Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Systeem

Getraumatiseerde systemen

Het bieden van een warme, continue en intieme relatie kan een uitdaging worden wanneer een ouder lijdt aan PTSS-symptomen. Recente studies wijzen op een evidentie voor een relatie tussen ouderlijk trauma, de ouder-kind interactie en de ontwikkeling van het kind. Sensitiviteit en responsiviteit, dat wil zeggen het accuraat lezen van en reageren op de signalen van het kind, worden als de belangrijkste indicatoren van de kwaliteit van de ouder-kind interactie beschouwd. Het zijn voorwaarden voor een veilige hechting tussen ouder en kind. Getraumatiseerde moeders zijn echter minder sensitief, meer intrusief en vijandig naar hun kinderen. Zij zijn dus minder beschikbaar en betrokken, en meer verstorend en agressief (bedekt of openlijk) in de interactie met hun kind. Daarnaast wordt voor ouders met PTSS een verhoogd risico op het plegen van kindermishandeling gerapporteerd. De kinderen laten meer internaliserende en externaliserende gedragsproblemen zien (van Ee, Hein, Bala & Mooren, 2014).

Van Ee (2013) bestudeerde de samenhang tussen vluchtelingtrauma van moeders en vaders en de ontwikkeling van het jonge kind. De mate waarin deze vaders en moeders last hadden van PTSS-symptomen was hoog. Op basis van de Harvard Trauma Questionnaire krijgen 86% van de vaders en 72% van de moeders de classificatie PTSS. De kwaliteit van de relatie van de ouder met het kind werd binnen een spelsituatie gemeten op vier dimensies, namelijk de mate van sensitiviteit, structureren, intrusiviteit en vijandigheid. Over de gehele groep was de kwaliteit van de interactie gematigd positief. Posttraumatische stress had een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van de interactie. Ouders met een hoge score voor posttraumatische stress waren minder sensitief, minder structurerend en meer vijandig. De kinderen van ernstig getraumatiseerde asielzoeker- en vluchtelingouders lieten meer ontwikkelingsproblemen zien dan kinderen van ouders met weinig PTSS klachten. Moeders met meer ernstige symptomen van posttraumatische stress rapporteerden ernstiger internaliserend gedrag bij hun kinderen, maar niet ernstiger externaliserend gedrag dan moeders met minder ernstige symptomen. Uit de observaties bleek dat de kinderen van moeders met meer symptomen minder responsief of ontvankelijk waren naar hun moeder. Symptomen van posttraumatische stress van ouders bleken direct gerelateerd aan een onveilige of gedesorganiseerde hechting van hun kinderen. De resultaten wijzen op de noodzaak tot herstel van afstemming tussen de getraumatiseerde ouder en het kind.

Ook gezinshereniging kan een eigen complexe dynamiek in de afstemming tussen ouder en kind met zich meebrengen daar gezinsleden in een nieuwe levensfase de relatie met elkaar opnieuw dienen vorm te geven.