Om de zorgplicht te kunnen waarmaken en alle leerlingen een passend aanbod te kunnen bieden, werken reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs samen in een samenwerkingsverband. De samenwerkingsverbanden maken een ondersteuningsplan. Inhoud ondersteuningsplan In dit plan leggen zij vast welke basisondersteuning alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden. Daarnaast wordt vastgelegd hoe de extra ondersteuning is georganiseerd en hoe ze het geld gaan besteden. Samenwerkingsverbanden Er zijn in totaal 77 samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs en 75 voor voortgezet onderwijs. In het samenwerkingsverband zal voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod beschikbaar moeten zijn. Landelijke indicatiecriteria Sommige voorzieningen zijn landelijk georganiseerd, zoals onderwijs voor leerlingen in cluster 1 en 2 en voor leerlingen met epilepsie. Daarvoor gelden landelijk vastgestelde criteria. Niet iedere school zal alle typen ondersteuning willen of kunnen bieden. Bij elkaar moeten alle ondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen echter wel een dekkend aanbod van ondersteuning bieden. Het geld voor extra ondersteuning gaat naar het samenwerkingsverband. Soms worden deze middelen (en de verantwoordelijkheid voor de besteding ervan) direct doorgestuurd naar de schoolbesturen. Met dit budget worden de verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs bekostigd – dit betreft de kosten voor de extra ondersteuning die in het regulier onderwijs wordt geboden (op de school zelf of in specifieke voorzieningen van het samenwerkingsverband). Onderwijs op maat Onderwijs op maat is nodig om elke leerling tot zijn recht te laten komen. Daarom zijn de landelijke indicatiecriteria voor het speciaal onderwijs of de ‘rugzak’ in voormalig cluster 3 en 4 vervallen. In plaats daarvan bepalen schoolbesturen in het samenwerkingsverband wanneer een leerling kan worden toegelaten tot het SBO of het speciaal onderwijs. TagsPassend onderwijs