Medicijnen hebben ook ongewenste effecten; dat noemen we bijwerkingen. In de bijsluiter staan een heleboel bijwerkingen. Het heeft geen zin om je bezig te houden met alle bijwerkingen die in de bijsluiter staan. Sommige bijwerkingen die in de bijsluiter staan, zijn niet belangrijk of komen heel zelden voor.

Let op: als je ergens last van krijgt of als je je niet lekker voelt, op welke manier dan ook. Vertel dit dan aan je behandelaar. Dat zou een bijwerking kunnen zijn die hier niet wordt vermeld. Je behandelaar zoekt uit of het een bijwerking is of iets anders.

Hieronder staan de bijwerkingen die vaak voorkomen of die gevaarlijk kunnen zijn. Dat betekent niet dat jij die bijwerkingen ook altijd krijgt.

Suf, slaperig, moe

• Je voelt je suf.
• Je bent snel moe, of voelt je slaperig.

Vertel het aan je behandelaar.

Hoofdpijn

Als je hoofdpijn hebt dan gaat het meestal over na een paar dagen of weken.

Als je erge hoofdpijn krijgt, moet je het aan je behandelaar vertellen.

Gaat het na een aantal weken niet over? Vertel het aan je behandelaar.

Eetlust

• Je hebt geen eetlust meer.
• Je hebt geen zin om te eten.

Val je af omdat je minder eet? Vertel dit tegen je behandelaar. Hij/zij zal je gewicht opnieuw meten om te kijken of er veel veranderd is.

Dikker worden

• Je wordt dikker door guanfacine.

Deze klacht komt soms voor.

Overleg met je behandelaar als je gewicht verandert door guanfacine. In overleg met je behandelaar zou je de dosis kunnen verlagen.

Slecht slapen

• Je komt moeilijk in slaap
• Je wordt veel wakker. Je vindt het moeilijk om door te slapen.

Meestal zien we juist dat je slaperig kan worden of meer vermoeid, maar als je juist meer moeite krijgt met slapen vertel het dan aan je behandelaar.

Emotie

• Je wordt snel boos.
• Je bent heel somber.
• Je bent veel angstiger.
• Je ziet en hoort dingen die er niet in de werkelijkheid zijn.

Vertel dit direct aan je behandelaar. Het liefst dezelfde dag nog, en anders de dag erna.

In overleg kan je misschien je dosis aanpassen.

Buikpijn, misselijk, duizelig, droge mond

• Je hebt last van buikpijn.
• Je hebt last van verstopping in je darmen. Je kan hierdoor niet goed naar de wc.
• Je moet spugen.
• Je bent misselijk.
• Je hebt diarree.
• Je hebt een droge mond.
• Je bent duizelig.

Bij verstopping in je darmen: eet veel vezels (dat zit in groenten, volkorenbrood, fruit, noten) en drink genoeg.

Heb je na een paar dagen nog steeds klachten? Overleg met je behandelaar.

Voor je met guanfacine begint, zal je behandelaar onderzoeken of het wel een geschikt medicijn voor je is.

Je behandelaar zal je polsfrequentie, bloeddruk en gewicht meten en eetlust uitvragen.

Guanfacine kan namelijk effect hebben op je bloeddruk. Je behandelaar wil daarom weten je bloeddruk, gewicht en eetlust zijn voordat je begint met guanfacine, zodat hij veranderingen in de gaten kan houden.

Verder zal je behandelaar bijhouden of je veranderingen merkt in je emotie of gedrag.

Neem guanfacine tabletten in met een half glas water of andere drank, of zacht voedsel zoals een lepel appelmoes. De tablet moet in zijn geheel worden innemen. Het kan dus niet worden gedeeld in kleinere stukjes of worden verkruimeld.

Neem het liever niet in met een vette maaltijd (bijvoorbeeld friet)

Neem het liever niet in met grapefruitsap

Moment innemen

Neem guanfacine eenmaal per dag in.

• Dit kan in de ochtend of in de avond. Als je last hebt van vermoeidheid kan je guanfacine beter ’s avonds innemen. Overleg hierover met je behandelaar.

Het is belangrijk dat je guanfacine elke dag gebruikt. Ben je het vergeten te gebruiken?

• Meestal sla je deze dag dan over.
• Gebruik de volgende dag gewoon weer guanfacine.

Heb je hier vragen over? Overleg met de apotheek.

Ben je (meer dan) twee dagen achter elkaar vergeten guanfacine in te nemen?

• Bespreek je dosis opnieuw met je behandelaar.

Duur effect

Het effect van guanfacine merk je na ongeveer een week. Soms duurt het wat langer.

Dosis

De dosering hangt af van je gewicht en leeftijd. Iedereen begint met de laagste dosering en deze wordt per week opgehoogd waarbij er wordt gekeken naar hoe goed het werkt maar ook naar de bijwerkingen.

De dosis kan later meer worden, of juist afgebouwd worden bij bepaalde klachten.

Overleg dit dus goed met je behandelaar.

Je behandelaar weet welke medicijnen niet goed samengaan met guanfacine.

Vertel je behandelaar daarom altijd welke medicijnen je gebruikt. Schrijf deze van tevoren op.

• Ook de medicijnen die andere artsen hebben voorgeschreven.
• Ook medicijnen of (kruiden)middelen die je zonder recept bij de apotheek of drogist koopt.

Als je ook een anticonceptiepil gebruikt, is dat geen bezwaar met guanfacine.

Als guanfacine goed werkt, kan je dat na ongeveer drie maanden merken.

Je behandelaar bespreekt meestal na een (half)jaar of je nog langer door moet gaan met het gebruiken van guanfacine.

Probeer soms, in overleg met je behandelaar, een tijd te stoppen met guanfacine om te kijken of het goed gaat zonder guanfacine.

Als je stopt: let samen met je behandelaar goed op of het niet langzamerhand weer slechter gaat.

Als het inderdaad weer slechter gaat, kun je vaak het beste weer de dosering gaan gebruiken waarmee het goed ging. Ieder (half)jaar overlegt je behandelaar opnieuw met je of verder gebruiken nodig is.

Soms heb je guanfacine vele jaren nodig.

Stop liever niet in een keer met het gebruiken van guanfacine. Bouw je dosis in overleg met je behandelaar langzaam af om klachten te voorkomen.

• Je hart kan hierdoor opeens snel gaan kloppen.

Het is verstandig om eerst met je behandelaar te overleggen als je wilt stoppen.

Guanfacine en alcohol gaan niet goed samen. Je kunt heel snel suf worden.

Vraag altijd je behandelaar om advies over het gebruik van guanfacine in combinatie met andere middelen zoals alcohol en/of drugs.

Guanfacine kan bijwerkingen veroorzaken. Lees meer over bijwerkingen van guanfacine.

Je voelt je bijvoorbeeld suf of slaperig. Daardoor kan je niet goed opletten op de fiets, scooter en/of auto.

• Ben je net gestart met guanfacine?
• Is je dosis van guanfacine net verhoogd?

En heb je daardoor last van bijwerkingen? Dan mag je niet deelnemen aan het verkeer.

Doe je dit wel? Dan kan je bij een ongeluk de schuld krijgen, je bent dan aansprakelijk. Het kan zijn dat je verzekering de schade dan niet vergoedt.

Controleer dus goed of je met jouw medicijn aan het verkeer mag deelnemen. Bespreek dit bijvoorbeeld met je behandelaar.

Checken of je met jouw medicijn mag autorijden, fietsen of scooter rijden? Kijk op: Rijveiligmetmedicijnen.nl.

Guanfacine is niet verslavend. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je steeds meer behoefte hebt om het medicijn vaker te gebruiken dan voorgeschreven.

Wel kunnen er onthoudingsverschijnselen optreden als je (te snel) stopt met het medicijn. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.

Dat is de reden dat veel medicijnen heel langzaam en in kleine stapjes moeten worden op- en afgebouwd. Stoppen met een medicijn moet altijd in overleg met de behandelaar.

Je hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Een medicijn onnodig gebruiken of onnodig lang is daarom nooit goed.

Er is nog met weinig zekerheid iets te zeggen over de gevolgen van guanfacine op de hersenen. Hier is meer onderzoek voor nodig, vooral als het gaat om langetermijngevolgen. Daar is nog weinig over bekend.

Heb je meer vragen hierover? Je behandelaar kan hierover meedenken.