Het Vroeg Erbij Team is een multidisciplinair team voor integrale vroeghulp voor kinderen van 0 tot 12 jaar met een vermoedelijke ontwikkelingsachterstand en/of gedragsproblemen. Waarom is dit een goed voorbeeld? “Je komt veel sneller bij de kern van wat er nodig is doordat je alles met ouders samen bespreekt.” De nadruk ligt op integraal werken en samen met ouders na te denken wat voor dit kind de beste oplossing is. Ouders zijn belangrijke en vanzelfsprekende gesprekspartners. Als je hen niet in alle stappen meeneemt in het proces, merk je al gauw dat sommige stappen te snel gaan. Door hen onderdeel te laten zijn van het kernteam ontstaat ook voor het vervolg meer draagvlak bij ouders. Dat geeft het traject meer kans van slagen. Het Vroeg Erbij Team levert altijd direct een contactpersoon aan ouders die het hele traject blijft, de casemanager. Zij of hij is ook eerste aanspreekpunt voor het hele team en legt makkelijk verbindingen met andere disciplines. Die constante factor heeft grote meerwaarde voor ouders. Het Vroeg Erbij team levert echt maatwerk. Er wordt altijd gewerkt vanuit de vraag: wat is er nodig om deze hulpvraag goed te beantwoorden voor dit kind in deze context. Terug naar boven Betrokken partijen MEE Groningen, Jonx en de GGD Groningen zijn de kernpartners rondom het Vroeg Erbij Team. Verder zijn Accare, Cosis, Elker, Kentalis, Visio, Quadraten, UMCG-kinderrevalidatie en KNO-CSK betrokken. Er wordt gewerkt in elf kleine lokale multidisciplinaire teams (4 teams in de stad Groningen en 7 teams in de regio) met een jeugdarts vanuit de GGD, een gedragswetenschapper van Jonx|Lentis en een casemanager van MEE. Daarnaast is er een groter multidisciplinair overleg (MDO) met mensen vanuit bovengenoemde organisaties. Het Vroeg Erbij team verwijst in zijn adviezen door naar een breed scala aan organisaties. Terug naar boven Het aanbod Op wie is het gericht? Kinderen van 0 tot 12 waarbij zorgen zijn ten aanzien van de ontwikkeling. Vaak betreft het kinderen met meervoudige problematiek op verschillende ontwikkelingsgebieden. Zij hebben soms al een aantal stappen gezet in de hulpverlening maar komen er niet achter wat er aan de hand is. Kinderen zijn dan bijvoorbeeld al jaren in het ziekenhuis bekend, waar men niet verder komt met vragen over de ontwikkeling. De vragen komen vaak op rond het moment dat kinderen naar school gaan of als ze naar groep 3 gaan. De meeste kinderen zijn dus tussen de 3 en 6 jaar oud. Ongeveer 10% is ouder dan 7 jaar. Welk doel wordt gesteld? Doel van het Vroeg Erbij team is zo vroeg mogelijk zicht krijgen op de ontwikkeling en/of het gedrag van kinderen met een vermoedelijke ontwikkelingsachterstand en/of gedragsproblemen en daarnaast zo snel en efficiënt mogelijk advies geven aan ouders/verzorgers en als dat gewenst is doorverwijzen naar de juiste hulp. Aanpak Bij de start van de pilot kon eigenlijk iedereen die zich zorgen maakten om de ontwikkeling van een kind, het kind aanmelden. Met de transitie is besloten het werk van het Vroeg Erbij team goed te verankeren in de jeugdhulp. Sinds 2016 wordt het als een tweedelijns product aangeboden zodat het provinciaal kan worden ingekocht en zodat de kwaliteit beter geborgd is. Gevolg daarvan is dat er een zorgtoewijzing van de gemeente (wijkteam) nodig is of een verwijzing via de jeugdarts, huisarts of medisch specialist. De meeste verwijzingen lopen via de jeugdarts van de GGD. Wanneer een kind wordt aangemeld kijkt het team eerst of het een terechte verwijzing betreft. Soms zijn er stappen overgeslagen, bijvoorbeeld een observatie op de peuterspeelzaal door een jeugdverpleegkundige van de GGD. Wanneer er vermoedens zijn van een ontwikkelingsachterstand of forse gedragsproblematiek, vaak in combinatie met andere problematiek zoals taalspraakproblemen, dan is het zinvol om het Vroeg Erbij team in te zetten. Bij de start krijgt het gezin een casemanager, dat is een cliëntondersteuner van MEE. Zij begint altijd met een kennismaking thuis met de ouders, in combinatie met korte thuisobservatie. Die is met name gericht op de interactie tussen ouders en kind en een eerste beeldvorming van het kind. Bij de tweede afspraak – de intake – wordt de ontwikkelingsanamnese afgenomen. Daarbij worden alle ontwikkelingsgebieden met ouders uitgevraagd, inclusief hoe de zwangerschap verliep en de vraag of er bepaalde aandoeningen in de familie zijn. Daarnaast gaat het over de motoriek, taal-spraak, sociaal gedrag etc. Vervolgens wordt informatie opgevraagd bij alle betrokken partijen zoals peuterspeelzaal, ziekenhuis etc. om zoveel mogelijk gegevens over het kind te verzamelen. Informatie kan ook met vragenlijsten worden opgevraagd en bijvoorbeeld door video-opnamen thuis of op de peuterspeelzaal. Dan volgt het besluit waar het kind verder besproken zal worden: bij een van de elf kleine lokale multidisciplinaire teams (met jeugdarts vanuit de GGD, gedragswetenschapper van Jonx en de casemanager van MEE) of bij het MDO (multidisciplinair overleg). In de kleine teams ligt het accent op gedragsproblematiek. Het grotere MDO bestaat uit medewerkers vanuit veel verschillende organisaties die ieder vanuit hun eigen deskundigheid meedenken, zoals deskundigheid op het gebied van verstandelijke beperkingen, zintuigelijke beperkingen, jeugdhulp, onderwijs, medische problematiek en gedragsproblematiek. Het overleg gebeurt altijd in aanwezigheid van de ouders, zowel in het grote als in het kleine team. Bij de keuze voor een team gaat het altijd om de vraag welke expertise nodig is om de vragen te beantwoorden. In zo’n driekwart van de gevallen, kan het kind in het kleine team worden besproken. Dat heeft als voordeel dat het dichtbij georganiseerd kan worden. Er kan ook voorafgaand aan het kleine overleg een consult plaatsvinden met een van de partners van het MDO. Bijvoorbeeld als er spraaktaalproblematiek speelt, kan een collega van Kentalis even meekijken. Als het Vroeg Erbij team de ouders heeft geadviseerd, al dan niet naar een hulpverleningstraject, sluit het team de werkzaamheden in principe af. Soms kijkt de casemanager nog een tijdje op de achtergrond mee, vooral als er een combinatie van zorgtrajecten wordt ingezet. Dan is het belangrijk om in de gaten te houden of dat goed wordt afgestemd. De zorgtoewijzingen voor het Vroeg erbij team lopen vaak voor maximaal een jaar. Dat jaar is in de meeste gevallen niet nodig. Monitoring / evaluatie Afgezien van cliënttevredenheidsonderzoeken wordt het werk van het Vroeg Erbij team niet gemonitord. De uitkomsten van de cliënttevredenheidsvragenlijsten worden gebruikt om de werkwijze bij te sturen. Zo werd bijvoorbeeld teruggekoppeld dat het vervelend is dat bij doorverwijzing bepaalde gegevens opnieuw moeten worden opgegeven. Er wordt nu met vervolgpartijen gekeken hoe die informatie beter kan worden gestroomlijnd, om het voor ouders prettiger te maken. Een ander voorbeeld is de vraag hoe het Vroeg Erbij team een eerste afspraak bij de vervolgpartij kan voorbereiden met ouders. Het Vroeg Erbij team heeft wel de wens de effectiviteit van de werkwijze eens te laten onderzoeken. Looptijd en ervaringen Sinds 2013 zijn er gesprekken gevoerd, op initiatief van de Gemeente Groningen. Het idee was: We hebben Integrale Vroeghulp vanuit MEE en we hebben een Team Vroegsignalering, de samenwerking van Jonx met de GGD. Deze twee bedienden ongeveer dezelfde doelgroep. Bekeken werd of men tot meer samenwerking of zelfs integratie konden komen van de twee methodieken waarmee gewerkt werd. De transitie maakte de noodzaak groter en versnelde het proces. Begin 2015 is het Vroeg Erbij team gestart, met een gemeenschappelijk plan waarbij de twee methodieken in elkaar gevlochten waren. Gestart werd met een pilot in twee gemeentes van de provincie Groningen. Aangegeven wordt dat het voelt alsof het team nog maar kort bezig is. Het gaat goed maar er is nog veel wat beter ontwikkeld kan worden. Terug naar boven Leidende principes Passend en samenhangend De casemanager zorgt ervoor dat de nodige informatie gehaald wordt bij allerlei verschillende disciplines en dat dit met de ouders besproken wordt. In het grote MDO zit een hele brede expertise-groep aan tafel die kan worden ingeschakeld. Daardoor zijn de lijntjes ook kort en is het makkelijk om iemand van het MDO even naar een kind/gezin te laten kijken, heel functioneel. Deze korte lijntjes met veel verschillende disciplines is ook efficiënt wanneer met het advies aan de slag wordt gegaan. Soms kan er dan direct een vervolgafspraak gemaakt worden als de vervolgpartijen al zijn betrokken. Daar profiteren ouders direct van. Ontwikkelingsgericht Het Vroeg Erbij team kijkt altijd samen met de ouders: wat heeft dit kind nodig om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen? Wat zijn de voorwaarden om dat mogelijk te maken? Daarbij kijk je altijd naar meerdere levensgebieden. Die verschillende perspectieven zijn cruciaal want de kinderen die het Vroeg Erbij team ziet, hebben eigenlijk altijd problemen op meerdere levensgebieden. Bovendien kan een kind zich thuis heel anders gedragen dan op school. Je hebt elkaar dus nodig, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen en het goede te kunnen doen. Toekomstgericht Het advies van het Vroeg Erbij team is toekomstgericht. Wat heeft dit kind nodig om zich ook in de toekomst zo goed mogelijk te ontwikkelen? In het advies worden de randvoorwaarden geformuleerd voor welke hulp passend is. Onderwijs Er wordt in ieder geval altijd informatie gevraagd aan school of peuterspeelzaal. In hoeverre het advies van het Vroeg Erbij team ook aan het onderwijs kan worden meegegeven is nog een ontwikkelpunt. De contacten met de expertiseteams van het onderwijs worden steviger. Zij geven steeds meer aan bij de advisering betrokken te willen worden. Zowel bij het proces van adviseren als daarna met betrekking tot het effect van het advies op de school. Het liefst heb je een gezamenlijk overleg per kind met ouders en school, dan kan je een advies ook goed toelichten en nuanceren. Dit is nog niet gangbaar. Meervoudige problematiek Kinderen komen meestal pas bij het Vroeg Erbij team in beeld als er op meerdere vlakken zorgen zijn. Het team gaat juist kijken wat er mogelijk aan de hand kan zijn. Het zit dus nog voor de fase van diagnose. Maar er speelt vaak van alles zowel in het gezin als in de verschillende ontwikkeldomeinen van het kind en het team is er dan ook alert op. Vaak zijn er zorgen zijn over ontwikkelingsproblemen op meerdere gebieden. Bijvoorbeeld een kind dat zich motorisch niet goed ontwikkeld in combinatie met gedragsproblemen. Wanneer er ook sprake is van een vroeggeboorte is dat ook reden om breder te kijken dan wat je op het eerste gezicht opvalt. Problemen van ouders De casemanager komt altijd in de thuissituatie dus die ziet best veel. Als geconstateerd wordt dat individuele problematiek van ouders een beperkende invloed heeft op het kind wordt dat wel meegenomen. Het komt regelmatig voor dat ouders zelf een verstandelijke beperking hebben, of ouders met psychiatrische problematiek. Soms zorgen patronen voor problemen die al generaties lang zijn ingesleten. Het team houdt daar in de advisering wel rekening mee. Advies betreffende problematiek van de ouders kan ook in het advies worden opgenomen. Bij complexe gezinsproblematiek zie je vaak dat een wijkteam al betrokken is. Het Vroeg Erbij team vraagt het wijkteam in die gevallen ook wel om aan te schuiven bij het overleg. Ouders worden door het Vroeg Erbij team volledig bij het traject betrokken. Daarbij is het belangrijk te kijken waar ouders zelf zitten in hun proces. Soms heeft het tijd nodig omdat ouders ook gewoon bedenktijd nodig hebben. Onderliggende problematiek Het Vroeg Erbij team ziet regelmatig hechtingsproblematiek en is alert op de signalen. Bijvoorbeeld als een bevalling traumatisch was en een kindje slecht contact maakt. Hechtingsproblematiek is een voorbeeld van de problematieken die het team tegenkomt. Daarnaast ziet het ook regelmatig kinderen met een vermoeden van bijvoorbeeld ASS, ADHD of anderszins. Het is juist in deze vroege fase belangrijk om gevoelig te zijn voor deze signalen, zodat ook conform de onderliggende problematiek geadviseerd kan worden. Het Vroeg Erbij team ziet de symptomen, maar doet geen uitgebreide diagnostiek om te kijken wat daaraan ten grondslag zou kunnen liggen. Er wordt juist heel breed gekeken en zoveel mogelijk informatie verzameld om alle signalen te kunnen oppikken en het advies te onderbouwen met hypotheses. De onderliggende problematiek onderzoeken is ook belangrijk om te motiveren waarom een vervolgtraject bij een bepaalde organisatie wordt aanbevolen, met specifieke deskundigheid. Het team wil voorkomen dat ouders van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dat gevaar loop je, bijvoorbeeld doordat er al snel wordt ingezoomd op taalspraakproblematiek. Dan wordt logopedie ingezet die vervolgens onvoldoende aanslaat. Terwijl wanneer je beter kijkt, de problemen bijvoorbeeld goed te verklaren zijn omdat het kind verstandelijk het niveau niet heeft. Dat kan veel frustratie opleveren. Terug naar boven Werkzame factoren inhoudelijke componenten Duidelijke afspraken over wie aanspreekpunt is voor het gezin en continuïteit van zorg: de casemanager is van begin tot eind bij het gezin betrokken en indien nodig ook nog na het advies. Dit is een heel duidelijke waarde van de manier van werken van het Vroeg Erbij team. Regie bij de ouders: Ouders zijn vast onderdeel van het kernteam. Het is heel belangrijk dat ouders ervaren dat zij de regie hebben. Je bent daarmee transparant en zorgt voor draagvlak bij de ouders. Dit is essentieel voor de kans van slagen van het traject. Het Vroeg Erbij team heeft een adviserende rol richting ouders. “Je kunt geen zorg afdwingen, je moet het echt samen met hen doen.” Gezamenlijke probleemanalyse: door zowel het MDO als door de kleine teams wordt altijd samen met ouders een gezamenlijke probleemanalyse gemaakt. Dit is ook belangrijk bij het advies voor het vervolgtraject. Voor de ene ouder is het belangrijk dat het dichtbij is, een ander vindt de wachttijden doorslaggevend. Intrinsieke motivatie: het is heel belangrijk dat je ouders goed meekrijgt. “We bereiken veel juist doordat we ouders goed meekrijgen, omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn.” Het is belangrijk om hierop aan te sluiten. Soms zijn ouders nog niet zo ver. Dan heeft het ook geen zin om iets door te drukken, om een traject te starten. kwaliteit van uitvoering Betrouwbaar zijn en open communiceren staat bovenaan als essentiële competenties van de casemanager en ook van de andere teamleden. Je moet transparant zijn en goed kunnen aansluiten bij ouders. Je moet oog hebben voor het proces waar zij doorheen gaan. Ethische dilemma’s komen zeker voor en het is belangrijk daar aandacht voor te hebben binnen het team. Bijvoorbeeld als je duidelijk een forse ontwikkelachterstand bij een kind ziet maar de ouders zien het niet en willen er niet aan. Je moet rekening houden met hun positie, aansluiten bij wat zij belangrijk vinden. Maar als een kind ernstig in zijn ontwikkeling beperkt wordt door het gedrag van zijn ouders kan het zover komen dat je een melding bij Veilig Thuis moet doen. Dergelijke dilemma’s worden door de teamleden onderling besproken. In de startfase is flink geïnvesteerd in het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en doelen. “We hebben best wat hobbels moeten nemen. Ieder was toch z’n eigen manier gewend en dachten: we hadden het toch goed?” Er was in het begin wel wat weerstand, bijvoorbeeld door onzekerheden in het grote MDO over hun positie ten aanzien van de kleine teams. Nu na twee jaar staan de neuzen wel zo’n beetje dezelfde kant op. De praktijk laat zien dat het goed gaat, dat de nieuwe werkwijze goed werkt. Er worden twee keer per jaar themamiddagen georganiseerd voor alle medewerkers zodat mensen elkaar ontmoeten en beter leren kennen. organisatorische randvoorwaarden Er is duidelijk een gezamenlijk belang van de deelnemende partijen, merkbaar voor de teamleden. Er wordt ook zeker buiten de groep gekeken, bijvoorbeeld naar andere ggz-partners dan Jonx, wanneer het in het belang van het kind is om daarnaar te verwijzen. Wat daarbij helpt is de visie dat de keuze heel sterk bij de ouders hoort te liggen. Ook dit is iets wat heeft moeten groeien. Terug naar boven Dit willen we graag over ons aanbod delen met collega’s Belangrijk in het hele Vroeg Erbij traject is de samenwerkingsrelatie die je met ouders hebt. Niet alleen als casemanager maar ook vanuit het hele team. De ouders zijn een wezenlijk onderdeel van dat team. Voor het Vroeg Erbij team is dat inmiddels vanzelfsprekend maar de teamleden merken dat dat elders, bijvoorbeeld in het onderwijs, niet altijd zo vanzelfsprekend is. Bij die samenwerking met ouders is transparantie nadrukkelijk een belangrijk onderdeel. Met ouders praten in plaats van over ouders. Je merkt weleens dat men denkt dat je eigenlijk dingen moet voorbespreken voordat je ze met ouders bespreekt. Dat is onterecht. Terug naar boven Wat zijn nog lastige vraagstukken? De tarieven voor het ‘product’ van het Vroeg Erbij team zijn erg laag vastgesteld in de aanbestedingsprocedure van de gemeentes. De multidisciplinaire samenstelling van het team vergt ook de inzet van verschillende hoogopgeleide professionals. Dat wringt met de lage tariefstelling. “We zijn bijvoorbeeld genoodzaakt geweest een aantal gz-psychologen uit de kleine teams te halen. Die financiële beperking demotiveert en leidt af van de inhoud.” Terug naar boven Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Jolanda Siegers via j.siegers@meegroningen.nl of Mirjam Smid via mh.smid@lentis.nl. Ook kan er contact gezocht worden via het algemene mailadres: vroegerbijteam@meegroningen.nl Voor meer informatie zie ook de folder. Terug naar boven