In de meerderheid van de gevallen gaan ticstoornissen, zoals de stoornis van Gilles de la Tourette (GTS), gepaard met bijkomende klachten en/of stoornissen. Deze kunnen het kind veel hinder opleveren en zijn vaak meer tot last dan de tics zelf. Met name aandachtsproblemen met hyperactiviteit (ADHD) en dwang (obsessieve compulsieve stoornis, OCS) komen voor (Hirschtritt, et al., 2015; Robertson et al., 2008, 2017). Ook internaliserende problemen (angst en depressie) en problemen in sociale vaardigheden komen vaak voor bij ticstoornissen. Mogelijk treden de depressieve gevoelens en angstklachten mede op als gevolg van de ticstoornis en de last die ze hiervan ondervinden (Van de Griendt & Verdellen, 2013). Tics kunnen ook samengaan met autisme spectrum stoornissen (ASS), zo komt GTS bij 7% van de kinderen met ASS voor, veel meer dan in de gewone bevolking (Baron-Cohen et al 1999). Echter tics, stereotypieën en rigide gedragspatronen kunnen soms moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn (Darrow et al 2017). Daarnaast komen slaapproblemen en spraak- lees, en schrijfproblemen vaker voor bij kinderen met een ticstoornis (Van de Griendt & Verdellen, 2013).