Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Incidentie en prevalentie

Eerder is opgemerkt dat jeugdigen nogal eens psychiatrische klachten ontwikkelen naar aanleiding van schokkende gebeurtenissen of negatieve levensgebeurtenissen. Zij ervaren daardoor chronisch stress, waardoor hun ontwikkeling verstoord verloopt. Er zijn geen cijfers met betrekking tot incidentie en prevalentie hiervan.

Wij geven hier eerst enige informatie over het vóórkomen van verschillende vormen van kindermishandeling. Daarna presenteren we enige onderzoeksgegevens over het vóórkomen van PTSS.

Tegen de achtergrond van het voorgaande kunnen we deze cijfers slechts beschouwen als indicatief voor één van de mogelijke reacties op schokkende gebeurtenissen en negatieve levensgebeurtenissen. In Klinisch beeld en classificatie werd PTSS op basis van Beer en de Roos (2013) getypeerd als het topje van de ijsberg. De problematiek die hier aan de orde is, is in feite veel groter.

Kindermishandeling

Uit onderzoek blijkt dat in 2010 ruim 3% van de kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar in Nederland enige vorm van kindermishandeling heeft ervaren (Alink e.a., 2011). In de meeste gevallen ging het daarbij om emotionele verwaarlozing, waartoe ook wordt gerekend verwaarlozing van het onderwijs en getuige zijn van huiselijk geweld. Op de tweede plaats staat fysieke verwaarlozing. Seksueel misbruik wordt met 4% het minst gemeld. Zie voor gedetailleerde cijfers onderstaande grafiek.

Percentage-totaal-gevallen-kindermishandeling

Bron: Alink en collega’s, 2011

Voor meer informatie over kindermishandeling wordt verwezen naar het thema Trauma en Kindermishandeling op deze website.

PTSS – het topje van de ijsberg

De vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of mental disorders (DSM-5; American Psychiatric Association, 2013) verschaft enige informatie over de prevalentie van Posttraumatische stressstoornis (PTSS). In de Verenigde Staten is het geprojecteerde levenslange risico op 75-jarige leeftijd voor PTSS op basis van DSM-IV-criteria 8,7%. Onder risicogroepen, zoals slachtoffers van oorlogsgeweld of verkrachting, is de prevalentie van PTSS het hoogst.

In Nederland komen ongeveer anderhalf miljoen mensen per jaar in aanraking met een schokkende gebeurtenis, blijkt uit recent onderzoek van het Nationaal Fonds voor de Geestelijke Volksgezondheid (Psychowijzer, 2004). Ongeveer 80% van de mensen herstelt op eigen kracht, zonder bemoeienis van hulpverlening. Hoeveel kinderen en jeugdigen uit deze groep PTSS ontwikkelen is niet bekend. Ook is niet bekend hoeveel kinderen een PTSS ontwikkelen op basis van langdurige herhaalde traumatische ervaringen.

Er zijn ook enkele cijfers over de prevalentie van traumatische gebeurtenissen bij jeugdigen en de incidentie van traumagerelateerde klachten. Zo zou 25 tot 50% van de jeugdigen tot hun 18e jaar ervaring hebben met traumatische gebeurtenissen (Costello e.a., 2002; Giaconia e.a., 1995). Bij velen is sprake van spontane verwerking en spontaan herstel van aanvankelijke traumagerelateerde klachten. Uiteraard is dat mede afhankelijk van het type en de ernst van de traumatische ervaring, maar ook van de kracht van degenen die met de ervaring in aanraking komen en van de wijze waarop de naaste omgeving daarop reageert. Uiteindelijk zou er bij 14% van de kinderen en jongeren die met traumatische ervaringen in aanmerking komen sprake zijn van PTSS, aldus epidemiologisch onderzoek onder Noord-Amerikaanse jongeren (Copeland e.a., 2007).