Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Bronnen van veerkracht

De belangrijkste bron van veerkracht bij kinderen blijkt de steun van een ouder of verzorger. Daarnaast spelen persoonlijke kenmerken zoals intelligentie, zelfvertrouwen en een goede relatie met een volwassene (Masten & Coatsworth, 1998) een rol. De sociale wereld waarin kinderen leven, bijvoorbeeld het gezin maar ook de school, leeftijdsgenootjes en de buurt waarin zij wonen, is eveneens een bron van veerkracht.

Steun vanuit deze bronnen wordt ‘ecologische veerkracht’ genoemd (Tol, Jordans, Reis, & de Jong, 2009). Een wisselwerking tussen de verschillende ecologische lagen zorgt voor het tot stand komen van veerkracht bij kinderen (Werner & Smith, 1992).

Het gezinsleven biedt beschermende factoren door 1) de fysieke aanwezigheid van ouders, 2) de pogingen die familieleden doen om hun kinderen te beschermen tegen geweld, 3) het bieden van steun bij het verwerken van ervaringen, 4) het delen van ervaringen die morele ontwikkeling kan bevorderen, en 5) het geven van een positief voorbeeld van hoe ze met problemen kunnen omgaan (Wallen & Rubin, 1997). Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen worden gerustgesteld als zij zien dat hun ouders en andere volwassenen kalm en evenwichtig reageren op spanningsvolle situaties (Daud, Klinteberg & Rydelius, 2007). Andersom kunnen psychische klachten bij kinderen herleid worden tot veranderingen in één van de ecologische lagen. Wanneer bijvoorbeeld een belangrijk persoon wegvalt of een gezin net verhuisd is, kan dit de veerkracht van kinderen verstoren. Daarnaast blijkt dat kinderen van getraumatiseerde ouders minder veerkracht vertonen dan kinderen van niet-getraumatiseerde ouders (Daud et al., 2007). Rond de 20% van getraumatiseerde kinderen ontwikkelt uiteindelijk een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS). Het overgrote deel heeft dus genoeg veerkracht om dit niet te ontwikkelen. Wanneer de belangrijkste veerkrachtfactor ontbreekt, namelijk een ouder, dan is de kans op het ontwikkelen van langdurige klachten veel groter. Ook hebben jonge vluchtelingen die meer steun vanuit de omgeving ervaren minder kans op het ontwikkelen van trauma-gerelateerde klachten (Candel, Offermans, Jelicic & Merckelbach, 2005).

Behandeling die uitgaat van veerkracht, houdt rekening met deze kracht- of kwetsbaarheidfactoren. Het ‘stress-steun-kracht-kwetsbaarheid’-model wordt hiervoor gebruikt. Dit model richt zich op het aanpakken van klachten door het vergroten van de veerkracht, wat bestaat uit persoonlijke kracht en sociale steun. Een voorwaarde voor het werken met dit model is dat de hulpverlener de patiënt goed moet leren kennen (Lamkaddem et al., 2015). De hulpverlener moet inzicht krijgen in de specifieke factoren die deze patiënt klachten opleveren of juist kunnen helpen in de behandeling.