaken van de systemische behandeling (Matthys & van de Glind, NVvP richtlijn, 2013; Matthys, 2019). Bij minder complexe problematiek kan gezinstherapie volstaan, zo nodig aangevuld met cognitieve gedragstherapie. Het effect van systemische behandelingen werd uitgebreid onderzocht; het effect is echter kleiner dan van ouderinterventies gericht op opvoedingsvaardigheden en cognitieve gedragstherapie (van der Stouwe e.a., 2014).

Behandelmethoden

Functional Family therapie (FFT) of Relationele Gezinstherapie (RGT)

‘Functional Family Therapy (FFT)’ is een kortdurende gezinsgerichte interventie voor jongeren met gedrags- en emotieregulatieproblemen met als doel de onderlinge sfeer en communicatie te verbeteren en de negatieve en disfunctionele patronen te doorbreken.

Lees meer over FFT

Incredible Years / Pittige Jaren

‘Pittige jaren’ (Incredible years) laat probleemgedrag van het kind afnemen en sociaal wenselijk gedrag toenemen, door de opvoedingsvaardigheden van de ouders te versterken. Dat beïnvloedt zowel het gedrag als de ontwikkeling van het kind in gunstige zin.

Meer lezen bij het NJi

Minder Boos en Opstandig

‘Minder boos en opstandig’ helpt kinderen (8-12 jaar) met een gedragsstoornis (eventueel met co-morbiditeit ADHD en leerstoornissen), en hun ouders. Het programma laat negatief probleemgedrag afnemen en pro-sociaal gedrag toenemen.

Meer lezen bij het NJi

MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT)

‘MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT)’ richt zich op vier domeinen in het leven van een jongere: de jongere en zijn problemen, de ouders van de adolescent, het gezin en de familie als geheel, en voor de jongere belangrijke externe systemen, zoals peergroep, school, werk en mogelijk politie en justitie.

Meer lezen bij het NJi

Multisysteem Therapie (MST)

‘Multi-systeem therapie (MST)’ is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar met ernstig antisociaal gedrag die gesloten uithuis geplaatst zijn of dreigen te worden en voor hun gezin.

Meer lezen bij het NJi

Parent-Child Interaction Therapy (PCIT)

‘Parent-Child Interaction Therapy (PCIT)’ vermindert gedragsproblemen bij het kind en verlaagt bij de ouders door de opvoedingsvaardigheden te vergroten en de kwaliteit van ouder-kind relatie te verbeteren.

Meer lezen bij het NJi

Parent Management Training Oregon (PMTO)

Tijdens de ‘Parent Management Training Oregon model (PMTO)’ ouders van kinderen (4-12 jaar) met ernstige externaliserende gedragsproblemen (ODD/CD), vaak in combinatie met ADHD effectieve opvoedingsvaardigheden toe te passen.

Meer lezen bij het NJi

Relationele gezinstherapie (RGT)

‘Relationele gezinstherapie (RGT)’ is een behandelmethode die onderlinge gezinsrelaties positief beïnvloedt en gedragsproblemen van de jeugdige vermindert.

Lees meer bij het NJi

‘Triple P, niveau 4’ en ‘Triple P, niveau 5’

‘Triple P’ richt zich op de preventie van (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen (2-16 jaar) door de versterking van de pedagogische vaardigheden bij de ouders.

Meer lezen bij het NJi

Zelfcontrole

‘Zelfcontrole’ versterkt kinderen in sociale situaties waarbij zij minder gedragsproblemen vertonen, meer zelfcontrole hebben, minder impulsief zijn en betere sociaal-cognitieve vaardigheden laten zien.

Lees meer over Zelfcontrole