Kinderen of jongeren met een somatisch-symptoomstoornis (matige tot ernstigere vormen van SOLK) hebben vaak een lang medisch traject doorlopen waarbij geen of een gedeeltelijke somatische oorzaak is gevonden voor hun klachten. Het kind of jongere en de ouders/verzorgers kunnen zich niet serieus genomen voelen bij verwijzing naar de jeugd-ggz, omdat zij zelf een somatische oorzaak van de klachten vermoeden (Fiertag et al., 2012; Kreipe, 2006, in Shaw et al., 2010). Het is van belang om bij het uitvragen van de lichamelijke en psychosociale factoren door te vragen op de beleving van en ervaringen rondom het medisch diagnostisch traject. Het komt voor dat het doorlopen van het medisch diagnostische traject als negatief is ervaren, omdat kind of jongere en ouders/verzorgers zich niet gehoord en erkend hebben gevoeld. Uit ervaringen van jongeren en ouders blijkt dat de impact op het dagelijks leven van de jongere en het gezin groot kan zijn. Leven met onzekerheid dat jongeren en naasten niet weten wat er speelt, de zorgen en angst hierom en de onmacht die het met zich meebrengt. Wanneer een jongeren niet naar school kan, mist de jongere een deel van het onderwijs en ook sociale interacties met leeftijdsgenoten. Het komt ook regelmatig voor dat jongeren vrienden verliezen of niet begrepen worden door hun leeftijdsgenoten. Dit kan een gevoel van eenzaamheid geven. Ook de impact op naastbetrokkenen is groot wanneer de zorg rondom een kind veel aandacht, tijd en energie vraagt. Dit kan een uitdaging zijn voor ouders en broertjes/zusjes in het gezin. “Juist omdat je het aan de buitenkant niet kan zien, worden je klachten vaak in twijfel getrokken.”“Het van dokter A, naar B naar C moeten is lastig. Het is fijn als de zorg (nog) sneller de link tussen lichaam en geest afstemt. Daarom is aandacht voor dit onderwerp zo belangrijk.” Het is van belang dat de therapeut met empathie stil staat bij al deze mogelijke ervaringen van de jongere en het gezin en vraagt uit of er sprake is van posttraumatische stressklachten en of het kind door deze ervaringen anders naar zichzelf is gaan kijken. Het krijgen van consensus over de factoren die een rol spelen bij de klacht en de aanpak daarvan is noodzakelijk voor een succesvol vervolg. Bij de medische diagnostiek van somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten is het uitsluiten van een somatische oorzaak en consensus hierover met kind en ouders/verzorgers de eerste stap. Het is goed om in het achterhoofd te houden dat het bij een somatisch-symptoomstoornis gaat om klachten waarvoor op dit moment na adequate medische diagnostiek geen onderliggende oorzaak wordt gevonden, maar waarvoor mogelijk in de toekomst wel een ziekte ontdekt wordt die de klachten kan verklaren. Andersom, wanneer bij het kind een somatische aandoening wordt vastgesteld, sluit dit de aanwezigheid van SOLK niet uit (Shaw et al., 2010). De klachten kunnen namelijk ernstiger of langduriger zijn, ofwel het functioneren sterker beperken dan op basis van de aandoening te verwachten is (Landelijke Stuurgroep MDR, 2010). TagsDiagnose