Betrouwbare kennis over psychische problemen bij kinderen en jongeren

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Stimulantia

Contra-indicaties: positieve familieanamnese voor cardiale pathologie (m.n. acute hartdood, aangeboren hartafwijkingen, ritmestoornissen), epilepsie. Bij positieve cardiale anamnese: cardiologisch onderzoek vooraf ter uitsluiting pathologie.

Controles: Lengte, gewicht, bloeddruk en pols. Over de langetermijneffecten van medicatie op het snelgroeiende jonge brein is nog onvoldoende bekend. Aanbevolen wordt om kinderen onder de zes jaar nauwkeurig te monitoren op bijwerkingen. In individuele gevallen is het nuttig om circa eens per jaar de noodzaak van continuering van medicatie te evalueren, al dan niet middels een medicatievrije periode, bijvoorbeeld als er aan de effectiviteit getwijfeld wordt door behandelaar en/of ouders (Ghuman, Ghuman, 2013).

Methylfenidaat

Indicatie: ADHD, met of zonder ODD comorbiditeit vanaf circa 3.5 jaar. Ook bij Autismespectrumstoornissen met hyperactiviteit vanaf circa 4 jaar, waarbij trial met methylfenidaat aan te raden is voordat een neurolepticum wordt overwogen.

Uit onderzoek komt naar voren dat effect van ADHD-medicatie bij heel jonge kinderen wisselend is, doorgaans minder effectief is en meer bijwerkingen geeft. Er is sprake van een tragere bloedklaring op jonge leeftijd, die deels onafhankelijk is van lichaamsgewicht. Bij jonge kinderen treden relatief meer bijwerkingen op: vooral groeivertraging, verhoogde prikkelbaarheid en depressie (Ghuman et al., 2009; Wigal et al., 2007). Vergelijkbare resultaten werden ook gevonden bij drie- à vijfjarigen met ADHD en een comorbide ontwikkelingsstoornis (autisme of verstandelijke beperking) (Ghuman et al., 2009).

Dosering: start met 2.5 mg een- à tweemaal daags, afhankelijk van gewicht, en verhoog met 2.5 mg per week. Aanbevolen maximumdosering ligt vaak lager dan op oudere leeftijd (tussen 0.3 en 1.0 mg/kg lichaamsgewicht per dag: bij de lage dosering worden minder bijwerkingen gezien maar ook minder effect over de hele range aan symptomen). Let op: doseringsopbouw verloopt niet altijd geleidelijk, soms veel bijwerkingen bij relatief lage dosering tot circa 4e à 5e jaar, waarna opeens een sterkere dosisverhoging nodig is om hetzelfde effect te bereiken.

Bij 2.5 mg dosering is ¼ tablet van 10 mg (methylfenidaat) onbetrouwbaar, maar voldoet een halve tablet van 5 mg methylfenidaat. Indien lagere doseringen nodig zijn kan de apotheek capsules van elke tussenliggende sterkte maken (let op: bij onderzoek blijkt dat bij de fabricage ervan de feitelijke dosering kan variëren). Gezien de fabricagekosten is het praktisch om niet te veel tussenliggende doseringen voor te schrijven maar met eenheden van bijvoorbeeld 2 of 3 mg te werken tot de juiste dosering is bereikt.

Bij kinderen met ADHD en met een forse verstandelijke beperking lijkt de therapeutische marge kleiner (minder effect en sneller bijwerkingen). Bij matige tot lichte verstandelijke beperking lijkt medicatie even effectief als bij kinderen zonder verstandelijke beperking.

Dosering: idem als boven, maar voorzichtigheid geboden in verband met grotere kans op somatische pathologie bij deze groep: start daarom met lagere dosering (0.3 mg/ kg lichaamsgewicht per dag). Bij hogere doseringen wel meer bijwerkingen (sociale terugtrekking en prikkelbaarheid).

Dexamfetamine

Dexamfetamine is middel van tweede keus vanaf circa 3 jaar als er geen/onvoldoende reactie is op methylfenidaat. Langere T ½: 7-8 uur (bij methylfenidaat circa 2.5 uur).

Dosering: de helft van beoogde methylfenidaatdosering. Maximumdosering: 0.15 à 0.30 mg per dag.

Alpha-adrenerge agonisten (clonidine)

Bij ADHD vanaf circa 4 jaar, waarbij vooral effect op hyperactiviteit is gewenst. Verder zijn gunstige effecten beschreven bij co-morbiditeit met (oppositionele) gedragsstoornissen en agressie.

Contra-indicaties: cardiovasculaire aandoeningen moeten worden uitgesloten (bij alle kinderen altijd ECG vooraf), en depressieve stoornissen.

Dosering: tot 3 à 5 microgram/kg lichaamsgewicht per dag over 3 giften. Dit is gemiddeld 0.15 à 0.4 mg per dag verdeeld over 3 doses, waaronder een voor het slapen zodat sederend effect wordt benut. Clonidine dient langzaam ingeslopen te worden (verhoging van 0.05 mg per 3 dagen) en bloeddruk wekelijks gemeten te worden tijdens titratie. De afbouw dient net zo langzaam te gebeuren om onttrekkingsverschijnselen te voorkomen (rebound hypertensie, agitatie, hoofdpijn).