De gebruikelijke aanmeldingsklachten voor slaapproblemen betreffen in- en doorslaapproblemen, overmatig slapen, slapen op ongewenste tijdstippen en abnormaal gedrag tijdens het slapen (Berden, 2000). De prevalentiecijfers wat betreft de slaapstoornissen en de slaapproblemen bij kinderen en adolescenten zijn uiteenlopend, waardoor er slechts een schatting gemaakt kan worden. Ongeveer 15 tot 30% van de kinderen heeft last van slaapproblemen (Boer, 2003; Van Litsenburg e.a., 2010). Slaapproblemen kunnen bij kinderen van alle leeftijden voorkomen en kunnen op verschillende leeftijden beginnen. Insomnie volgens DSM-IV criteria komt voor bij 5 tot 11% van de adolescenten (Johnson e.a., 2006; Roberts e.a., 2008). Ongeveer 35 tot 40% van de patiënten met chronische slaapklachten (voornamelijk insomnie) lijdt aan een psychische stoornis, in de meeste gevallen een depressie (van Bemmel e.a., 2001). De prevalentie van slaapproblemen bij kinderen met ADHD en autisme is 50 tot 80%, waarbij in- en doorslaapproblemen het meest gerapporteerd worden (Van der Heijden e.a., 2005; Owens, 2008; Corkum e.a., 2011; Children review 2017).