Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Beloop en prognose

Risicofactoren voor het ontwikkelen van ARFID zijn o.a. hypersensitiviteit in het mondgebied, negatieve conditionering na het doormaken van een medische ingreep (bijvoorbeeld een oesophagoscopie), na een stikervaring of hevig braken (DSM 5). Ook zijn er aanwijzingen dat psychopathologie van de ouders, en de ouder-kind interactie rondom het eten van invloed kan zijn op het ontwikkelen van een voedings- of eetstoornis (Bryant-Waugh, 2013). Bij (oudere) kinderen en adolescenten kan het vermijden of beperken van voedsel te maken hebben met meer algemene emotionele moeilijkheden die (nog) niet voldoen aan de criteria voor een angst- of een stemmingsstoornis.

Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar het beloop en de prognose van kinderen met een voedingsstoornis. Uit één longitudinale studie waar 72 kinderen die op jonge leeftijd een voedingsstoornis hadden werden gevolgd, bleek dat er 7 tot 8 jaar later nog diverse eet- en andere gedragsproblemen speelden (Ammanniti, 2012). Ook is onbekend of ARFID op jonge leeftijd predisponeert voor het ontwikkelen van bijvoorbeeld AN of BN op latere leeftijd, hoewel in 1 recente studie beschreven wordt dat 4 van de 34 kinderen en jongeren met de aanvankelijke diagnose ARFID uiteindelijk toch voldaan werd aan de criteria van AN (Norris e.a., 2014).