Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Licht verstandelijke beperking bij kinderen

Jongen tuin sneeuw

Wat is een licht verstandelijke beperking?

Wanneer een leerling een licht verstandelijke beperking heeft, betekent dit dat hij dingen moeilijk vindt die voor anderen gemakkelijker zijn. Zoals leren of plannen maken, met vrienden omgaan of problemen oplossen.

Jongen tuin sneeuw

De afkorting van licht verstandelijke beperking is ‘LVB’. Mensen kunnen niet zien dat een leerling een LVB heeft. Vaak merken ze het daardoor niet op, en dat kan lastig zijn. Soms lijkt het bijvoorbeeld alsof leerling iets begrijpt, terwijl dat eigenlijk niet zo is. En dat wil de leerling dan misschien liever niet zeggen. Elke leerling is anders, dus ook alle leerlingen met een licht verstandelijke beperking. Iedereen kan een LVB op een andere manier ervaren.

Orthopedagogen en schoolpsychologen kunnen terecht op de website van het Landelijk Kenniscentrum LVB. Ook professionals bij de wijkteams, in het onderwijs, bij gemeenten en in de schuldhulpverlening vinden hier verdiepende informatie.

Jongeren lezen meer over een licht verstandelijke beperking op Brainwiki.nl.

Een leerling met een licht verstandelijke beperking (LVB) in de klas

Als onderwijsprofessional ben je niet bevoegd om een LVB vast te stellen. Dat kan en mag alleen een gespecialiseerde hulpverlener doen. Je hebt wel een belangrijke signalerende taak. Bespreek opvallendheden of zorgen die je over de leerling hebt met de leerling, ouders en collega’s uit het ondersteuningsteam. Samen kun je beslissen of ondersteuning wenselijk is. Vanuit de klas ben jij het die de collega’s uit het ondersteuningsteam kan voorzien van informatie.

Een LVB kan zich op vele manieren uiten. Dit kan per leerling sterk verschillen. Hieronder vind je enkele kenmerken die bij de LVB kunnen horen op een rij.

De leerling…
  • Kan moeilijk leren en heeft vaak meer uitleg nodig dan andere leerlingen.
  • Heeft moeite met dingen onthouden.
  • Begrijpt vaak niet wat anderen zeggen.
  • Begrijpt vaak niet waarom hij iets voelt.
  • Wil dingen wel graag zelf kunnen maar ervaart dat dat moeilijk lukt.
  • Vindt het moeilijk om vrienden te maken.
  • Begrijpt grapjes vaak niet.
  • Heeft het gevoel dat anderen hem niet begrijpen, en dat hij het niet goed doet. Dat maakt hem verdrietig, boos of bang.

Let op: Veel van de bovenstaande symptomen zijn gedragingen die in bepaalde mate bij de ontwikkeling van iedere leerling kunnen horen.

Terug naar boven

Een leerling met een LVB heeft een grotere kans op tegenslagen en faalervaringen. Doordat aan de leerling niet te zien is dat hij een LVB heeft, wordt deze vaak pas relatief laat herkend. Hierdoor kan lange tijd sprake zijn van te hoge verwachtingen door de omgeving, waar de leerling niet aan kan voldoen. Een negatief zelfbeeld is lang niet altijd zichtbaar voor buitenstaanders: de leerling kan juist ‘grootspraak’ en een stoere houding hebben.

Ook komt het voor dat de leerling met een LVB zelf te hoge verwachtingen heeft van zijn eigen mogelijkheden, een irreëel of onduidelijk zelfbeeld heeft of zichzelf overschat. Dit kan ontstaan door een beperktere mate van zelfreflectie of omdat de leerling zijn LVB niet wil of kan accepteren. De leerling kan zichzelf er dan van overtuigen dat hij geen beperking heeft en schat eigen competenties hoger in dan ze eigenlijk zijn. Wanneer de leerling geconfronteerd wordt met zijn beperkingen, kan dat (wederom) een faalervaring geven.

Aan de andere kant kunnen leerlingen met een LVB zichzelf ook onderschatten en eerder vertrouwen op iemand anders dan op zichzelf. Dit maakt dat ze dan makkelijker te beïnvloeden zijn, wat weer van invloed kan zijn op hun gedrag.

Wees als onderwijsprofessional alert op deze gedragingen, en en probeer ze op tijd te signaleren. Hierdoor kun je de leerling beter begeleiden tijdens de schoolperiode en verklein je de kans op faalervaringen en mogelijk zelfs op psychische problemen die zich naast de LVB kunnen ontwikkelen.

Terug naar boven

De rol van de leerkracht of mentor

Als leerkracht of mentor ben je opgeleid om les te geven. En lesgeven is meer dan alleen kennis overdragen. Je maakt een groot deel uit van het leven van de leerlingen, en kan van grote betekenis zijn in de begeleiding. Blijf daarover steeds in gesprek met de leerling, de ouders en de collega’s uit het ondersteuningsteam. Onderzoek met elkaar wat de leerling kan helpen en wat jouw rol als onderwijsprofessional daarin is.

Lees meer over de rol van de leerkracht of mentor

Samenwerken met hulpverlening buiten school

Wanneer de leerling hulpverlening buiten school krijgt is het van belang om ook met deze partij, in samenspraak met leerling en ouders, contact te houden. Zodat iedereen samen doet wat nodig is. Informeer elkaar ook wanneer het goed gaat. Op die manier kom je erachter ‘wat werkt’. Daarbij verlaagt het de drempel om contact te leggen wanneer het even minder gaat.

Maak het bespreekbaar

Over het algemeen kan het helpend zijn wanneer klasgenoten op de hoogte zijn van psychische kwetsbaarheden, of andere moeilijkheden waar de leerling mee zit. Door open te zijn, ontstaat er begrip. Het kan per leerling verschillen of hij dit wil delen, met wie, en op welke manier. Besteed aandacht aan dit onderwerp door in een één-op-één-gesprek te vragen naar de wensen van de leerling op dit gebied. Soms vindt de leerling het fijn om, met hulp van jou, met enkele goede vrienden of vriendinnen iets over zichzelf te delen.

Tips voor in de klas

Iedere leerling met een licht verstandelijke beperking is anders en heeft iets anders nodig om zich veilig te voelen en tot leren te komen. Het verschilt dus per leerling welke aanpassingen in de onderwijsleersituatie nodig zijn.

Aandacht voor de kwaliteiten
  • Onderzoek hoe je juist ook de kwaliteiten van de leerling in kan zetten.
  • Benoem zijn sterke kanten en kijk op wat voor manieren hij deze in kan zetten.
  • Door vertrouwen uit te spreken steun en stimuleer je de leerling
Tips voor de organisatie in de klas
  • Bouw elke lesdag zoveel mogelijk op dezelfde manier op: zorg voor routine. Bijvoorbeeld bij het geven van opdrachten en bij het starten en eindigen van de lesdag.
  • Zorg voor een klimaat waarin
    • De mogelijkheid er is om veilig te oefenen en fouten te maken
    • Bij beoordelingen aandacht is voor de inzet en het proces in plaats van enkel het resultaat
    • Feedback is aangepast op de behoefte van de individuele leerling. Wanneer een leerling bijvoorbeeld veel behoefte heeft aan positieve feedback, geef dan complimenten.
  • Zie misvattingen van de leerling als een verrijking van de les. Dit biedt juist de mogelijkheid om dieper in te gaan op een onderwerp. Alle leerlingen kunnen hiervan leren en elkaar mogelijk helpen het onderwerp beter te begrijpen.
Tips voor de instructie
  • Gebruik korte, enkelvoudige zinnen van ongeveer vijf tot zeven woorden.
  • Praat rustig en stel één vraag tegelijk.
  • Gebruik gangbare en concrete woorden (trein of bus, in plaats van openbaar vervoer).
  • Gebruik bij instructie telkens dezelfde woorden.
  • Zorg dat je non-verbale en de verbale communicatie overeenkomt.
  • Krijg inzicht in wat de leerling al weet van een onderwerp, wanneer nieuwe informatie wordt aangeboden. Wanneer de leerling een verkeerde opvatting heeft over dat wat hij moet leren, is het voor hem moeilijker om nieuwe informatie goed te verwerken.
  • Bied de leerling nieuwe kennis en vaardigheden die aansluiten bij wat hij al weet. Wanneer er bijvoorbeeld gesproken wordt over religie, praat dan eerst met de leerling over de eigen religie en de gewoonten, waarden, die daarbij horen. En vervolgens over andere religies, en de gewoonten, waarden die daarbij horen.
  • Toets of de leerling een begrip goed begrepen heeft. Bijvoorbeeld door het hem in eigen woorden te laten omschrijven, of hem een relatie met andere begrippen te laten geven. Of door hem voorbeelden te laten herkennen of geven. Je kan hem ook vragen om het begrip te gebruiken in een specifieke, of juist een nieuwe situatie.
  • Geef gedurende het leerproces regelmatig gerichte feedback. Op deze manier weet een leerling of hij wel of niet op de goede weg is. Dit werkt stimulerend.
Tips voor de sociale omgang
  • Voer gesprekken met de leerling over alledaagse dingen.
  • Toon interesse in de wereld van de leerling. Vraag naar de achtergrond van de leerling, de thuissituatie, de gewoonten van de leerling en zijn gezin, de bezigheden na schooltijd, enzovoort. Door aan te sluiten bij de wereld van de leerling kun je vervolgens in deze gesprekken taal en handelingsmogelijkheden uitbreiden. Bijvoorbeeld: de leerkracht vraagt wat de leerling leuk vindt om te doen na schooltijd. De leerling vertelt dat hij graag computerspellen speelt en voetbalt op straat. De leerkracht legt uit dat dit met een moeilijk woord ook wel ‘hobby’s’ genoemd wordt.

Handreiking voor het werken met kinderen met Licht Verstandelijke Beperkingen in het basisonderwijs en thuis 

Terug naar boven

Creëer openheid met een spreekbeurt

Wil je leerling een spreekbeurt geven over licht verstandelijke beperking? Wijs hem dan op de tips die te vinden zijn op Brainwiki.nl.

Spiekbrief voor je spreekbeurt

De overgang naar een volgend schooljaar brengt voor veel leerlingen, en ouders, spanning en onzekerheid met zich mee. Dat geldt ook voor leerlingen met een (psychische) kwetsbaarheid. Als leerkracht of mentor van een leerling draag je een verantwoordelijkheid in de overdracht naar dit volgende jaar. Je weet wat wel en niet werkte het afgelopen jaar en kan dat weer doorgeven aan je collega. In het voortgezet is het van belang om de informatie met de verschillende lesgevende collega’s te delen.

Voor de nieuwe leerkracht of mentor kan het helpend zijn om vroeg in het jaar contact te leggen met de ouders. Tijdens deze kennismaking kun je afspraken maken over de samenwerking dit schooljaar.

Terug naar boven

De overgang van de basisschool naar de middelbare school brengt voor veel leerlingen, en ouders, spanning en onzekerheid met zich mee. Het kan veel opleveren om extra tijd en aandacht aan deze overstap te besteden. Check bij de leerling of die het prettig vindt als je hier wat in betekent. Bijvoorbeeld door in groep 8 individuele gesprekken te voeren hierover. Soms kan een keer fietsen met een klasgenoot die naar dezelfde school toe gaat al verschil maken.

Als eerstejaarsmentor is het van groot belang dat je met een open blik de leerlingen en hun ouders leert kennen. Individuele start- of kennismakingsgesprekken kunnen daaraan bijdragen.

Plezier op school
Plezier op school is een zomercursus voor aanstaande brugklassers die op de basisschool gepest werden of andere problemen hadden in de omgang met leeftijdgenoten. Het heeft als doel om de sociale competentie van de leerlingen te vergroten, zodat zij een goede start kunnen maken op het voortgezet onderwijs en het risico op herhaling van deze omgangsproblemen verkleind wordt.

JOIN us
JOIN us is een programma dat zich richt op het creëren van een saamhorige klas waarin elke leerling zich gezien en geaccepteerd voelt. Het zijn tien lessen bedoeld voor eerstejaars leerlingen van het regulier VO. Het programma gaat uit van een groepsdynamisch perspectief en de lessen spelen in op de groepsfases waarin de leerlingen zich bevinden.

Terug naar boven

GGZ Zorgstandaard Psychische stoornissen en ZB/lichte VB
Deze kwaliteitsstandaard beschrijft in algemene termen vanuit het perspectief van de patiënt wat goede zorg is voor mensen met een bepaalde psychische aandoening. Deze zorgstandaard is bedoeld voor professionals, patiënten en hun naasten en toont de (landelijke) norm waaraan multidisciplinaire, integrale zorg bij psychische aandoeningen moet voldoen. Niet alleen op het gebied van medicatie en behandeling, maar ook met aandacht voor participatie, de omgeving en de organisatie van zorg.
Naar de GGZ Zorgstandaard Psychische stoornissen en ZB/lichte VB

Aansluiten bij een LVB…(H)oe doe jij dat?
Deze praktische tool biedt handvatten voor het aansluiten bij een LVB in (hulp)gesprekken en geeft links naar verdieping. Voor iedereen die in het werk contact heeft met iemand met een LVB. Van algemene gesprekstips tot suggesties voor het aanpassen van interventies.
Bekijk de handreiking Aansluiten bij een LVB…(H)oe doe jij dat?

Handreiking vroegsignalering van een LVB 2017
Voor professionals in de jeugdhulp is het belangrijk dat zij een licht verstandelijke beperking bij kinderen en jongeren, zo vroeg mogelijk herkennen om overvraging te voorkomen. Deze handreiking beschrijft de mogelijkheden voor vroegsignalering van een LVB.
Bekijk de Handreiking vroegsignalering van een LVB 201

Terug naar boven

Er zijn ook leerlingen die juist een ouder hebben met een (Licht) verstandelijke beperking. Meer informatie en tips als je zo’n leerling op school hebt vind je in het hoofdstuk over Kinderen van Verstandelijk Beperkte Ouders (KVBO) in het kennisdossier Jeugd-ggz voor kinderen van ouders met een kwetsbaarheid.

Terug naar boven

Het Kenniscentrum heeft deze informatie geschreven met experts vanuit onder meer het PO en VO, het NCOJ, en het Landelijk Kenniscentrum LVB. Samen houden we deze tekst steeds actueel. Bijvoorbeeld op basis van het laatste onderzoek naar LVB bij kinderen en jongeren.

Heb je vragen of suggesties? Geef die dan door met het formulier onderaan deze pagina.