Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling van een diagnostisch instrument om de kwaliteit van het ouderfunctioneren te meten en onderzoekt de relatie van dit ouderfunctioneren met contextuele factoren als kindproblematiek en ouderproblematiek. Ouders zorgen ervoor dat hun kind professionele hulp krijgt, ze verschaffen onmisbare informatie over hun kind en het is voornamelijk van hen afhankelijk of de zorg voldoende voortgang kan vinden. Ook toont wetenschappelijk onderzoek een duidelijke samenhang tussen de kwaliteit van de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van problemen bij het kind. Het lijkt daarom vanzelfsprekend dat in de jeugdzorg bij de aanmelding van een kind onderzocht wordt of en in welke mate het ouderfunctioneren een beschermende of een risicofactor vormt voor de ontwikkeling van het kind. Toch is er weinig of geen aandacht voor diagnostiek van ouderfunctioneren en in tegenstelling tot de grote verscheidenheid aan diagnostische instrumenten die voor het kind ter beschikking staan, zijn gestandaardiseerde onderzoeksinstrumenten zeldzaam. Er bestaan enkele instrumenten die aspecten van ouderfunctioneren meten zoals opvoedingsbelasting, stress of belasting van de ouder vanuit diverse bronnen of de perceptie van conflicthantering en acceptatie in de ouder-kindrelatie. Ouderfunctioneren gaat over de ouder-kind relatie en wordt in dit onderzoek gedefinieerd als de manier waarop de ouder deze relatie hanteert: wat de ouder concreet doet met, denkt van en voelt voor het kind. Diagnostiek van ouderfunctioneren maakt het mogelijk te differentiëren tussen wel of geen hulp aan de ouder en voorkomt dat de zorg in het automatisme vervalt dat de ouder hulp nodig heeft als het kind problemen vertoont. Differentiaaldiagnostiek tussen ouderfunctioneren en de contextuele factoren die daar op van invloed zijn, helpt bovendien de hulp aan ouders te verfijnen. Hulp bij ouderfunctioneren is niet nodig wanneer contextuele factoren zoals kindkenmerken of partner relatieproblemen, bepalend zijn en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie voldoende is. Hulp bij ouderfunctioneren bijvoorbeeld in de vorm van training of begeleiding is nodig wanneer die ouder onvoldoende in staat blijkt zich in het kind te verplaatsen, het gedrag te begrijpen of te kunnen hanteren. In de jeugdzorg is de hulp aan de ouder gericht op verbetering van probleemgedrag van het kind en wel vanuit de wisselende contexten van zowel ouder- als kindfunctioneren. Ouderfunctioneren heeft zo gezien een transparante plaats in diagnostiek en begeleiding. Doel van dit proefschrift was de ontwikkeling van een diagnostisch instrument waarmee de kwaliteit van het ouderfunctioneren gemeten kan worden en de relatie te onderzoeken van dit ouderfunctioneren met contextuele factoren als kindproblematiek en ouderproblematiek. Auteur: Jan van der Maas Uitgever: VU Uitgeverij Jaar van publicatie: 2011 ISBN: 978-90-865-9533-4 Auteur: Jan van der Maas Uitgever: VU Uitgeverij Jaar van publicatie: 2011 ISBN: 978-90-865-9533-4 Heeft deze kennis je geholpen? Bedankt voor je feedback Wil je hieronder aangeven wat je goed vindt, en wat het Kenniscentrum kan verbeteren? Bedankt! Naam E-mailadres Jouw feedback Duimen thumbs-up Duimen thumbs-down Δ Onderwerp Verbetering op de tekstKlinische stageMedicatieBehandelingen en instrumentenContact met een expert of behandelaarOpvoedenZorg voor mijn kindPers- of mediaverzoekIets anders (typ je vraag hieronder) Bericht Naam E-mail Δ