Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Algemeen

De Zorgstandaard (Zorg rondom depressieve stoornissen, 2018) vormt het uitgangspunt voor deze paragraaf.

In vergelijking met de diagnostiek bij volwassenen, vindt de diagnostiek bij kinderen en jongeren uitgebreider plaats. Voor de diagnostiek van depressie is een goede (ontwikkelings-) anamnese van belang, waarbij met name aandacht geschonken wordt aan familiaire belasting en ‘vroege’ stressoren. Gezien de specifieke kenmerken van de problematiek verdient het bevragen van zowel het kind of jongere en ouders als leerkracht de voorkeur. Bij jonge kinderen is het tevens belangrijk om af te stemmen met een kinderarts, zodat eventuele somatische aspecten meegenomen worden in diagnostiek. Kinderen en jongeren worden bij voorkeur in ieder geval afzonderlijk van hun ouders bevraagd en ter aanvulling ook samen. Bij jonge kinderen zal het diagnostisch onderzoek vooral bestaan uit spel en observaties, en vanaf circa 8 jaar vindt dit meer plaats in de vorm van gespreksvoering, vragenlijsten en diagnostische interviews. De resultaten van het onderzoek bij het kind of jongere worden gecombineerd met de resultaten uit het onderzoek bij de ouders en andere informanten.

Wanneer de specifieke symptomen van een depressie en de ernst daarvan worden uitgevraagd, kan gebruik worden gemaakt van verschillende instrumenten. Idealiter zou een instrument ook de mogelijkheid moeten hebben om verandering vast te stellen. Zo’n alles omvattend instrument is nu nog niet voorhanden. Bij de keuze van de instrumenten is met name geselecteerd op instrumenten:

  • waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat zij effectief zijn
  • waarvan een goede Nederlandse vertaling en goede normgegevens beschikbaar zijn (dan wel binnenkort beschikbaar komen)
  • die aansluiten bij ‘de beste klinische praktijk’ binnen het vakgebied
  • met een verantwoorde beoordeling door de COTAN

Ten aanzien van een aantal van de voorgestelde instrumenten geldt dat ze in eerste instantie gericht zijn op het in kaart brengen van de aanwezige problematiek. De voorgestelde instrumenten kunnen echter ook gebruikt worden in het kader van behandelingsevaluaties.

Ten slotte is het bij het onderzoek van kinderen en adolescenten met depressie belangrijk om rekening te houden met comorbiditeit. Dit is zowel van belang bij de screening als bij de klinische diagnostiek. Voor de gestandaardiseerde meting van comorbide stoornissen verwijzen wij naar de desbetreffende praktijkstandaarden (angst, ADHD, autismegedragsstoornissen ODD/CD, lichte verstandelijk beperking en borderline persoonlijkheidsstoornis).