De differentiaaldiagnose voor een somatisch-symptoomstoornis is breed en kan bijvoorbeeld, maar niet alleen omvatten: somatische aandoeningen, autisme, stemmingsstoornissen (zoals dysthymie, depressie), angststoornissen (zoals de paniekstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, separatieangststoornis, schoolfobie en sociale angststoornis), PTSS, obsessieve compulsieve stoornis, ziekteangststoornis (hypochondrie). Een bijzondere groep wordt gevormd door simulatie, de nagebootste stoornis en de nagebootste stoornis door een ander (Fiertag et al., 2012; Shaw et al., 2010; Van de Putte et al., 2013). Verder moet gelet worden op een eventueel behandelconflict elders: Een arts en een gezin/kind die erg verschillen van mening over aspecten (oorzaak, gevolgen, mate van beperkingen) van een somatische ziekte, wat kan leiden tot een SOLK-achtige presentatie. TagsDiagnose