De SOH-JGGZ schat de aard en ernst van de problematiek in en zorgt voor passende hulp voor kinderen en jongeren tot 18 jaar (met uitloop tot 23 jaar). De SOH-JGGZ (specialistische ondersteuner huisartsenzorg jeugd-ggz) wordt ingezet om huisartsen te ondersteunen bij de zorg voor jeugdigen met psychische problemen. De SOH-JGGZ ondersteunt de huisarts met consultatie, screeningsdiagnostiek en triage, kortdurende behandeling en eventueel overbruggingszorg voor jeugdigen bij wie psychische problemen vermoed worden. Deze professionals werken voor verschillende huisartsenpraktijken en zijn daarnaast werkzaam bij een ggz-instelling, zoals Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie, om de binding met de dagelijkse praktijk binnen de jeugd-ggz te borgen. De SOH-JGGZ is veelal een ervaren GZ-psycholoog en brengt snel de aard en ernst van klachten in kaart. De SOH-JGGZ versnelt zo de totstandkoming van een (werk)diagnose en behandeling en verlaagt de doorlooptijd van klachtsignalering tot diagnose en behandeling. Waar nodig wordt kortdurende behandeling geboden en een gepast advies gegeven. Oudergesprekken horen tevens bij het werk van de SOH-JGGZ. Het eerste gesprek – zeker bij kinderen tot 12 jaar – wordt altijd gevoerd met de ouders erbij. Ouders moeten zich gehoord en betrokken voelen. Dat is geruststellend voor hen en een belangrijke factor voor de therapeutische relatie. Als de huisarts het vermoeden heeft dat er bij een kind psychische problemen spelen, dan kan hij het kind doorsturen naar de SOH-JGGZ. In enkele gevallen is er een concrete of duidelijke vraag waarover de huisarts zelf beslist (denk aan een aanvraag voor een intelligentieonderzoek). De huisarts legt aan de gezinnen uit wie de SOH-JGGZ is, wat hij of zij doet en waarom het gezin doorverwezen wordt. Dit zorgt ervoor dat de gezinnen gemotiveerd en voorbereid binnenkomt bij de SOH-JGGZ. Kinderen en jongeren worden ingepland door de doktersassistenten en komen in de agenda van de SOH-JGGZ te staan. De SOH-JGGZ heeft ongeveer een uur de tijd voor elk gesprek. Er is ruimte om maximaal 5 gesprekken te voeren om eventueel zelf te behandelen of motivatiegesprekken te voeren. Dat is ook de limiet, zodat het niet te veel een behandelsetting wordt. Het doel is vooral triage en niet om de tweede lijn naar de huisarts te brengen. In de praktijk blijken 1 tot 2 gesprekken meestal voldoende. Een ander doel is dat de SOH-JGGZ de poortwachtersrol van de huisarts ondersteunt en de afstemming tussen het wijkteam en de huisartsen intensiveert op het terrein van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Wat waren de aanleiding en doelstelling? Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk gesteld voor de inrichting van het jeugdzorgveld. De huisarts heeft een interessante positie in het gehele aanbod van zorg dat gericht is op jeugd, onder andere vanwege de zelfstandige verwijsbevoegdheid, maar ook omdat bijna driekwart van de kinderen en jongeren tot 20 jaar jaarlijks minimaal één keer per jaar de huisarts bezoekt. Lees verder... De huisarts is meestal het eerste aanspreekpunt als ouders zorgen hebben over de lichamelijke of psychische gezondheid van hun kind. Vanuit het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Karakter ontstond de vraag of gespecialiseerde ondersteuning voor en in de huisartsenpraktijk zowel de huisarts als de gemeente kan voorzien in kwalitatief goede en (kosten)efficiënte zorg. Het verbeteren van de ketensamenwerking door inzet van de SOH-JGGZ is als specifieke doelstelling geformuleerd. Uit gesprekken met huisartsen bleek dat velen van hen geïnteresseerd waren in ondersteuning door een academisch geschoolde hulpverlener die verbonden is aan een instelling voor specialistische jeugd-ggz. De huisartsen en instellingen voor jeugd-ggz (zoals Karakter) hebben samen afspraken gemaakt over de functionele inzet en de inpassing binnen de huisartsenpraktijk. Terug naar boven Wat zijn de resultaten tot nu toe? Uit een eerste evaluatie (Otten e.a., 2018) blijkt dat vanuit huisartsenpraktijken met een SOH-JGGZ minder kinderen naar de ggz verwezen worden dan vanuit huisartsenpraktijken zonder een dergelijke ondersteuner. Dit verschil is vooral te zien in verwijzingen naar de generalistische basis-ggz. Lees verder... Mogelijk vangt de SOH-JGGZ een deel van de patiënten af die anders doorverwezen zouden worden naar de generalistische basis-ggz. Het verwijsidee van de huisarts zonder SOH-JGGZ is in 53% van de gevallen (verwijzingen) zwaarder dan wat het advies van de SOH-JGGZ zou zijn (Geuijen & Zwaanswijk, 2019). Hoewel vanuit huisartsenpraktijken met een SOH-JGGZ weliswaar minder jeugdigen worden verwezen naar de ggz als geheel, wordt een groter aandeel van de verwijzingen naar de specialistische ggz doorgestuurd dan vanuit huisartsenpraktijken zonder SOH-JGGZ. Mogelijk kan dit verklaard worden doordat de SOH-JGGZ ernstige psychiatrische problematiek beter en sneller signaleert. Ouders, kinderen en jongeren, huisartsen, zorgaanbieders en gemeenten zijn tevreden over de SOH-JGGZ. Doordat de SOH-JGGZ werkzaam is binnen een huisartsenpraktijk is de zorg laagdrempelig en dicht bij huis beschikbaar. Bovendien wordt de hulp in de meeste gevallen binnen 1 tot 2 weken geleverd. Huisartsen geven aan baat te hebben bij de voorlichting van de SOH-JGGZ aan gezinnen over wat deze kunnen verwachten van een zorginstelling waar zij naar verwezen worden. Dit voorkomt onduidelijkheid en onrust bij de gezinnen. De zorginstellingen kunnen zelf ook gerichter en sneller aan de slag met de precieze verwijsinformatie van de SOH-JGGZ. Als een kind of jongere niet gemotiveerd lijkt, dan kan de SOH-JGGZ ervoor kiezen om een extra gesprek voor te stellen om dichter bij de hulpvraag te komen. Daarna kan alsnog de verwijzing volgen. Bij de zorg voor kinderen en jongeren met psychische problemen zijn verschillende domeinen betrokken (o.a. onderwijs, sociaal team, huisarts). Betrokkenen uit ieder domein hebben hun eigen specialisme. Het integreren van deze domeinen is ingewikkeld. Huisartsen vinden het prettig dat de SOH-JGGZ vragen van ouders en scholen kan oppakken. Over de domeinen heen een vloeiende samenwerking realiseren in de procedures en formulieren is waar men uiteindelijk heen wil. Daar wordt aan gewerkt, maar het is complex. De SOH-JGGZ heeft de taak van brugfunctie, maar dat komt nu nog niet in alle regio’s goed van de grond. Nu is de SOH-JGGZ vooral beschikbaar voor de patiënten van de huisarts. Dit wordt positief geëvalueerd, blijkbaar ook omdat het nodig is bij de huisarts. Maar de rol van specialistisch ondersteuner zou ook in het onderwijs en bij het sociaal team een meerwaarde hebben. Via allerlei kanalen en vindplaatsen zou de huisarts geraadpleegd kunnen worden om langs deze weg bij de SOH-JGGZ terecht te komen, maar dat gebeurt nu niet. Er is geen duidelijke verklaring hiervoor te geven. Mogelijk heeft het te maken met cultuurverschillen en verschillen in taal en aanvliegroutes. De inhoudelijke expertise van de SOH-JGGZ is echter nodig in het hele veld. Er is momenteel een ontwikkeling gaande om de SOH-JGGZ op andere plekken in te zetten, zoals bij het wijkteam. Als de SOH-JGGZ een centrale positie krijgt, dan komen gezinnen vanuit het onderwijs, de huisarts en het sociaal domein bij de SOH-JGGZ. Dankzij die centrale positie zou de SOH-JGGZ tevens goed kunnen aangeven welke zorg er in de regio nodig is op basis van de hulpvragen uit de praktijk en het huidige behandelaanbod. Terug naar boven Waar is de SOH-JGGZ trots op? Het is fijn dat de gemeente aangeeft overtuigd te zijn van de goede zaak. In Wageningen is de SOH-JGGZ standaardzorg geworden. Lees verder... Het is ook positief om van huisartsen te horen dat ze ervan leren. De huisartsen zijn tevreden over deze werkwijze en willen graag verantwoordelijk blijven voor hun patiënten – dit zijn ze op deze manier ook. Huisartsen blijven namelijk de regie houden, maar kunnen met deze constructie meer kwaliteit bieden. Terug naar boven Welke vraagstukken zijn bij deze variant van belang? Heldere doelstellingen De kwaliteit is belangrijk en wordt centraal gesteld bij alle partijen binnen deze vorm van ondersteuning. Efficiëntie en een kostenreductie worden tevens als doelen gesteld. Bij de start is het belangrijk dat er wordt gezorgd voor een simpele monitoring van de werkinzet van de SOH-JGGZ, klachten, verwijspatronen en tevredenheid van gezinnen. De monitoring is helpend bij de evaluatie van de ondersteuningsvorm. Inzicht in de context De problematiek in de regio is breed en inzicht hierin is daarom van belang. In Ede spelen andere problemen dan in Wageningen. Echtscheidingsproblematiek bijvoorbeeld is ingewikkeld, omdat de problematiek bij het kind samenhangt met de problematiek bij ouders (systeemproblematiek). Als hier sprake van is, dan is het niet verstandig om alleen met het kind aan de slag te gaan, omdat deze belangrijke bron dan niet wordt aangepakt. Samenwerking Actuele kennis van het netwerk en de sociale kaart is een enorm belangrijk onderdeel van het werk als SOH-JGGZ. Bij een verwijzing wordt contact opgenomen met de zorgverleners. Persoonlijk contact heeft een meerwaarde. Met de ggz gaat dit makkelijker dan met het sociaal domein. Er is daarom op dat terrein meer interactie nodig om elkaar goed te leren kennen. Dat is bespreekbaar, maar de vraag is wie dat gaat initiëren en wie de kar gaat trekken. Dat zou iemand moeten faciliteren. Een aandachtspunt is dat de samenwerking en functionele afstemming tussen de SOH-JGGZ, POH, wijkteams, jeugdartsen en scholen verbeterd moet worden. De samenwerking tussen SOH-JGGZ en de huisarts loopt goed. De SOH-JGGZ streeft ernaar om de casussen altijd met de huisarts te bespreken, soms is daar geen tijd voor en dan wordt alleen iets in het dossier genoteerd. Regie en verantwoordelijkheid De huisarts heeft de regie en is eindverantwoordelijk voor het zorgtraject. De SOH-JGGZ zit bij de huisarts, maar heeft ook zijn eigen beroepsverantwoordelijkheid (BIG). Verwijzingen verlopen altijd via de huisarts. De (anamnestische) informatie wordt op verzoek van de SOH-JGGZ meegestuurd als bijlage wanneer een kind of jongere wordt doorverwezen. Terugkoppeling naar de huisarts is een belangrijk aspect in de samenwerking. Andersom worden huisartsbrieven ter informatie ook gedeeld met de SOH-JGGZ. Functieprofiel Vanuit Karakter is een functieprofiel opgesteld. Een voorwaarde voor de SOH-JGGZ is dat deze ook werkzaam is in de tweede lijn. Een belangrijke succesfactor is dat hoogopgeleide mensen bij de voordeur worden geplaatst. Dat is de kracht van deze vorm van ondersteuning. De kwaliteit van de triage moet van hoog niveau zijn. Je moet voldoende kennis (o.a. over ontwikkelingsproblematiek, systeemproblematiek, de DSM-5 en het diagnostische proces) en ervaring hebben om bij de voordeur te kunnen zitten. Financiering en juridische kaders De gemeente financiert de SOH-JGGZ. De betrokken ggz-instellingen en huisartsen declareren de SOH-JGGZ-uren (en in sommige gevallen het verhuren van praktijkruimte) bij de gemeente. Het is belangrijk dat er duidelijke afspraken gemaakt worden over de verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en privacy. Uit de evaluatie (Otten e.a., 2018) blijkt dat er ruimte is voor verbetering van afspraken over gegevensoverdracht in de jeugdzorgketen: functioneel, maar ook vanuit het oogpunt van privacy waarborging. Dossiervorming en logistiek De SOH-JGGZ heeft bij de meeste praktijken toegang tot het huisartseninformatiesysteem (HIS) en kan lezen wat de werkhypothese is van de huisarts. In huisartsenpraktijken wordt namelijk gebruik gemaakt van de digitale registratie SOEP: Subjectief (klacht/hulpvraag), Objectief (resultaten onderzoek), Evaluatie (werkhypothese) en Plan (diagnostisch / behandelplan). Door in dezelfde systemen te werken wordt de administratie zoveel mogelijk beperkt. Dit levert tijd- en kwaliteitswinst op voor de huisarts en de SOH-JGGZ. Wat betreft logistiek is het in sommige regio’s lastig gebleken om werkruimtes voor de SOH-JGGZ te vinden. In veel praktijken is er inmiddels een vaste ruimte, maar op een aantal plekken is dit nog steeds een vraagstuk. Bekijk uitleg bij alle vraagstukken die komen kijken bij jeugd-ggz ondersteuning in het voorveld Factsheet SOH-JGGZ (Geuijen & Zwaanswijk, 2019) Onderzoek SOH-JGGZ (Otten, Geuijen, Koopman, & Zwaanswijk, 2018) Meer informatie Bovenstaand stuk is door het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie opgesteld in samenwerking met Ronald Vilé (SOH-JGGZ) en Marieke Zwaanswijk (onderzoeker). Neem voor meer informatie contact op met Ronald Vilé of Marieke Zwaanswijk. Laatste update: december 2019 Varianten uit de praktijkCenA-team Gooi- en Vechtstreek POH-jeugd Maastricht POH-jeugd Purmerend CJG POH-jeugd Kennemerland Extr@Utrecht SOH Jeugd-ggz Food Valley SOJ Nijmegen OJG Appingedam Kennis voor de Transformatie Heeft deze kennis je geholpen? Bedankt voor je feedback Wil je hieronder aangeven wat je goed vindt, en wat het Kenniscentrum kan verbeteren? Bedankt! Naam E-mailadres Jouw feedback Duimen thumbs-up Duimen thumbs-down Δ Onderwerp Verbetering op de tekstKlinische stageMedicatieBehandelingen en instrumentenContact met een expert of behandelaarOpvoedenZorg voor mijn kindPers- of mediaverzoekIets anders (typ je vraag hieronder) Bericht Naam E-mail Δ