Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Zwakbegaafde jongeren met psychiatrische stoornis

Het gaat hier om interventies die in eerste instantie ontwikkeld zijn voor doorsnee-jeugdigen met problemen. Bij de doelgroep-omschrijving wordt soms expliciet aangegeven dat jeugdigen met een LVB ook tot de doelgroep kunnen worden gerekend. In de meeste gevallen wordt vervolgens als nadere specificatie vermeld dat een IQ > 70 noodzakelijk is, dan wel dat voor jongeren met een LVB een aangepaste versie voor handen is.

Een aantal van de hierna genoemde interventies zijn ontleend aan de website van de Erkenningscommissie van het Ministerie van Justitie.

Trainingen en therapieën

AHT bestaat uit drie fasen: Eerst wordt geleerd over de verschillende componenten van boosheid en de functie ervan. Daarna leert men vaardigheden of krijgt men assertiviteitstraining. In de laatste fase wordt het geleerde toegepast in rollenspellen en echte situaties en wordt geëvalueerd of het goed toegepast wordt. Vooral omdat LVB-ers moeite hebben met het hanteren van stress, en de neiging hebben daarop negatief en agressief te reageren (Ponsioen, 2001) lijkt AHT bij deze doelgroep aan te slaan. Uit onderzoek blijkt dat het agressieniveau afneemt, zowel op korte termijn (Willner, e.a., 2002), maar ook op de langere duur (Rose, e.a., 2000). Ook het niveau van depressie daalde na deze training (Rose e.a., 2000). Van belang bij toepassing van AHT bij mensen met een LVB is dat de training niet alleen gericht is op het aanpassen van het gedrag van het individu, maar ook op het aanpassen van de omgeving (Didden, 2006).

AHT is bewezen effectief voor verschillende groepen, waaronder mensen met een LVB (Didden, 2006).

Terug naar boven

Voor mensen met een LVB is het vaak moeilijk om werk te vinden en te behouden. Het hebben van werk is echter een belangrijke voorwaarde om te participeren in de samenleving. Veel instellingen bieden arbeidstraining of arbeidshulpverlening aan voor mensen met een LVB. De trainingen zijn gericht op het aanleren of verbeteren van praktische en sociale vaardigheden, zoals op tijd komen, omgaan met collega's, werkgever en regels, hulp vragen enzovoort.

NB: Uit onderzoek blijkt dat zulke trainingen effectief zijn voor mensen met een LVB. Mensen met een LVB die zo'n training hebben gehad hebben vaker een competitieve baan dan mensen met een LVB die niet zo'n training hebben gehad (Moore e.a., 2002, Neijmeijer e.a.,2010)

Terug naar boven

ACT is geen therapie, maar een zorgorganisatiemodel voor mensen met ernstige en langdurende psychiatrische problematiek. Het doel van ACT is de cliënt zo zelfstandig en tevreden mogelijk te laten leven, met een zo hoog mogelijke kwaliteit. Hiervoor wordt een combinatie van psychiatrische behandeling, praktische zorg en rehabilitatie aangeboden. Dit gebeurt zoveel mogelijk in de thuis- of verblijfssituatie van de cliënt, om opname tegen te gaan. De behandelaars zijn 24 uur per dag beschikbaar en de begeleiding van de cliënt is intensief. Sinds het ontstaan van ACT is er veel onderzoek naar gedaan en is gebleken dat het een effectieve behandelingsvorm is (Mulder en Kroon, 2005). Het is dan ook opgenomen als evidence-based practice in de multidisciplinaire richtlijn schizofrenie.

Naar de effectiviteit van ACT bij mensen met een LVB is nog maar weinig onderzoek gedaan. De onderzoeken die er zijn gedaan, laten verschillende uitkomsten zien maar zijn moeilijk met elkaar vergelijkbaar omdat ze verschillen in ontwerp, doelgroep en/of uitkomstmaten. In Nederland starten op korte termijn een aantal (SGL)VG-instellingen met ACT teams, specifiek voor mensen met een LVB met complexe problematiek. De ontwikkeling van ACT binnen de LVB-sector wordt door het Trimbos-instituut ondersteund, o.a. door het beschrijven van modellen en criteria voor deze zorg (Kroon, 2010).

Terug naar boven

Brains 4 Use is een gedragsinterventie voor jongeren die zijn opgenomen in een justitiële jeugdinrichting en heeft als doel het verminderen van de kans op recidive door het terugdringen van drugs- en alcoholgebruik. Daarnaast vermindert Brains 4 Use de kans op uitval uit school of werk als gevolg van middelengebruik en voorkomt het schadelijke gevolgen voor het sociaal-emotioneel welbevinden en de gezondheid van de jongeren. Het programma bestaat uit 12 wekelijkse gesprekken, met een mogelijke uitloop voor bijzondere doelgroepen. De interventie is zowel voor jongens als voor meisjes bedoeld. Brains 4 Use is toepasbaar bij normaal begaafde en bij LVB-jongeren.

Dit programma is erkend door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. Binnen Nederland is de effectiviteit van het programma op recidivevermindering nog niet aangetoond. Wel heeft Rentray onderzoek gedaan in de vorm van een pilotstudie en is een internationale publicatie met betrekking tot dit programma verschenen (Lodewijks, 2006).

Terug naar boven

Het Buitenprogramma Work-Wise is een integraal onderdeel van de Work-Wise methode en is gericht op het begeleiden van jongeren voor, tijdens en na hun terugkeer in de maatschappij vanuit een (justitiële) jeugdinrichting. Het programma start ruim voordat de jongeren naar buiten mogen. Het doel van het 'Buitenprogramma Work-Wise' is het behouden van een passende opleiding, stage of werkplek. Het programma richt zich ook op wonen, sociaal netwerk en vrijetijdsbesteding. Het is bestemd voor jongeren van 15-23 jaar die voor minimaal 3 maanden in een (justitiële) jeugdinrichting geplaatst zijn. Het Buitenprogramma duurt 1 tot 1,5 jaar, afhankelijk van de begeleidingsnoodzaak (recidivekans) en de motivatie van de jongere.

In maart 2010 is deze behandeling erkend door de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie. 

Terug naar boven

De Community Reinforcement Approach (CRA) is ontwikkeld voor mensen met alcohol- en/of drugsverslaving. De benadering heeft als doel om samen met de cliënt te werken aan een vervangende, nieuwe leefstijl die hem meer voldoening geeft dan het middelengebruik. CRA is een actieve behandeling waarin het niet-gebruiken wordt beloond (Meyers & Miller 2001).

De effectiviteit van deze benadering is bewezen voor normaal begaafde cliënten (Miller e.a.1999). Ook op de LVB-doelgroep lijkt de benadering goed aan te sluiten (Clerkx en Trentelman, 2007; Kaal, 2009). Bij de toepassing van CRA bij de LVB-doelgroep is het van belang dat er veel geoefend wordt met het vertalen van het geleerde naar de dagelijkse situaties (Didden & Moonen, 2007).

Terug naar boven

De behandeling In Control! is bedoeld voor jongens van 12 tot en met 16 en 17 tot en met 21 jaar die agressieve delicten hebben gepleegd. De behandeling wordt door een trainer gedragswetenschapper en een bewegingstherapeut gegeven en is gebaseerd op agressieregulatie en ontspanningstechnieken, sociale vaardigheidstraining en cognitieve gedragstherapie. Door het intelligentieniveau (VIQ en TIQ > 70) en de leerstijl van de doelgroep ligt de nadruk op 'doen en ervaren' in plaats van op 'praten over'. Er wordt gebruik gemaakt van sport en speloefeningen, rollenspel, biofeedback en videofeedback. Na twee individuele oriënterende gesprekken vinden 21 bijeenkomsten plaats, waarvan 18 groepsbijeenkomsten (6 deelnemers) en drie individuele bijeenkomsten. De persoonlijk begeleiders / mentoren en de ouders worden intensief bij de training betrokken.

Terug naar boven

Een groepsgewijze zelfmanagementtraining voor sterk gedragsgestoorde LVB cliënten waarin mensen met een LVB geleerd wordt om te gaan met stress en spanningen (en dientengevolge vaak agressie). Belangrijk is dat de cliënt zelf last heeft van zijn gedrag en de relatie kan leggen tussen stress en ervaren spanningen en probleemgedrag. Het doel van de training varieert van minder snel kwaad worden, minder agressie en zelfverwonding, meer voor jezelf opkomen, minder snel schuldig voelen en werken aan zelfvertrouwen (Embregts, 2006).

Terug naar boven

MST heeft in juni 2010 de erkenning van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie gekregen.

Terug naar boven

Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer voor jongeren met een LVB probeert recidive terug te dringen door tijdens een periode van 12 maanden de jongere en zijn netwerk intensief te begeleiden. Zo wordt gewerkt aan het verkrijgen en behouden van huisvesting en werk/opleiding en van een, waar nodig professioneel, ondersteunend netwerk. Ook wordt er gewerkt aan vermindering van de impulsiviteit, verandering van de sturende rol van de a-sociale kernovertuigingen en het vergroten van probleemoplossende en sociale vaardigheden. Dit gebeurt in de eigen context van de jongere, altijd in nauwe samenwerking met het bestaande of nieuw opgebouwde sociaal netwerk, en bij voorkeur ook met ouders.

De doelgroep bestaat uit jongeren van 16 tot en met 23 jaar met een gemiddeld tot hoog recidiverisico en met gemiddelde tot ernstige en delictgerelateerde problemen op het gebied van vaardigheden, denkpatronen en gedrag. Bij de jongeren is sprake van een functioneren op het niveau van een LVB, dat wil zeggen een IQ van 50-70 of een IQ van 70-85 in combinatie met een beperkt sociaal aanpassingsvermogen.

NPT is in 2008 erkend door de Erkenningscommissie van het Ministerie van Justitie en wordt momenteel uitgevoerd en geïmplementeerd in diverse gemeenten in Nederland. Een meerjarig effectonderzoek door de Universiteit van Amsterdam is in 2009 van start gegaan. Een behoorlijk percentage van de doelgroep NPT bestaat uit jongeren die functioneren op het niveau van een LVB.

NPT-LVB is de eerste en tot op heden enige erkende gedragsinterventie voor minderjarige justitiabelen met een licht verstandelijke beperking.

Terug naar boven

Om te voorkomen dat een individu terugvalt in ziekte of gedrag, is het belangrijk om signalen te herkennen die zo'n terugval kunnen voorspellen. Wanneer de cliënt zelf deze signalen herkent, kan dit leiden dat tot een verminderde kans op terugval of opname (Crowley, e.a., 2008). Het doel van psycho-educatie is om deze kennis te vergroten, waardoor men zijn aandoening beter kan hanteren en de therapietrouw wordt vergroot. Psycho-educatie wordt gegeven in groepen als ook individueel aangeboden. Het richt zich zowel op de cliënt zelf als op zijn omgeving. Uit onderzoek blijkt dat psycho-educatie kennis over de aandoening en het zelfbeeld verbetert bij de normaalbegaafde populatie (George, 1999).

"Over de effectiviteit van psycho-educatie bij mensen met een LVB is nog weinig bekend. Twee studies hebben dit wel onderzocht. In de ene boden Crowley e.a. (2008) psycho-educatie in een aangepaste vorm (met veel beeldmateriaal) aan acht mensen met een LVB met schizofrenie of een bipolaire stoornis aan. Hieruit bleek dat het zelfbeeld niet verbeterde, maar de kennis over de ziekte wel. Verder bleek dat het meenemen van een verzorger leidde tot beter begrip bij de verzorger. Daarnaast vonden de deelnemers het fijn om andere mensen die in dezelfde omstandigheden verkeerden te ontmoeten en werden ze beter in het herkennen van signalen die een terugval voorspelden. Deze effecten bleven minstens twee jaar na deelname werken. Pitschel-Walz en collega's (2009) deden een onderzoek naar psycho-educatie bij zwakbegaafden (IQ tussen 70 en 85). Hieruit bleek dat de psycho-educatie die aan normaal begaafden werd aangeboden voor hen even effectief is." (Neijmeijer, e.a., 2010, p22)

Psycho-educatie is naast informatief vaak ook confronterend. Het kan een proces van verliesverwerking in gang zetten, waarbij ouders gaan accepteren dat hun kind een mindere mate van zelfstandigheid zal verwerven dan personen zonder een LVB. Ook de jeugdige zelf kan moeite hebben met het accepteren van zijn beperkingen.

Terug naar boven

De training Samen stevig staan is gebaseerd op de evidence-based training Minder Boos en Opstandig, een training voor de normaal begaafde doelgroep. De training Samen stevig staan is bedoeld voor kinderen en jongeren van 10 tot 16 jaar met oppositioneel-opstandig gedrag en antisociale gedragsproblemen. Het unieke aan Samen stevig staan is dat zowel de kinderen als hun ouders een training krijgen aangeboden. Hierbij worden de geleerde vaardigheden extra geoefend binnen de dagbehandeling en op school, zodat ook medewerkers van de dagbehandeling en leerkrachten worden betrokken.

Oordeel Erkenningscommissie Interventies, Nederlands Jeugdinstituut: Theoretisch goed onderbouwd.

Samen Stevig Staan maakt deel uit van het consortium Coping LVB.

Terug naar boven

Het Sociaal competentie model is een methodiek om mensen vaardigheden aan te leren zodat ze in de maatschappij kunnen functioneren. Het SCM biedt mogelijkheden en methodieken om stapsgewijs nieuwe vaardigheden te leren.

Er wordt gekeken naar positief gedrag dat de cliënt al laat zien. Het SCM is oorspronkelijk ontwikkeld voor delinquente jongeren, maar wordt ook toegepast op de LVB-doelgroep. Specifiek voor deze doelgroep is door Albrecht en Slot (1999) een handleiding ontwikkeld. Voor de LVB-doelgroep worden kleine doelen gesteld, er wordt beeldmateriaal gebruikt, minder gepraat en meer gedaan (Jochemsen en Berger, 2002). Daarnaast moeten mensen met een LVB als extra vaardigheid leren omgaan met hun beperking en moet er een duidelijke structuur geboden worden. Om de motivatie te verbeteren moet verteld worden wat er geleerd wordt en waarom (Albrecht en Slot, 1999).

Het SCM is effectief gebleken voor delinquente jeugdigen. Het vergroten van sociale competenties leidt tot verbetering van de psychosociale situatie en tot minder recidive.

Ook interventies die gebaseerd zijn op dit model, of die qua kenmerken sterk overeenkomen blijken zeer effectief te zijn (Bartels, 2001).

Hoewel het sociaal competentiemodel nog niet voldoende onderzocht is of het ook voor de LVB-doelgroep effectief is, het is wel bekend dat behandelingen die kenmerken van het SCM bevatten, effectief zijn voor mensen met een LVB (De Koning en Collin, 2007). 

Terug naar boven

Zelfmanagement is zelf je eigen gedrag sturen en zelf beslissen en handelen (Embregts, 2006). Bij mensen met een LVB is er vaak sprake van een gebrek of een teveel aan zelfmanagement.

Voor adequaat zelfmanagement is het belangrijk dat de persoon met een LVB het doelgedrag kan benoemen en ook de consequenties ervan kan zien (Embregts, 2006). In zelfmanagementtraining leert men doelen te stellen, strategieën te selecteren om de doelen te bereiken, het eigen gedrag te registreren en het eigen gedrag en de consequenties daarvan te evalueren (Didden, 2006). Vaak wordt het registeren van eigen gedrag gedaan met behulp van video. Het doel van een training in zelfmanagement is het verbeteren van sociaal gedrag. Zelfmanagementtraining kan zowel individueel als in een groep plaatsvinden.

Uit onderzoek blijkt dat het trainen in zelfmanagement effectief is voor mensen met een LVB (Didden,2006; Embregts, 2006). Zo leidt het tot verbetering van zelfredzaamheid en sociaal gedrag Verder blijkt dat het leidt tot een afname van onaangepast en een toename van aangepast gedrag en daarmee een afname van escalaties.

Terug naar boven