De NPM-2005 schat de omvang van kindermishandeling op 107.200 gevallen. De prevalentie voor 2005 is daarmee ongeveer 30 gevallen van kindermishandeling op iedere 1.000 kinderen. De meerderheid van de gevallen betreft vormen van verwaarlozing, te weten fysieke en emotionele verwaarlozing en verwaarlozing van het onderwijs. De schatting van het aantal slachtoffers van seksuele mishandeling is ruim 4.700 gevallen. Fysieke mishandeling komt in ruim 19.000 gevallen voor. De SOM schat de omvang van kindermishandeling op 160.700 gevallen in deze leeftijdsgroep. In de afgelopen twaalf maanden bleek bijna twintig procent van de jongeren ervaring te hebben gehad met een vorm van kindermishandeling. Ruim eenderde van de jongeren geeft aan ooit kindermishandeling te hebben meegemaakt in de vorm van ernstige psychologische agressie van ouders, fysiek geweld binnenshuis, waargenomen fysieke conflicten tussen ouders, seksueel misbruik en/of ernstige verwaarlozing. Eén op de vijftien jongeren is in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van een combinatie van verschillende vormen van kindermishandeling. Uit de SOM blijkt verder dat psychologische agressie van ouders en fysiek geweld binnenshuis de meest gemelde categorieën van kindermishandeling zijn. “Familiaal Huiselijk Geweld wordt sinds 2003 door het AMK geregistreerd. Hoewel exacte cijfers ontbreken, wordt geschat dat per jaar ongeveer 360.000 kinderen één of meer malen thuis het slachtoffer zijn van ernstig fysiek geweld. Per jaar wordt ongeveer 34.000 maal contact opgenomen met een AMK omdat er (ernstige) vermoedens van kindermishandeling zijn (Baartman, 2005). Volgens het Ministerie van Justitie (2005) worden per jaar 56.000 incidenten van Huiselijk Geweld in de politie dossiers opgenomen, hetgeen 12% is van de werkelijke gevallen. Het Ministerie meldt verder dat per jaar ongeveer 100.000 kinderen getuige zijn van het Huiselijk Geweld, en dat van die kind-getuigen er 40.000 het risico lopen gedrags- en/of emotionele problemen te ontwikkelen. Jaarlijks overlijden ongeveer 40 tot 50 kinderen aan de gevolgen van mishandeling (Kuyvenhoven, Hekkink, & Voorn, 1998). Deze schattingen zijn naar alle waarschijnlijkheid aan de lage kant, er worden meer kinderen mishandeld dan er worden gemeld, en ook maar een deel van de gevallen van Huiselijk Geweld wordt gemeld. En naar alle waarschijnlijkheid overlijden er per jaar meer kinderen aan kindermishandeling, en zijn er gevallen die ten onrechte als natuurlijke dood zijn geduid” (citaat uit oratie Francien Lamers-Winkelman, 2006, pagina 2).