
De behandelmethode ‘Zelfcontrole’ versterkt kinderen in sociale situaties waarbij zij:
- minder gedragsproblemen vertonen
- meer zelfcontrole hebben
- minder impulsief zijn
- en betere sociaal-cognitieve vaardigheden laten zien
Behandelmethode Zelfcontrole
De behandeling wordt goed en gedetailleerd beschreven. De behandelmethode Zelfcontrole beschrijft uitgebreid de diverse onderwerpen die behandeld moeten worden in de diverse fasen en sessies. Interventies en technieken worden verantwoord en zijn gekoppeld aan doelen en duidelijk omschreven.
Met de ouders en de leerkracht is er contact in de intakefase, de diagnostische fase en de evaluatieve fase. Ze krijgen informatie en uitleg over de achterliggende theorie, het doel en het verloop van de behandeling. Tijdens de behandeling is er contact door middel van weekverslagen. Er is geen sectie over de moeilijkheden en de oplossingen daarvoor in het protocol opgenomen. Wel zijn er aanwijzingen en aandachtspunten opgenomen met betrekking tot de uitvoering van het protocol en de begeleiding van het groepsproces.
Besliscriteria voor start worden expliciet vermeld en gekoppeld aan meetinstrumenten. Er worden meetinstrumenten vermeld met betrekking tot het kind, de ouders en leerkrachten. Er worden geen criteria voor voortijdige beëindiging genoemd. Er zijn geen groeps-boostersessies. Wel kan de groepstherapie na 6 maanden zonodig gevolgd worden door een individuele behandeling. De individuele sessies staan niet in de behandelmethode beschreven.
Onderbouwing en verantwoording
Er is een uitgebreide theoretische onderbouwing voor de diverse onderdelen van de behandeling aanwezig. De verschillende fasen in de behandeling zijn duidelijk omschreven evenals informatie over technieken en strategieën. Zowel per fase als per zitting wordt een terugkoppeling naar de theorie gemaakt. Het protocol is in een effectonderzoek geëvalueerd (Van Manen, Prins, Emmelkamp, 2004).
Verzorging van de behandelmethode
Het materiaal voor patiënten is in grote lijnen uitgewerkt en voor de vormgeving worden in de bijlagen suggesties gedaan.
Doelgroep
Agressieve en oppositioneel-opstandige kinderen in de leeftijd van 9 tot 13 jaar, die volgens de DSM de classificatie normoverschrijdende gedragsstoornis of oppositioneel-opstandige gedragstoornis hebben.
Doelstelling
Doel is dat kinderen in sociale situaties:
- minder gedragsproblemen vertonen;
- meer zelfcontrole hebben en minder impulsief zijn;
- betere sociaal cognitieve vaardigheden laten zien.
Vorm
Groepsbehandeling van 11 zittingen, die na 6 maanden zonodig gevolgd wordt door een (kortdurende) individuele behandeling. De groep bestaat uit minimaal 4 en maximaal 6 kinderen. De zittingen duren 70 minuten.
Uitvoerenden
Dient kennis van en ervaring met cognitieve gedragstherapie te hebben.
Voorbereiding
Het protocol is direct bruikbaar in de praktijk.

Auteur: T.G. van Manen, 2001
Uitgever: Bohn, Stafleu & van Loghum, Houten
ISBN: 9031334189
Auteur: T.G. van Manen, 2001
Uitgever: Bohn, Stafleu & van Loghum, Houten
ISBN: 9031334189