Onderwijszorggroep Alkmaar werkt nauw samen met onderwijs en jeugdhulp om te bepalen wat het kind, en ook het gezin, nodig heeft om zich goed te ontwikkelen in de breedste zin. Waarom is dit een goed voorbeeld? “De leerkracht en jeugdzorgwerker werken niet naast elkaar, zij geven gezamenlijk het dagprogramma vorm”. Leerkracht en jeugdzorgwerker werken integraal samen. Samen kijken zij, gedurende lesdagen, naar wat het kind nodig heeft om zich beter te gaan ontwikkelen. De verslagen over de ontwikkeling van het kind worden bijvoorbeeld gezamenlijk geschreven door de leerkracht en de jeugdzorgwerker. De jeugdzorgwerker is de specialist in het jeugdzorggedeelte en de leerkracht is dat voor het onderwijs. Samen vullen zij de verslagen aan. Dat vormt binnen de onderwijszorggroepen het integrale aspect. Terug naar boven Betrokken partijen bij onderwijszorggroepen Alkmaar De betrokken partijen bij de onderwijszorggroepen Alkmaar zijn Parlan (jeugdhulp), Ronduit Onderwijs (schoolbestuur), SBO De Piramide (huisvestiging van de onderwijszorggroepen) en SO De Spinaker. Terug naar boven Het aanbod Op wie is het gericht? De onderwijszorggroep richt zich op kinderen van 4 t/m 6 jaar die dreigen vast te lopen of al zijn vastgelopen in het onderwijs. De kinderen hebben problemen of achterstanden op meerdere gebieden, het kan gaan om: taal- en spraak problematiek; zindelijkheidsproblematiek; kinderen waarbij later blijkt dat achter de problemen een psychiatrische diagnose zit; kinderen met een lage intelligentie; kinderen met een hoge intelligentie; kinderen met een sociaal-emotionele achterstand. Daarnaast kan er bij ouder(s) bijvoorbeeld sprake zijn van opvoedverlegenheid of overbelasting ten gevolge van een ongewone ontwikkeling van het kind. Ook kan er sprake zijn van een ongewone ontwikkeling van het kind vanwege de opvoedverlegenheid of de overbelasting van ouder(s). Verder kan er sprake zijn van een circulair verband; in dat geval hebben zowel ouder(s) als kind hulp nodig om zich in hun omstandigheden, en met hun problematiek, staande te houden. Welk doelen worden gesteld? Tijdens het traject wordt er gewerkt aan de volgende doelen: er is zicht op de oorzaak van de ontwikkelingsachterstand en/of het gedrag; het kind ontwikkelt zich zo optimaal mogelijk; er wordt advies gegeven ten aanzien van de onderwijs- en/of begeleidingsbehoeften van het kind; er is zicht op passend vervolgonderwijs voor het kind. Aanpak onderwijszorggroepen Alkmaar Kinderen worden aangemeld vanuit het reguliere onderwijs, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, integrale vroeghulp, peutergroep Heliomare, via het ziekenhuis of vanuit de peutergroep van de Daghulp van Parlan. Heel af en toe melden ouders zichzelf aan, bijvoorbeeld met hulp van een wijkteam, maar meestal zijn er dan al vanuit een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf zorgen geuit over het kind. Wanneer het kind is aangemeld, wordt een speciaal Multidisciplinair Overleg (MDO) gepland waarbij de verwijzende partij, ouders, de jeugd- en gezinscoach, het samenwerkingsverband en de gedragswetenschapper aanwezig zijn. Het team brengt tijdens het overleg de begeleidings- en onderwijsbehoeften in kaart en bepaalt in hoeverre de onderwijszorggroep een passende plek is. Voor aanmelding binnen het speciaal onderwijs, hebben kinderen een toelaatbaarheidsverklaring nodig zodat ze extra middelen krijgen om in een kleine groep onderwijs te volgen. Omdat het een onderwijszorggroep is, is er ook een aanmelding bij Parlan nodig en is er vanuit de gemeente een geldig IBP nodig. Maximaal tien kinderen In de onderwijszorggroep zitten maximaal tien kinderen. Elke dag staat er een leerkracht en een jeugdzorgwerker voor de groep. Per groep zijn er drie professionals; een leerkracht en twee jeugdzorgwerkers die parttime werken. In de planning zit er overlap met de leerkrachten en jeugdzorgwerkers, zodat de warme overdracht gewaarborgd blijft. De leerkracht zorgt ervoor dat het kind alle onderwijs krijgt die hij/zij nodig heeft. De jeugdzorgwerker zorgt ervoor dat er aan de gestelde zorgdoelen rondom het kind gewerkt wordt. Gezamenlijk wordt in kaart gebracht wat de achterliggende problematiek van het kind is; wat de oorzaak is van de ontwikkelingsachterstand of van het gedrag, waarom het kind niet tot leren komt, wat het kind aangeleerd moet krijgen om nog sterker te worden of in welk opzicht de omgeving aangepast moet worden. Duur van het traject Het traject duurt ongeveer een schooljaar. Daarna stromen de kinderen weer door. Af en toe stromen kinderen eerder uit, dit is meestal het geval als een kind functioneert op zeer moeilijk lerend niveau. De onderwijszorggroep is dan niet de meest passende plek voor het kind, waarna het kind wordt doorverwezen. Terugverwijzen of doorverwijzen? Soms is het de wens van ouders om het kind uit te laten stromen binnen het reguliere onderwijs waar het kind vandaan kwam. De onderwijszorggroep houdt tijdens het traject contact met de school om te bespreken hoe het kind ervoor staat en of het kind terug kan naar de oude school. Sommige kinderen stromen door naar het Speciaal Basisonderwijs (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO). De ouders en een consulent van het samenwerkingsverband worden betrokken om tijdens een multidisciplinair overleg (MDO) te bespreken welke school, na het traject, passend is voor het kind. Moment van instromen Kinderen kunnen, afhankelijk van of er plek is, het gehele jaar instromen. Wanneer een kind bijvoorbeeld in september instroomt, wordt geprobeerd om het kind in de zomer daarna te laten uitstromen. Wanneer een kind in januari instroomt, is het afhankelijk van de ontwikkeling wanneer het uitstroomt. Het kan ook voorkomen dat het kind 1,5 jaar in onderwijszorggroep Alkmaar blijft. Er kunnen verschillende professionals betrokken worden, zoals een fysiotherapeut, logopedist, gedragswetenschapper of een psychiater. Zij geven samen de behandeling vorm. Een ambulant begeleider vanuit de daghulp van Parlan biedt ouders begeleiding in de thuissituatie. De fysiotherapeut en logopedist werken samen met Parlan, maar zijn daar niet in dienst. De psychiater en gedragswetenschapper werken vanuit Parlan. De leerkracht werkt vanuit het onderwijs. Het is een samenwerkingsverband, de professionals vallen niet onder één organisatie. In Alkmaar bestaan drie onderwijszorggroepen van elk ongeveer tien kinderen. Daarnaast zitten er nog ongeveer 50 kinderen in ambulante begeleiding, zij vallen niet in een onderwijszorggroep. In Heerhugowaard is er ook een onderwijszorggroep. Deze onderwijszorggroep valt onder een ander schoolbestuur, maar de zorg wordt wel vanuit Parlan geleverd. Monitoring/Evaluatie Er vindt om de drie maanden een evaluatiegesprek plaats met ouders, de leerkracht, de jeugdzorgwerker en de ambulant begeleider. Tussendoor hebben de leerkracht en jeugdzorgwerker contact met ouders als zij hun kind naar school brengen. Wanneer kinderen niet door ouders gebracht worden, wordt elke drie weken een belafspraak gemaakt. Aan het eind van het traject wordt het traject geëvalueerd. Ouders vullen een exit-lijst in. De antwoorden vormen altijd een onderdeel van het eindgesprek. Looptijd en ervaringen Vijf à zes jaar geleden is de onderwijszorgroep opgezet in een samenwerkingsrelatie tussen Parlan en Spinaker. Het is als pilot gestart en daarna geëvalueerd. De resultaten waren positief, waarna de onderwijszorggroep structureel wordt ingezet. Sinds januari 2018 zijn drie onderwijszorggroepen ondergebracht in één school. De onderwijszorggroepen Alkmaar zijn aan het groeien en momenteel is er een wachtlijst. Terug naar boven Leidende principes Passend en samenhangend Er wordt vanuit de onderwijszorggroep een samenhangend aanbod geboden. Wanneer ouders hiervoor toestemming geven, krijgt het gezin in de thuissituatie begeleiding van een ambulant begeleider vanuit Parlan. De ambulant begeleider wordt uitgenodigd voor casuïstiekbespreking en komt kijken hoe het kind het in de klas doet. Hierdoor wordt de verbinding gelegd tussen wat het kind op school leert en hoe hij/zij dit kan toepassen in de thuissituatie. De ambulant begeleider heeft nauw contact met de leerkracht en de jeugdzorgwerker. Naast het leggen van de verbinding tussen de groep en thuis, zorgt de ambulant begeleider samen met de jeugdzorgwerker ervoor dat er een gezamenlijk beeld van het kind en het gezin tot stand komt. Daarnaast kan ook deskundigheid vanuit andere specialismen betrokken worden, zoals een psychiater, fysiotherapeut, logopedist of een gedragswetenschapper. Er wordt binnen de onderwijszorggroep gewerkt met het principe ‘zo licht mogelijk’ maar ook ‘direct intensief waar nodig’. Bij aanmelding van het kind wordt besproken wat er in het verleden al is gebeurd op school en er wordt bekeken of er een ambulant traject ingezet kan worden op school of het kinderdagverblijf. Wanneer deze hulp niet voldoende is, wordt gekeken of de onderwijszorggroep beter aansluit bij de problematiek. Wanneer kinderen uit de onderwijszorggroep stromen, kan er de eerste periode nog ambulante ondersteuning op de nieuwe school of specialistische hulp (bijvoorbeeld gericht op traumaverwerking) ingezet worden. Ontwikkeling en toekomst De onderwijszorggroepen zijn ontwikkelings- en toekomstgericht. De focus ligt op welk onderwijs passend is voor een kind. Hierin wordt bekeken wat het kind al kan en waar hij/zij hulp bij nodig heeft. De klassen zijn klein en de dag verloopt gestructureerd, waardoor veel problemen verminderen of verdwijnen. Bijvoorbeeld een leerling werd aangemeld bij de onderwijszorggroep omdat zij agressief gedrag liet zien op school. Zodra zij was gestart in de onderwijszorggroep, verdween dit gedrag. Haar intelligentie is getest en het bleek dat zij een IQ van 70 had. Dit meisje kon in haar vorige klas niet meekomen, werd niet goed genoeg gezien door de leerkracht en liet daardoor agressief gedrag zien. Na 2,5 maand is zij vanuit de onderwijszorggroep overgeplaatst naar Speciaal Basisonderwijs waar ze op haar plek zit. Het ontwikkelperspectief van het gezin wordt hierin ook meegenomen. Als ouders bijvoorbeeld in een complexe echtscheiding zitten, wordt geprobeerd ouders inzicht te geven in wat de communicatie doet met het kind en hoezeer het kind loyaliteitsproblematiek kan vertonen. Ouders willen soms ook sparren over opvoedvragen. Onderwijs Het onderwijs is volledig geïntegreerd in de aanpak. De focus ligt op welk type onderwijs passend is voor het kind. Hierin wordt jeugdhulp en het gezin ook meegenomen. Meervoudige problematiek Een voorwaarde voor aanmelding bij de onderwijszorggroep is dat er sprake moet zijn van meervoudige problematiek binnen de ontwikkelgebieden. Dit kan bijvoorbeeld ook zijn bij een kind met autisme die vastloopt in het onderwijs en waarbij niet duidelijk is wat het kind nodig heeft. Bij sommige kinderen speelt ook gezinsproblematiek een rol. Systeemgericht De wens van de professionals is dat ieder gezin ondersteunt wordt door een ambulant begeleider, om de verbinding te maken tussen de thuissituatie en school. Soms is er bij ouders sprake van (psychische) problemen. De ambulant begeleider kan met ouders aan de slag gaan om samen te onderzoeken welke hulp ouders nodig hebben. De ondersteuning van ouders door een ambulant begeleider is een vrijwillige keuze, ouders kunnen hiertoe niet gedwongen worden. Onderliggende problematiek Per kind wordt bekeken wat passend is en welke onderliggende problematiek aanwezig is. Als er onderliggende problematiek naar voren komt, wordt hierop therapie of behandeling geadviseerd. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden om andere professionals te consulteren / te betrekken, zoals een psychiater, logopedist of een fysiotherapeut om aan de slag te gaan met onderliggende problematiek. Veiligheid Bij alle kinderen die in zorg zijn bij Parlan is er zicht op de veiligheid. De veiligheid wordt bij de start van het traject in kaart gebracht en gemonitord. Wanneer een ambulant begeleider betrokken is bij het gezin brengen zij, door middel van de ARIJ (Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming), de veiligheid in kaart. Als er geen ambulant begeleider is, vult de jeugdzorgwerker aan de hand van kindsignalen de ARIJ in. De wens van de jeugdzorgwerker en leerkracht is om ook een keer thuis te komen. Daarnaast is de veiligheid in de groep van belang, zodat de kinderen tot leren kunnen komen. Wanneer er zorgen zijn rondom de veiligheid van het kind, gaan de professionals het gesprek aan met ouders. Evaluatie en ervaringskennis Vanuit Parlan is er een cliëntenraad en pleegouderraad. Aan het eind van het traject vullen ouders een exit-lijst in, waarin ze aangeven wat ze van de hulp hebben gevonden. Tijdens het eindgesprek wordt hier aandacht aan besteed en dit wordt ook gebruikt voor beleidsvorming. Terug naar boven Werkzame factoren Inhoudelijke componenten Vanaf het begin van het traject worden er duidelijke afspraken gemaakt over wie het aanspreekpunt is voor de jeugdige en het gezin. Er wordt altijd een jeugdzorgwerker gekoppeld aan het kind. De leerkracht en jeugdzorgwerker hebben samen contact met de ouders. Ouders hebben de regie binnen de onderwijszorggroepen, doordat hun hulpvraag leidend is. De professionals hebben de ervaringskennis van de ouders nodig. De doelen worden aan het begin van het traject in samenspraak met de ouders opgesteld. Niet alleen ouders of verzorgers zijn betrokken, ook oma’s, opa’s of bijvoorbeeld een pgb’er kunnen betrokken zijn. Er wordt altijd gezorgd voor een warme overdracht naar vervolgonderwijs. Als het kind het nodig heeft, wordt er ook ambulante ondersteuning op school ingezet nadat het traject binnen de onderwijszorggroep Alkmaar is afgerond. Wanneer ouders nog hulpvragen hebben, is het ook mogelijk dat de ambulante hulpverlening in de thuissituatie doorgezet wordt. Soms is het voor ouders juist prettig om een ambulant begeleider te hebben tijdens de overgang van de onderwijszorggroep naar een andere school. Kwaliteit van uitvoering Open communicatie is erg belangrijk. Er moet van elkaar geleerd kunnen worden, dus met elkaar het gesprek aangaan, is belangrijk. Dit geldt zowel voor het gesprek tussen ouders en professionals, als tussen de leerkracht en de jeugdzorgwerker. Het team sluit aan bij het kind en het gezin. Wanneer een kind met bepaalde problematiek binnenkomt, wordt bekeken bij welke mentor het kind goed past. Ook wordt, indien er aan het begin van het schooljaar daar de mogelijkheid toe is, gekeken naar welke kinderen het beste bij elkaar in een onderwijszorggroep kunnen zitten. De teams zijn inventief en enthousiast en ontwikkelen zich verder door bijvoorbeeld interactieve vormen in te zetten zoals de nieuwe SoVa trainingen, drama/theater en/of dans voor extra beweging in de klas. De jeugdzorgwerkers hebben intervisie binnen de daghulp van Parlan. Dit doen de jeugdzorgwerkers onderling. Elk team van de onderwijszorggroep heeft om de twee weken casuïstiek, waar drie kinderen besproken worden. De jeugdzorgwerker, ambulant begeleider en de gedragswetenschapper zijn daarbij aanwezig. De leerkracht is uitgenodigd, maar deelname is voor hem of haar niet verplicht. Daarnaast hebben de leerkracht en jeugdzorgwerker gezamenlijk werkoverleg. De achtergrond van een onderwijsprofessional en die van een jeugdhulpprofessional zijn verschillend, hierdoor kunnen zij elkaar goed aanvullen. Momenteel investeert het team om van elkaar te kunnen leren en elkaar te kunnen bevragen. Het van elkaar leren, vindt plaats tijdens bijvoorbeeld werkoverleg of een vergadering. Organisatorische randvoorwaarden Hoe kunnen de twee werelden van onderwijs en jeugdhulp als één naar buiten gebracht worden? Dat is nog een gesprekspunt. Wanneer bijvoorbeeld een brief naar ouders wordt verstuurd, komen er twee logo’s op te staan. Er komen dan verschillende signalen uit twee organisaties, wat verwarrend kan overkomen. Binnen de onderwijszorggroepen in Alkmaar wordt de naam ‘De Stip’ gebruikt, zodat het voor kinderen en ouders duidelijk is waar zij onder vallen. Momenteel worden er op organisatieniveau samenwerkingsafspraken gemaakt over vorm en inzet van middelen. Sinds januari 2018 zijn de onderwijszorggroepen ondergebracht bij één school. Elke zes weken zitten de directeur, de coördinator van het onderwijs, de gedragswetenschappers en de leidinggevende van de onderwijszorggroepen bij elkaar om samenwerkingsafspraken met elkaar te maken. Terug naar boven Dit willen we graag over ons aanbod delen met collega’s Het is van belang dat de jeugdzorgwerker en leerkracht in visie, uitgangspunten en aanpak samen een pedagogisch en didactisch (behandel)klimaat neerzetten. De visie en samenwerking moet continu onder de aandacht blijven, zodat er integraal gewerkt wordt en de jeugdzorgwerkers en leerkrachten zich blijven ontwikkelen en verbeteren. Niet alleen op de werkvloer, maar ook op managementniveau. Terug naar boven Wat zijn nog lastige vraagstukken? Het knelpunt is dat er gewerkt wordt met twee systemen, Parlan heeft een elektronisch cliëntendossier en het onderwijs heeft een eigen systeem. De nieuwe privacywet (AVG) maakt het lastig om samen in één systeem te werken. Formulieren moeten bijvoorbeeld in beide systemen komen te staan, maar om bestanden met elkaar te delen, moet eerst toestemming gevraagd worden aan ouders. Als er bijvoorbeeld een incident gebeurt, moeten zij het zowel in het schoolsysteem als in het systeem van Parlan melden. Dat is dubbel werk en kost tijd. Momenteel wordt onderzocht hoe dit efficiënter kan, bijvoorbeeld door te werken met het Topdossier. Terug naar boven Wilt u meer weten over onderwijszorggroepen Alkmaar? Neem dan contact op met Agnes van der Veen via a.vanderveen@ronduitonderwijs of Jasper van Someren via jasper.van.someren@parlan.nl Terug naar boven