Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Klinisch beeld

Er is weinig onderzoek gedaan naar het delier bij kinderen, ook wel het pediatrisch delier (PD) genoemd (Kudchadkar e.a., 2014; Schieveld & Jansen, 2014). Deze schaarste aan onderzoek betreft zowel de epidemiologie, diagnostiek, behandeling (farmacologisch en non-farmacologisch) als de preventie en de uiteindelijke prognose. Echter, de laatste tien jaar is er een langzame, maar gestage groei van PD papers van over de hele wereld. Het pediatrisch delier wordt beschreven vanaf de zeer jonge leeftijd van 6 maanden (Schieveld, 2008; Turkel, 2003). De klinische presentatie van het delier bij kinderen is grotendeels hetzelfde als bij volwassenen (Trzepacz & Meagher, 2005; Leentjens e.a., 2008). Alhoewel de symptomen van een delier bij kinderen overeenkomen met de symptomen van een delier bij volwassenen, is de beoordeling van de symptomen soms (erg) moeilijk, zeker bij zeer jonge kinderen. Cognitieve veranderingen beoordelen bij een kind dat nog niet kan praten is bijvoorbeeld erg lastig, zeker als een kind geïntubeerd is.

Verder bestaan er drie verschillende typen van het delier: het hyperactieve (hyperalerte of hyperkinetische) delier, het hypoactieve (hypoalerte, hypokinetische of stille) delier en het gemengde delier. Niet alleen verschillen deze typen in klinisch beeld, ook zijn er verschillen in effect van de therapie. Hyperactieve delieren reageren vaak goed op psychofarmaca, hypoactieve delieren helaas niet. Waarschijnlijk kan het hypoactieve delier veel beter beschouwd worden als een acuut apathy syndroom, ook om zo “behandelmisverstanden” te voorkomen (zie ook pagina 2 en de referentie Schieveld en Strik (2018) in Critical Care Medicine).

In zijn algemeenheid ontstaat het delier vaak snel, vaak binnen enkele uren en verergert meestal in de loop van de namiddag of avond, als het donker wordt. Het dag-nachtritme was vaak al langer verstoord door problemen met slapen. Slaapstoornissen en omkering van het dag-nachtritme zijn prodromale verschijnselen bij het ontstaan van een delier. Deze omkering van het dag-nachtritme houdt de slaapstoornissen vervolgens soms weer in stand. Kenmerkend voor het delier is het veranderde en soms wisselende bewustzijn met de gestoorde aandachtsfunctie en het verminderd besef van de omgeving. Andere veranderingen in de cognitieve functies kunnen aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van geheugenproblemen, maar die worden vooral gezien bij jeugdigen vanaf 12 jaar (Schieveld & Janssen, 2014).

Hyperactief delier

Bij het hyperactieve delier is de waarneming vaak gestoord met visuele, soms auditieve hallucinaties of illusionaire vervalsingen (Van Dijk e.a., 2012). Inhoudelijke denkstoornissen als waanideeën of wanen kunnen aanwezig zijn, vaak met een paranoïde inhoud. Kinderen en jeugdigen kunnen bijvoorbeeld denken dat de verpleegkundige die het infuus komt verwisselen hen gaat vergiftigen. Kinderen met een delier zijn vaak prikkelbaar of angstig met soms een sterk wisselend affect. Motorische onrust kan aanwezig zijn in de vorm van plukken aan bijvoorbeeld infuuslijnen, luier of lakens. Soms is de onrust zo sterk dat de patiënt zichzelf daardoor in gevaar brengt door infuuslijnen uit te trekken of door uit bed te willen stappen.
Ook bij angst, jammeren of wanneer het kind ontroostbaar is, moet aan delier gedacht worden (Leentjens e.a., 2008). Ten slotte is de mening van de ouders of andere verzorgers van groot belang. Indien zij aangeven dat het gedrag van hun kind anders is dan voorheen tijdens opname, moet gedacht worden aan een delier (Stoddard & Wilens, 1995).

Hypoactief delier

Het hypoactieve wordt gekarakteriseerd door een ‘lege’ blik, verminderde responsiviteit, verminderde motorische activiteit en apathie. Tevens kan het worden vergezeld door psychotische symptomen (zoals bij de opioïde psychose). Het is bekend voor het bijna resistent zijn voor welke behandeling dan ook en zijn positieve relatie met verhoogde morbiditeit en mortaliteit (Schieveld & Strik, 2017). Hypoactief delirium moet waarschijnlijk gezien de andere presentatie- en behandelopties dan ook meer gezien worden als een “acute apathisch syndroom” (Schieveld & Strik, 2018).

Lees meer over de diagnostische criteria van pediatrisch delier onder Diagnose.