Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Antipsychotica

Tics komen relatief veel voor bij kinderen. Vaak zijn ze tijdelijk en weinig opvallend aanwezig. In lang niet alle gevallen zijn kinderen en hun ouders zich er van bewust dat ze tics hebben. Daarom moet altijd actief naar het voorkomen van tics gevraagd worden. Hierbij moet altijd goed worden uitgelegd wat onder tics wordt verstaan, en moeten ook voorbeelden van tics worden genoemd. In de algemene bevolking heeft het woord tics namelijk vaak de betekenis van bijzondere gewoonten of interesses.

Diagnostiek van ticstoornissen is veelal betrekkelijk eenduidig en kan vaak goed plaatsvinden binnen algemene instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. In meer complexe gevallen of als er primair sprake is van een ticstoornis die gepaard gaat met duidelijke beperkingen in het dagelijks leven of subjectieve last kan gedacht worden aan verwijzing naar specialistische centra, met meer ervaring en expertise in ticstoornissen bij kinderen. In Nederland bestaan diverse centra gericht op ticstoornissen bij kinderen en jeugdigen: binnen het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie in Groningen, Yulius te Barendrecht, het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie van Karakter in Nijmegen, de Bascule in Amsterdam, Altrecht in Utrecht en HSK Expertise Tics (met dependances in Den Bosch, Amsterdam, Den Haag en Assen).Bij het onderzoek van kinderen en adolescenten met ticstoornissen is het belangrijk om oog te hebben voor het in kaart brengen van comorbiditeit. Vooral aandachtsstoornissen met of zonder hyperactiviteit (AD(H)D) en dwangstoornissen (Obsessief Compulsieve Stoornis), maar ook emotionele stoornissen (angst, depressie) en autismespectrumstoornissen komen relatief vaak voor in combinatie met ticstoornissen. Voor de diagnostiek daarvan verwijzen wij naar de desbetreffende protocollen.

In 2011 zijn Europese richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van het Tourette syndroom verschenen in het tijdschrift European Child and Adolescent Psychiatry (ECAP). De richtlijnen zijn geschreven door de European Society for the study of Tourette’s syndrome (ESSTS). U kunt de richtlijn Assessment online vinden.

Screening

Screening op het voorkomen van ticstoornissen kan bijvoorbeeld gebeuren binnen een vragenlijstpakket dat bij veel instellingen voorafgaand aan of in aansluiting op de intake door de ouders wordt ingevuld, in de vorm van een korte screeningslijst naar het voorkomen van tics (nu dan wel in het verleden). Het best daarvoor geschikt is de Apter tic screeningslijst (Apter, et al., 1993). Als hieruit geen tics worden aangegeven is het raadzaam dit bij het intakegesprek nog actief te controleren door observatie van het kind en gericht navragen. Ook als een kind positief scoort op de tic-screeningslijst moet altijd actief bij het intakegesprek worden nagevraagd of er inderdaad sprake is (geweest) van tics. Het blijkt namelijk dat relatief veel ouders op de tic-screeningslijst aangeven dat er mogelijk sprake is van tics zonder dat dit bevestigd kan worden bij actief uitvragen. Andersom wordt de diagnose ticstoornis wel eens gemist als er geen zichtbare tics zijn tijdens het onderzoek. Ouders doen er dan goed aan een video-opname te maken van de thuissituatie (of een andere situatie waarin tics aanwezig zijn) en dit mee te nemen naar het onderzoek.

Klinische diagnostiek

Als bij het intakegesprek wel naar voren komt dat er actueel dan wel in het verleden sprake is van tics bij het kind is het belangrijk, gezien de grote heterogeniteit van ticstoornissen, de ernst en aard van de tics, nu en in het verleden nader te preciseren. Een goed hulpmiddel hierbij is de Yale Global Tic Severity Scale (Leckman, et al., 1989). Hiermee kan van zowel de actuele als de worst-ever ernst van de tics in kaart worden gebracht. De Yale Global Tic Severity Scale bevat ook een inventarisatie van zowel de huidige als life-time typen motorische en vocale tics. Na het afnemen van dit semi-gestructureerde interview in combinatie met observatie van het kind of de jongere door de clinicus kan een DSM 5 classificatie met betrekking tot ticstoornissen worden gesteld. Verder is het raadzaam het voorkomen van tics in de eerste- en tweedegraads familie na te gaan.

Apter tic screeningslijst:Beschrijving: In de Apter tic screeningslijst wordt van de vier voorkomende tics gevraagd of die voorkomen.
Voordelen/Nadelen: Een groot voordeel is dat het invullen zeer weinig tijd kost, minder dan een minuut. Een nadeel is dat de sensitiviteit en specificiteit van het instrument niet bekend zijn.
Beschikbaarheid: Het instrument is beschikbaar bij het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie te Groningen, p.hoekstra@accare.nl, tel. (050) 3681100, Postbus 660, 9700 AR Groningen.

YGTSS (Leckman e.a., 1989):
Beschrijving: De Yale Global Tic Severity Scale is een semi-gestructureerd interview dat allereerst een inventarisatie behelst van het voorkomen nu dan wel in het verleden van de verschillende typen motorische en vocale tics. Tevens volgt in deze vragenlijst een beoordeling van de ernst van de tics met betrekking tot de afgelopen week aan de hand van het vastleggen van het aantal tics, de frequentie van tics over de dag, de intensiteit en complexiteit van de tics en de interferentie van de tics met spreken en dagelijkse handelingen. Dit wordt nagegaan voor motorische en vocale tics afzonderlijk. Het afnemen van de Yale Global Tic Severity Scale duurt niet langer dan een half uur en vaak korter, afhankelijk van de ernst van de tics.
Voordelen/Nadelen: Dit instrument heeft uitstekende psychometrische eigenschappen met betrekking tot zowel validiteit als inter-rater betrouwbaarheid. Het is internationaal, zowel in de klinische praktijk als in wetenschappelijk onderzoek dan ook verreweg het meest gebruikte instrument bij ticstoornissen. Een verder voordeel is de praktische toepasbaarheid van het instrument: het instrument bevat in feite een systematische weergave van klinisch relevante vragen.
Beschikbaarheid: Het instrument is in Nederlandse vertaling beschikbaar bij het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie te Groningen p.hoekstra@accare.nl, tel. (050) 3681100, Postbus 660, 9700 AR Groningen.

Referenties

Apter, A., Pauls, D.L., Bleich, A., Zohar, A.H., Kron, S., Ratzoni, G., et al. (1993). An epidemiologic study of Gilles de la Tourette’s syndrome in Israel. Archives of General Psychiatry, 50, 734-738.

Leckman, J.F., Riddle, M.A., Hardin. M.T., Ort, I., Swartz, K.L., Stevenson, J. & Cohen, D.J. (1989). The Yale Global Tic Severity Scale: initial testing of a clinician-rated scale of tic severity. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 28, 566-73.