Bij het vermoeden van angststoornissen verdient het aanbeveling om in de diagnostiek een combinatie te gebruiken van een (semi-)gestructureerd klinisch-diagnostisch interview (afgenomen bij zowel ouders/verzorgers als bij het kind) en psychometrisch goed onderbouwde vragenlijsten (waar mogelijk een multi-informant benadering de voorkeur heeft: invullen door kinderen, ouders en/of leerkracht). Bij de vragenlijsten kan onderscheid gemaakt worden tussen meer screenende vragenlijsten, vragenlijsten die zich richten op meer specifieke angst-aspecten en vragenlijsten die afgestemd zijn op DSM-classificaties. Bij de keuze van de instrumenten is met name geselecteerd op instrumenten: waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat zij voldoende onderbouwde psychometrische kwaliteiten hebben; die aansluiten bij ‘de beste klinische praktijk’ binnen het vakgebied; die aansluiten bij het meest recente DSM-classificatiesysteem; waarvan een goede Nederlandse vertaling en goede normgegevens beschikbaar zijn (dan wel binnenkort beschikbaar komen). Ten aanzien van de voorgestelde instrumenten geldt dat ze in eerste instantie gericht zijn op het in kaart brengen van de aanwezige problematiek. De voorgestelde instrumenten kunnen ook gebruikt worden in het kader van behandelingsevaluaties. Bij het onderzoek van kinderen en adolescenten met angststoornissen moet rekening worden gehouden met comorbiditeit (depressie, schoolweigering, gedragsstoornissen). Voor de gestandaardiseerde meting daarvan verwijzen wij naar de desbetreffende praktijkstandaarden: Depressie ODD/CD Online scholing DSM-5 Accare: Angst TagsDiagnose