Samen werken, voor een psychisch gezonde jeugd

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

Nieuws

Lessen van de Master Interprofessioneel Werken met Jeugd

Jongen leest een boek op zijn rug op de vloer

De meerwaarde en moeilijkheden van integraal werken

Iedereen is vóór integrale jeugdhulp, maar er was nog geen speciale opleiding voor. Daar is sinds kort verandering in gekomen. Vanuit de overtuiging dat samenwerking tussen professionals uit onderwijs, jeugdhulp en jeugdgezondheidszorg steeds belangrijker wordt startte de Zwolse Hogeschool Viaa in 2019 met de Master Interprofessioneel Werken met Jeugd (MIJ). Het Kenniscentrum sprak met twee betrokkenen over de meerwaarde en moeilijkheden van integraal werken. Els Bos-de Groot is programmaleider Jeugd Werkplaats Sociaal Domein en hoofddocent en examinator van de Master MIJ, en Tanja van der Vinne is studieleider en docent.

Van minor naar master

Els komt bij Viaa van de afdeling Social work, Tanja komt van de Pabo-afdeling. Een aantal jaar geleden deden ze samen onderzoek naar de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp: de aanleiding tot de ideeën voor de Master MIJ. Eerst zetten ze in 2017 een minor op voor bachelorstudenten van de Pabo, Social work en Hbo-v. Studenten worden hier onderdeel van interprofessionele teams, gekoppeld aan praktijkvraagstukken. Zo leren ze om hun vakkennis bespreekbaar te maken en te verbinden aan die van anderen. En ze leren om ruimte te geven aan meerdere perspectieven. Samen moeten ze in het belang van de jeugdige op zoek naar een integrale aanpak.

Uit de ervaringen van deze minor én de vraag uit de praktijk om in het jeugddomein meer samen te innoveren, ontstond het idee voor een master die eveneens Pabo, Social work en Hbo-v met elkaar verbindt. Tanja: “Masterstudenten zijn verder in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling, en hebben een praktijk om het geleerde op toe te passen. Je kunt dan meer diepgang bieden.” Een andere belangrijke reden voor een master? “De complexe vraagstukken in het jeugddomein en de versnippering en verkokering vragen om een integrale in plaats van een lineaire visie.”

“Studenten leren op een nieuwe manier naar de praktijk kijken. Hun bestaande ideeën worden in deze master overhoop gehaald.”

Els Bos-de Groot en Tanja van der Vinne, Hogeschool Viaa

Interprofessioneel Werken met Jeugd in de praktijk

De Master MIJ is praktijkgericht en bedoeld voor hbo-professionals in het brede jeugddomein. Het programma is opgebouwd uit vier semesters: positioneren, verbinden, transformeren en innoveren. Studenten starten met het aannemen van een basishouding, waarbij ze leren denken vanuit de ‘relationeel-systemische metavisie’. Deze visie werkte de opleiding uit op basis van het biopsychosociaal model, dat erkent dat ieder mens in voortdurende wisselwerking is met zijn gezin, netwerk, maatschappij en cultuur.

Deze visie loopt als een rode draad door de rest van de master: het systeemdenken is in het hele programma stevig verankerd. Studenten leren die denkwijze toe te passen op casussen uit hun eigen werk, en krijgen de opdracht om bij elkaar in de keuken te kijken. Els en Tanja: “Ze leren op een nieuwe manier naar hun bestaande praktijk kijken. Voor de meesten is het systeemdenken nieuw. Hun bestaande ideeën worden in deze master overhoop gehaald.”

Tanja: “De studenten krijgen onder andere ontwikkelingspsychologie en psychopathologie, maar daarbij gaat het ons er vooral om hoe ze integraal naar hun casuïstiek kunnen kijken. Dus: wat heeft een eventueel psychiatrisch probleem te maken met al die andere gebieden waar een jongere zich in begeeft, zoals school en gezin, en hoe is de wisselwerking daartussen?”

Gelijkwaardigheid van disciplines

Samen met het Nederlands Jeugdinstituut en het Kenniscentrum LVB verwerkte het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie praktijkervaringen en visies van verschillende partijen in de Kennisagenda Integrale Specialistische Jeugdhulp. Daarin komt onder meer naar voren dat iedereen vóór integrale hulp is, maar dat er nog onvoldoende aandacht voor is in opleidingen. De noodzaak voor onderwijstrajecten zoals de Master MIJ blijkt daar dus duidelijk uit.

Els: “De kennisagenda ligt dicht op de uitgangspunten van onze master, zoals het belang van elkaars taal leren spreken. Wat erg aanspreekt in de kennisagenda is de gelijkwaardigheid tussen verschillende disciplines en de noodzaak elkaars expertise te zien. Als je bepaalde beroepsgroepen te exclusief of te belangrijk maakt, mis je het belang van die afstemming.”

“Het kan bijvoorbeeld voor een sociaal werker frustrerend zijn als hij of zij in een gezin werkt waarin de moeder wordt behandeld voor persoonlijkheidsproblematiek, dat ze geen contact krijgt met de behandelaar van de moeder. Het gaat ten koste van hoe je als moeder goed kan functioneren, als dat wordt losgekoppeld van hoe jij bent als persoon met je eigen problematiek. Daar is nog veel winst te behalen, bijvoorbeeld bij psychologieopleidingen. Het is belangrijk om die gelijkwaardigheid van verschillende expertises te laten zien. Je hebt allemaal waardevolle kennis waarmee je elkaar kunt aanvullen. Samen kun je bereiken wat je ieder afzonderlijk niet lukt: een ‘1+1=3’-ervaring.”

``Wat deze master krachtig maakt is dat ons team ook samen een visie moest ontwikkelen. Dan moet je meerdere perspectieven een plek geven en loskomen van je experthouding.”

Tanja van der Vinne, Hogeschool Viaa

Zelf het proces ervaren

Het team dat de master opzette moest zelf ook leren elkaars taal te spreken en samen een visie te ontwikkelen. Tanja: “We kwamen van verschillende academies en zijn in die ontwikkelfase door allerlei processen gegaan die hielpen om te begrijpen waar de studenten doorheen gaan. Wat deze master krachtig maakt is dat wij als team veel discussies hebben gevoerd over de gezamenlijke visie, en dat we daarbij een houding van nieuwsgierigheid naar de ander hielden met ruimte voor onzekerheid. Dat is heel belangrijk om meerdere perspectieven een plek te kunnen geven en los te komen van je experthouding.”

Een herkenbaar punt bij veel voorbeelden van integraal werken: de uitdagingen waar je als team doorheen moet zijn waardevol, maar ook ingewikkeld. Els: “Dat is ook mooi uitgewerkt in de Kennisagenda Integrale Specialistische Jeugdhulp. Je moet meerdere perspectieven een plek geven, juist in complexe situaties. Voor ons is het een mooie uitdaging om dat wetenschappelijk te onderbouwen. Dat hebben we een plek gegeven in alle leerlijnen van de master. En omdat de ontwerpers van de master ook de docenten zijn en we dat proces samen doorleefd hebben, blijven we goed op elkaar afgestemd.”

De ‘expertpositie’

De literatuur die de masterstudenten meekrijgen gaat onder andere in op de houding van de professional en de relatie tot zijn cliënt. Nu ligt in de jeugdhulp vaak de nadruk op ‘professionele distantie’, waarbij een hulpverlener geacht wordt afstand te houden. Dit belemmert integraal werken: het gaat in de behandeling immers niet alleen om de aandoening, maar om (de wisselwerking met) alle levensgebieden van de patiënt. Dat vraagt om een relatie waarin juist sprake is professionele nabijheid, en de hulpverlener zich bewust is van zijn invloed en van wat een jongere nodig heeft.

Els: “Wij noemen dat de ‘expertpositie’. Die is ingegeven vanuit het medisch model dat in de jeugd-ggz gebruikelijk is. Als expert kijk je wat er aan de hand is, vormt daar een oordeel over en geeft advies. Als een recept. Wij vinden wel dat je die kennis moet hebben, maar dat tegelijkertijd de relatie voorop moet staan.” Tanja: “Je ziet in de master dat juist degenen die gewend zijn vanuit een expertpositie te werken, het meest ontregeld raken van deze studie. Die moeten echt een moeilijke stap maken.”

Voortrekkersrol

Viaa gaat met deze master 15 professionals per jaar afleveren die zijn opgeleid in interdisciplinair werken. Hoe gaan zij de jeugdzorg veranderen? Els: “De studenten leren meerdere perspectieven een plek te geven en dat zorgt voor een integrale aanpak. Uitgangspunt voor onze master is: ‘Wie met jeugd werkt, werkt met alle relaties die er toe doen’. Dit geldt wat ons betreft voor het hele jeugdveld. Onze studenten zijn verbinders en bruggenbouwers in de praktijk van het brede jeugddomein, waarbij het versterken van onderlinge relaties centraal staat.”

Tanja: “Zij zullen een voortrekkersrol vervullen als het gaat om innovatie op hun werksituatie. Zij doen vaak de master omdat zij vanuit hun organisatie meer willen gaan samenwerken met andere domeinen, bijvoorbeeld vanuit jeugdhulp met onderwijs. Dus tijdens de opleiding benutten zij al de samenwerking die ze aan het opbouwen zijn voor de innovatie- en onderzoekslijn. Zo zie je die voortrekkersrol gaandeweg al ontstaan. Studenten vinden dat ook leuk en hebben er de energie voor, al is de praktijk soms weerbarstig en vragen ze om begeleiding daarbij. Die studenten brengen dan ook hele concrete dilemma’s in die we in de master bespreken, om beweging te krijgen in het vraagstuk.”

Integrale Specialistische Jeugdhulp bij het Kenniscentrum

Platform en Kennisagenda

Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, het Nederlands Jeugdinstituut en het Landelijk Kenniscentrum LVB hebben samen het online platform Integrale Specialistische Jeugdhulp opgezet. De doelen: kennisuitwisseling, van elkaar leren en samen (verder) ontwikkelen. Het platform biedt inspiratie en deelt succesvolle manieren om integraal te werken, onder meer via praktijkvoorbeelden van integrale specialistische jeugdhulp. Ook staat hier de Kennisagenda Integrale Specialistische Jeugdhulp die het concept verder verkent, de belangrijkste kennishiaten uitwerkt en een aanzet geeft voor mogelijke vervolgstappen.

Kennis en praktijk verbinden

Welke plek hebben het platform en de kennisagenda Integrale Specialistische Jeugdhulp in de praktijk, bijvoorbeeld in relatie tot de master MIJ? Els: “De praktijkvoorbeelden zijn interessant. Het zou ook mooi zijn om ervaringsverhalen toe te voegen. Daar hebben studenten veel aan. Daarnaast is het voor studenten nuttig als ze er onderzoek kunnen vinden. Een overzicht van wetenschappelijk en praktijkonderzoek over integrale specialistische jeugdhulp zou helpen bij hun eigen onderzoek. Juist die complexe problematiek waar het bij integrale specialistische jeugdhulp om gaat, is waar zij behoefte aan hebben.”

Tanja: “De leidende principes die op het platform staan zijn ook nuttig om aan studenten voor te leggen. Met name de verbinding met het onderwijs is een belangrijk principe, en tegelijkertijd een van de meest lastige. Daar zit nog veel frictie en verschil in manier van kijken. Het ontbreekt vaak aan bestuurlijke aansturing om op dat vlak echt integraal te gaan werken. Terwijl dit zo belangrijk is, als je bedenkt dat het onderwijs het tweede milieu is van kinderen. Daar gebeurt zoveel. Dit laat ook weer zien dat organisatorische randvoorwaarden bestuurlijke steun belangrijke werkzame factoren zijn voor integraal werken.”

Els: “De kennisagenda vormt een mooie introductie op het denken over integrale specialistische jeugdhulp. Die kunnen we opnemen in de verplichte literatuur voor studenten. De manier waarop de kennisagenda het belang van integraal vakmanschap naar voren brengt spreekt aan. Dat zien wij als onze primaire opdracht, en we zouden ons graag samen met de partijen achter het platform Integrale Specialistische Jeugdhulp op landelijk niveau inzetten voor integraal vakmanschap.”

De Master MIJ: voor wie, waarom en waar?

Lees het in de brochure

Waarom deze master? Voor wie is de opleiding bedoeld? En hoe ziet het lesprogramma eruit?

>> Download de brochure van de Master MIJ

Master Interprofessioneel Werken met Jeugd (MIJ)

Tags