Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Prevalentie

Uit verschillende internationale studies naar de prevalentie van psychiatrische stoornissen onder gedetineerde jongeren blijkt dat psychopathologie onder deze groep significant meer voorkomt in vergelijking met jongeren in de algemene bevolking. De percentages die in de verschillende onderzoeken gevonden worden, zijn echter niet eenduidig. Dit kan onder andere verklaard worden door verschillen tussen onderzoeksgroepen, methodologische verschillen en omgevingsfactoren (Vreugdenhil, 1999).

Jaarlijks wordt voor ongeveer 1800 jongeren, die voorgeleid worden bij de rechter-commissaris, een pro Justitia onderzoek aangevraagd (Duits, 2006). De maatregel ‘plaatsing in een inrichting voor jeugdigen’ (de PIJ-maatregel) wordt sinds 2006 minder opgelegd dan daarvoor. Deze maatregel wordt ongeveer 70 keer onvoorwaardelijk en 50 keer onder voorwaarden opgelegd in Nederland (Brand, a’Campo & van den Hurk, 2013). In de voorbije jaren is dit aantal echter nogal aan verandering onderhevig.

In de internationale literatuur zijn de externaliserende stoornissen het sterkst vertegenwoordigd bij jongens in detentie. Conduct Disorder (CD) en middelenmisbruik worden het vaakst gerapporteerd. Van de internaliserende stoornissen is depressie de meest voorkomende stoornis (Colins, 2010). Qua verschil tussen jongens en meisjes valt op dat er bij jongens relatief gezien vaker sprake is van psychose en bij meisjes vaker van depressie (Fazel e.a., 2008; Fazel, Doll & Långström, 2009).

In Nederland zijn ook enkele studies gedaan. Vreugdenhil en collega’s (2004) onderzochten de psychopathologie onder gedetineerde jongens en vond dat er bij 90% van de gedetineerde jongens sprake is van tenminste één psychiatrische stoornis voor start van detentie. Hiervan had slechts een klein deel een internaliserende stoornis (angststoornis 9%, affectieve stoornis 6%) en een groot deel een externaliserende stoornis (CD en ODD samen 75%), ruim de helft rapporteerde middelenmisbruik (55%), 34% rapporteerde psychotische klachten en 8% voldeed aan de criteria voor ADHD.