School als Werkplaats is de laagdrempelige toegang tot hulpverlening op school ten behoeve van (vroeg)signalering van problematiek en ter preventie voor schooluitval. Gesprekken met hulpverleners vinden op school plaats en in slechts 0,5% van de contacten die SAW met studenten heeft, wordt (zwaardere) externe hulp ingezet. Waarom is dit een goed voorbeeld? “Ik ben er trots op dat er een team bestaat waarbij niet het geld leidend is, maar de student leidend is voor de manier waarop je met elkaar de hulpverlening vormgeeft. En het werkt!” Mensen luisteren echt naar elkaar en brengen hun expertise in en leren zo veel van elkaar. Alle disciplines en organisaties komen aan het woord. De professionals hebben zich verbonden met de student, waarbij er wordt gekeken naar hun kracht en mogelijkheden in plaats van wat er niet kan. Je hebt een groep hulpverleners in huis die de potentie ziet en niet alleen het probleem. De hulp wordt laagdrempelig aangeboden en de SAW’ers stellen zich dienstbaar op. Het integrale heeft ermee te maken dat het op school gebeurt en dat het team uit verschillende disciplines is samengesteld. Daarnaast leren docenten van SAW’ers in de praktijk hoe je een gesprek kunt voeren en als daar vervolgens iets uitkomt kunnen ze eventueel een SAW’er inschakelen om het verder op te pakken. SAW’ers worden in bepaalde gevallen ook gevraagd om intakegesprekken van school bij te wonen, omdat zij zo goed doorvragen. Als er onduidelijkheid bestaat over de thuissituatie van een student kan een hulpverlener hier vragen over stellen, terwijl een docent veelal een schoolgerichte focus heeft. Dit alles maakt de SAW’er een waardevolle toevoeging op school. Terug naar boven Betrokken partijen De teamleden van School als Werkplaats (ook wel SAW’ers genoemd) zijn naast hun werk op het Friesland College werkzaam bij organisaties en instellingen uit de jeugd(welzijns)zorg. Het gaat om de volgende organisaties: KINNIK (jeugd-ggz) Jeugdhulp Friesland REIK (LVB) Jongerenwerk (Wellzo) Jongerenwerk (Caleidoscoop) Jeugdloket VNN MEE GGD Fier Fryslân (vrouwenopvang, geweld) ZIENN (maatschappelijke opvang)Regiecentrum voor Bescherming en Veiligheid (schuiven aan bij casuïstiekoverleg) Ongeveer een derde deel van het SAW-team bestaat uit docent (coaches) met een vergelijkbare (hulpverlenings)achtergrond en werkervaring als de overige SAW’ers. Terug naar boven Het aanbod Op wie is het gericht? De hulp is gericht op studenten van het Friesland College. Welk doel wordt gesteld? Het doel van School als Werkplaats (SAW) is om in samenwerking met integrale teams de hulpverlening op school te organiseren waarbij de student en het behalen van een startkwalificatie centraal staan. Zo wordt ernaar gestreefd om een positieve bijdrage te leveren aan onderwijsopbrengsten, zoals het reduceren van voortijdig schoolverlaten, het terugdringen van verzuim en het verhogen van het rendement (door preventief interveniëren). Ook draagt SAW bij aan het ontwikkelen en verbeteren van het pedagogische repertoire van docenten en docent(coaches), zodat zij problematiek bij studenten eerder en beter kunnen signaleren. Daarnaast wordt met de inzet van SAW zorg- en jeugdhulpverlening efficiënt en integraal georganiseerd, zodat minder inzet van zwaardere en duurdere externe zorg nodig is. Zo beoogt SAW de aansluiting binnen de keten van zorg- en jeugdhulpverlening te verbeteren. Aanpak De school dient als werkplaats, dat wil zeggen dat hulpverleners die in dienst zijn van verschillende instellingen en organisaties, op school en in de klassen/lessen hun werk doen. De SAW’ers zijn preventief aanwezig in de les- en leeromgeving van de studenten. Ze voeren gesprekken met studenten, bieden begeleiding of ondersteuning op school en ronden dat op school af met een nazorgtraject dat bestaat uit contact houden op school, zonder uitgebreide gesprekken. Denk aan een groet in het voorbijgaan, een duim in de lucht of een gericht WhatsAppberichtje. De aanpak is gebaseerd op de presentietheorie: aanwezigheid en contact maken vormen de basis. Door deze aanwezigheid in de les- en leeromgeving van studenten krijgen SAW’ers een goed beeld van de dagelijkse gang van zaken waarbij ze studenten in verschillende situaties observeren, bijvoorbeeld tijdens de lessen en de vrije momenten. Continuïteit is het andere basisprincipe en SAW is dan ook zo georganiseerd dat iedere SAW’er elke week gemiddeld 8 tot 12 uur aanwezig is op de opleiding aan wie hij/zij gekoppeld is. De SAW’ers zijn professionals en krijgen daarom de ruimte om zelf hun werkwijze te bepalen en zitten dus niet vast aan protocollen. In ieder geval wordt er gewerkt vanuit de kracht van studenten. Er is een teamleider die in de gaten houdt of iedereen vanuit de basisprincipes werkt, nieuwe werkers begeleidt en het team stimuleert om te blijven zoeken naar aansluiting bij de opleidingen en actief de studenten te blijven benaderen. Het is niet de bedoeling dat SAW’ers alleen maar in gesprek zijn met studenten, want dan is het voor de overige studenten en docenten niet meer mogelijk om gebruik te maken van hun expertise. De terugkerende wekelijkse aanwezigheid zorgt ervoor dat de studenten en de docent(coaches) van de opleiding de SAW’er goed leren kennen en daardoor ontstaat ook vertrouwen, zodat er makkelijk wordt kortgesloten, samengewerkt en doorverwezen. Ook maken SAW’ers onderling gebruik van elkaars deskundigheid in het integrale team. De korte lijnen maken bovendien effectief en tijdig op- en afschalen mogelijk. Monitoring en evaluatie School als Werkplaats heeft een eigen monitor, die 4 jaar geleden is ontwikkeld door BMC/TNO. Deze monitor is dit jaar voor de vierde keer afgenomen en zal in december (2018) zijn afgerond. Uit deze monitor komt naar voren dat SAW alle hulp in huis heeft en dit zo licht mogelijk en intensief waar nodig aanbiedt. SAW bereikt een grote groep studenten (in 2017 was dat 1 op de 5) en van die studenten wordt slecht 3,8 % doorverwezen naar de externe lichtere (jeugd)zorg (wijkteam en huisarts) en 0,5 % naar de externe zwaardere (jeugd)zorg. Deze cijfers zijn al jaren stabiel, wat aangeeft dat SAW het goed doet. In de regio zijn op andere scholen vergelijkbare initiatieven, maar minder vergaand en meer gelaagd van opzet dan SAW. Om die reden zijn deze scholenteams financieel aantrekkelijk. Het Friesland College zou graag de resultaten vergelijken, maar de andere teams maken geen gebruik van een monitor, waardoor vergelijking niet mogelijk is. Looptijd en ervaringen Inmiddels is SAW de projectfase voorbij en is het een vaste werkwijze binnen het begeleidingsaanbod van het Friesland College. De ervaringen zijn zeer positief: er wordt een grote groep studenten bereikt, namelijk 1 op de 5. Van die studenten wordt slecht 3,8 % doorverwezen naar de externe lichtere (jeugd)zorg (wijkteam en huisarts) en 0,5 % naar de externe zwaardere (jeugd)zorg. Deze cijfers zijn al jaren stabiel. Terug naar boven Leidende principes Passend en samenhangend SAW is passend in de zin dat de hulp zo licht mogelijk is en intensief waar nodig. De SAW’ers zijn verbonden aan verschillende organisaties en instellingen, waardoor er korte lijnen zijn. Er wordt geobserveerd en gesproken met studenten en docent(coaches) (en eventueel het systeem). Zo wordt er een inschatting gemaakt van de passende hulp en worden vervolgacties hieraan verbonden. De professionaliteit en deskundigheid vanuit verschillende specialismen en sectoren wordt optimaal benut en samengebracht op school. De SAW’ers leren van elkaar en wisselen onderling uit bijvoorbeeld tijdens het maandelijkse casuïstiekoverleg. De benodigde expertise wordt erbij gevraagd en er is geen sprake van onderlinge concurrentie. De SAW’ers vullen elkaar aan en ervaren dat ook op die manier, omdat ze hetzelfde doel voor ogen hebben, namelijk de studenten toe leiden naar een diploma. Ontwikkeling en toekomst Het is belangrijk om met studenten te praten en te kijken naar hun krachten en mogelijkheden. SAW benadrukt dit steeds en de SAW’er ziet waar een student goed in is, vanwege die fysieke aanwezigheid op school. De schoolse context is essentieel, omdat er zoveel informatie te krijgen is. Als het nodig is, dan kan een SAW’er buiten school afspreken en eventueel het systeem erbij betrekken; dit beoordeelt de SAW’er zelf. Het behalen van een diploma door een student is ook voor een SAW’er een mooi moment, omdat daar naartoe wordt gewerkt en dat een concreet doel is. Dit is overigens het belangrijkste doel voor de SAW’er: het begeleiden van de studenten om de schoolloopbaan succesvol af te ronden. Onderwijs Het onderwijs is de context waarin wordt gewerkt. De SAW’ers houden zich niet bezig met het inhoudelijke onderwijs, maar wel met bijvoorbeeld problemen in de thuissituatie die invloed hebben op de prestaties op school. Als die problemen aangepakt zijn, dan kan een coach van school de begeleiding van een student weer overnemen. Zo wordt het ook zuiver gehouden. Het werk van de SAW’er vindt plaats op school ten dienste van het succesvol doorlopen van de schooltijd. Indirect heeft SAW invloed op het pedagogische klimaat in de klas en versterkt de pedagogische vaardigheden van de docent(coaches). Het zou goed zijn als er binnen instellingen ook meer aandacht komt voor onderwijs. De integrale manier van werken wordt wel overgebracht door de SAW’ers, maar er zijn bijvoorbeeld niet meer van dit soort teams bij gekomen. Het zou mooi zijn als er vanuit elke organisatie mensen op scholen worden geplaatst om deze werkwijze uit te voeren. Meervoudige problematiek Studenten op het mbo maken vaak veel mee in hun thuissituatie. Uit onderzoeken naar hun leefwereld blijkt dat ze op meerdere gebieden problemen ervaren. In de thuissituatie spelen echtscheiding, werkloosheid, een zwakke financiële situatie, problemen op het gebied van huisvesting, en persoonlijke problemen. Bij de studenten die regelmatig gebruik maken van SAW is er sprake van meervoudige problematiek. De meeste van hen halen, met een extra steuntje in de rug, de eindstreep en verlaten de school met een diploma. Systeemgericht In elke situatie waarin een SAW’er aan de slag gaat met een student, bekijkt hij of de ouder(s)/verzorgers betrokken moeten worden. Aangezien de doelgroep tussen de 16 en 27 jaar oud kan zijn, is het zeker niet altijd nodig hen voor gesprekken uit te nodigen. Onderliggende problematiek Een SAW’er is een professional in de hulpverlening en is daarom in staat de juiste vragen te stellen. Wanneer sprake is van ‘onderliggende’ problematiek waar de SAW’er zelf niet in gespecialiseerd is, maar de kennis van een collega wel nodig is, dan vraagt de SAW’er zijn collega erbij te komen. De regie blijft in eigen hand en een collega-SAW’er kijkt even mee en draagt het dan weer over. Veiligheid Veiligheid is een belangrijk thema binnen SAW, dit geldt ook voor de organisaties waar de SAW’ers aan verbonden zijn. Er worden meldingen gedaan bij Veilig Thuis als daar reden voor is en de SAW’ers scherpen elkaar. Daarnaast is veiligheid in de klas en met docenten een thema dat aandacht krijgt en waarop wordt toegezien. Het Regiecentrum voor Bescherming en Veiligheid schuift bovendien maandelijks aan bij het casuïstiekoverleg. Ervaringskennis Ervaringskennis van studenten aan studenten is een belangrijke en waardevolle toevoeging aan de hulpverlening, maar de vraag is hoe je studenten erbij betrekt. De studenten die je helpt, hebben zelf problemen en kunnen vaak niet veel voor je betekenen. Studenten die hun diploma gehaald hebben, blijven niet altijd in beeld. SAW zoekt altijd naar manieren om het thema ‘studenten helpen studenten’ goed in te vullen en hoort daarom graag over andere goede voorbeelden. Op dit moment loopt er een onderzoek vanuit ZonMW met de titel: Peer School Support Project. De vraag die in dit onderzoek moet worden beantwoord is: hoe kan SAW verbeterd worden teneinde nog meer studenten met psychische problematiek te bereiken? De eerste stap daarin was het ophalen van informatie: kennen studenten SAW, welke thema’s spelen en hoe is het nu met het “Peer-to-Peer” principe? De methode was dat een groep van 10 studenten 103 studenten hebben geïnterviewd. Hieruit kwamen de volgende drie thema’s naar voren: Bekendheid, benaderbaarheid, zichtbaarheid: studenten moeten nog beter geïnformeerd worden over wie de SAW’ers zijn, wat ze doen en waar ze hen kunnen vinden. Het is belangrijk dat de SAW’ers zich blijven presenteren. De driehoek: coach – student – SAW’er. Het bleek nog niet voor alle studenten duidelijk te zijn welke rol de SAW’ers hebben in verhouding tot de coach en de student zelf. Peer-to-Peer: in welke mate kunnen studenten met psychische problematiek geholpen worden door SAW en wat kunnen studenten daar in doen? Op deze drie verschillende thema’s wordt in 2019 gewerkt aan een doorontwikkeling van SAW in Communities of Practice (CoP’s). Deze CoP’s leveren innovatieve en concrete (digitale) tools op die ten goede komen aan de uitvoering en het optimaliseren van SAW ten behoeve van de student. Terug naar boven Werkzame factoren Inhoudelijke componenten Door de wekelijkse aanwezigheid van SAW’ers, ontstaat er een band met de studenten. Deze hebben het soms zwaar. De studenten willen de problemen thuislaten, maar ze hebben last van de problemen en door de nabijheid van de hulpverleners komen gesprekken op een natuurlijke manier op gang. Het is fijn voor studenten om met iemand te praten over problemen, zonder de verplichtingen te voelen rondom aanwezigheid en huiswerk. De hulpverlener is op school, maar niet ván school. Dat maakt dat studenten durven te vertellen over zaken die bijvoorbeeld thuis spelen. De coach heeft hier ook een rol in, maar richt zich op de onderwijstaken. Een andere werkzame factor is dat de hulpverleners SAW’ers worden; ze verbinden zich als team op school, los van de organisaties waar ze vandaan komen. Dit maakt dat er onderling een vertrouwdheid ontstaat. Een andere vertrouwdheid ontstaat bij docent(coaches) nadat ze bekend raken met de SAW’ers. Als er vertrouwen is tussen SAW’ers en docent(coaches) wordt de SAW’er in de praktijk ook werkelijk ingeschakeld en wordt er overlegd. Het helpt wanneer een SAW’er actief contact maakt (en houdt) met docent(coaches) en bijvoorbeeld lessen bijwoont en duidelijk maakt wat het doel en de functie is van SAW. Kwaliteit van uitvoering De SAW’ers hebben ieder hun eigen expertise, maar werken als generalisten op school. Dankzij de verschillende achtergronden vullen de SAW’ers elkaar aan en wisselen kennis en ervaringen uit. Iedereen uit het team deelt de visie dat de student te allen tijde centraal staat en het doel dat de student de juiste hulp krijgt om uiteindelijk het diploma te kunnen behalen. Er zijn maandelijkse casuïstiekbesprekingen met een techniek uit de intervisie. Dit biedt hulpverleners de mogelijkheid om elkaar te bevragen met respect voor elkaars deskundigheid. Organisatorische randvoorwaarden Bestuurlijke steun is van groot belang gebleken in de opzet van SAW. Zowel het College van Bestuur van het Friesland College als de bestuurders van de verschillende hulpverleningsinstellingen als ook het gemeentebestuur moeten zich achter dit idee scharen en zich er sterk voor maken dat het zich blijft ontwikkelen en de financiële kaders daartoe scheppen. De bestuurder van het Friesland College heeft duidelijke afspraken met de bestuurders van de instellingen over inzet en het loon dat ertegenover staat. Dit geldt ook voor de gemeente die altijd betrokken is. Met elkaar is er dan weer een lijn naar de Zorgverzekeraar op bestuurlijk niveau. Terug naar boven Dit willen we graag over ons aanbod delen met collega’s De professionele houding van SAW’ers is een belangrijk onderdeel van het succes. De SAW’ers stellen zich dienstbaar op en proberen echt te luisteren en komen niet alleen ‘hun kunstje laten zien’. Deze manier van werken stelt het belang van de student centraal. Dit zorgt er ook voor dat alle SAW’ers zich in de eerste plaats ook een SAW’er voelen op school en in de tweede plaats een medewerker van hun eigen organisatie. De individuele belangen worden omgezet naar een gezamenlijk belang mede door de identificatie met de functie van SAW’er. Dit maakt dat er een eenheid binnen het team bestaat. Er is een SAW-team waarin integraal wordt samengewerkt en elkaars expertise wordt gezien als aanvulling op elkaar en dit wordt gewaardeerd. Er is geen sprake van concurrentie. Terug naar boven Wat zijn nog lastige vraagstukken? Hoe houden we deze werkwijze in stand met behulp van structurele financiering? Het project wordt momenteel gefinancierd door de gemeente, de school en De Friesland Zorgverzekeraar. Twee derde deel van de financiering is vrij zeker, aangezien onderwijs en gemeente hierover afspraken met elkaar maken. De rol en invloed van De Friesland Zorgverzekeraar is niet zeker. Het blijft de vraag hoe deze partij duurzaam betrokken kan blijven bij initiatieven zoals School Als Werkplaats. Hoe zorgen we ervoor dat deze werkwijze ook op andere plekken wordt toegepast? Het blijkt moeilijk te zijn om een nieuwe manier van werken te implementeren, terwijl het zoveel oplevert. Hierbij is het helpend wanneer bestuurders en gemeenten het belang inzien en zich ervoor inzetten. Een ander vraagstuk betreft het betrekken van ervaringsdeskundigen. Hoe kun je ervoor zorgen dat (oud-)studenten die bijvoorbeeld zelf geholpen zijn door een SAW’er een bijdrage willen en kunnen leveren aan de hulp aan medestudenten vanuit hun ervaringsdeskundigheid? Hoe zorg je ervoor dat ze na het behalen van hun diploma in contact (willen) blijven? Terug naar boven Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Liesbeth Buijs via l.buijs@fcroc.nl of 06 10 88 48 17. Of kijk op de website: School als werkplaats Terug naar boven