Dit project van Fier is in de huidige vorm opgehouden te bestaan. Het voorbeeld blijft op de website staan, omdat het relevante lessen bevat over integrale (specialistische) jeugdhulp. FIER Rotterdam helpt kwetsbare gezinnen en onzichtbare kinderen tussen de -9 maanden en 6 jaar die een hoog risico hebben op traumagerelateerde problematiek. Waarom is dit een goed voorbeeld? “Integraal werken begint bij integraal denken en integraal kijken.” FIER Rotterdam werkt nooit alleen voor het kind of voor ouders maar altijd voor het gezinssysteem binnen de context van de aanmeldingsklachten. Vanuit het perspectief van de relatie tussen ouders en kind wordt gekeken en gewerkt aan de individuele problematiek van ouders en kinderen en herstel van die relatie. De kracht van FIER zit in de samenkomst van volwassenenzorg en jeugdhulp en de aandacht voor de contextuele problematiek zoals financiën, opleiding etc. Daarnaast richt FIER zich op de heel jonge kinderen en werkt daarmee preventief om verdere problemen bij deze kinderen tegen te gaan. Dit is vaak een onderbelichte groep kinderen en tegelijkertijd zo belangrijk. Terug naar boven Betrokken partijen Fier Rotterdam werkt intensief samen met Veilig Thuis, (gezins)voogden, wijkteams, (kinder)artsen, De Waag, reclassering, Horizon, Arosa. Er zijn altijd ‘vinger aan de pols’-contacten met deze instanties. Terug naar boven Het aanbod Op wie is het gericht? Het project is gericht op gezinnen die bekend zijn met of waarbij sprake is van vermoeden van geweld, waarin kleine kinderen opgroeien. Het is ontstaan vanuit de wetenschap dat kinderen van -9 maanden tot 6 jaar, als het gaat om gezinnen met geweld, nog teveel over het hoofd worden gezien. Dat terwijl het effect van alle stress die het kind ervaart consequenties heeft voor de (hersen)ontwikkeling zelfs als het kind nog in de buik zit. De invloed op het kind is dus groot maar weinig integrale, allesomvattend hulp is nog gericht op deze vroege leeftijd. Welk doel wordt gesteld? Het doel op lange termijn is het stoppen van de intergenerationele overdracht van trauma en geweld. Op kort termijn wordt gestreefd naar herstel van de ouder-kind relatie zodat er weer sprake is van een veilige relatie waarin het kind kan groeien, reductie van (post-traumatische ) stressklachten zowel bij ouder als kind, toename aan meer adequate copingstijlen en opvoedvaardigheden bij ouders, het verminderen van stress, samenhangend met contextuele factoren en het versterken van protectieve factoren. De begeleiding is fasegewijs opgezet en zet in eerste instantie in op acute veiligheid voor kind en ouder(s). In de tweede fase is het doel in deze veiligheid uit te breiden naar een duurzame variant. Het uiteindelijke doel is om binnen een veilige context, te werken naar een goed welzijn van de ouder(s) en daarmee ook het kind. Aanpak De verwijzing naar FIER vindt onder meer plaats door Stichting Arosa (vrouwenopvang) via de kindcheck, Moeders van Rotterdam (praktische ondersteuning voor zwangere vrouwen). In veel gevallen waarbij geweld de aanleiding is, doet Veilig Thuis een triage om onderscheid te maken in ernst. Op basis hiervan wordt het gezin doorverwezen naar dwang hulpverlening (meest ernstige gevallen), drang hulpverlening (middenlaag) of naar de wijkcentra (lagere urgentie-groep). Gezinnen komen bij FIER terecht vanwege de aanwezigheid van meervoudige problemen en daarmee de behoefte aan specialistische hulp. Zij hebben baat bij een integrale en praktische aanpak om erger te voorkomen. Hoewel aan de oppervlakte de situatie nog niet uit de hand loopt, is in de dynamiek tussen vader en moeder, of in de psychische toestand van (één van) de ouders al wel merkbaar dat het gezin risico loopt op verslechtering van de situatie. Monitoring/evaluatie Single-casestudies worden gemonitord gedurende het traject bij FIER. Dit onderzoek loopt sinds december 2017 en maakt gebruik van vragenlijsten en dossieronderzoek en observaties van ouder-kindrelaties. Een belangrijke reden voor het opzetten van dit onderzoek is bijsturing gaandeweg de begeleiding mogelijk te maken. Looptijd en ervaringen Fier is gestart met het includeren/aannemen van gezinnen in april 2017. Pas na de zomerperiode van 2017 was er sprake van een substantieel aantal gezinnen. Een belangrijke issue waar we tegenaan lopen is dat bij overleggen waarbij meerdere ketenpartners aanwezig zijn, een neutrale voorzitter mist die vanuit het algemeen perspectief veiligheid aanstuurt. Wat zeker een verrijking is, is het werken vanuit de relationeel perspectief. Wanneer ouders zien hoe hun verleden en het recente geweld invloed heeft op de relatie met hun kinderen en welke impact het geweld heeft op het hele systeem komt er veel ruimte vrij om ook de kinderen te mogen behandelen. Ook het belang van oog hebben voor de contextuele stressfactoren is zichtbaar. Terug naar boven Leidende principes Passend en samenhangend De risicoanalyse van de kans op herhaling van geweld is leidend voor welke hulp ingezet moet worden. FIER heeft de mogelijkheid om verschillende vormen van hulp aan te bieden binnen het traject, waardoor de samenhang van de hulp geborgen blijft. Waar nodig kan bijvoorbeeld hulp ingezet worden om de maatschappelijke participatie van moeder te vergroten of systeemtherapie aan vader/moeder/gezin/familie te geven. Ook kan video-feedback worden ingezet om de ouder-kind interactie te verbeteren of traumabehandeling voor de ouder(s). Deze complexe gezinnen hebben veel baat bij direct inzetten van intensieve integrale hulp en zoveel mogelijk vanuit één organisatie. Wanneer het wordt verwezen naar de wijk wordt de hulp te vaak hulpvraaggericht en te licht ingezet. Fier is dan ook voorstander om bij gezinnen met een hoog risico op herhaling van geweld direct intensieve hulp in te zetten en niet eerst te verwijzen naar de wijk. Een uitgebreide intake is nodig om goed duidelijk te krijgen wat er binnen het gezin aan de hand is. Door te investeren in goede diagnostiek kan een gezin en gezinsleden gericht geholpen worden. Als in het begin te voorzichtig wordt omgegaan met intensieve diagnostiek, kan het zijn dat meer problemen gaandeweg tot uiting komen. Verder vraagt de doelgroep om begeleiding in kleine stapjes. Dit houdt in dat vanuit de situatie op dat moment wordt gekeken wat een eerste stap voor de ouder(s) kan zijn. Deze stap wordt vervolgens concreet ingevuld zodat het haalbaar is. Daarnaast zijn deze gezinnen gebaat bij een langdurig beschikbare hulpverlening. Een hulpverlener hoeft niet altijd betrokken te zijn maar wel beschikbaar voor vragen of bij een kleine terugval. Elke ouder maakt ontwikkelingen mee en bij deze doelgroep is het risico groot dat zij vanwege hun vaak wankele basis, meer moeite zullen hebben met bijvoorbeeld tegenslagen of grote levensgebeurtenissen. Ontwikkelingsgericht en toekomstgericht FIER werkt ontwikkelingsgericht door de focus te leggen op hoe gezinsleden samen (ook in geval van gescheiden partners) en als individu weer verder komen vanuit de visie dat verandering in de kern nodig is om dit te bereiken. De behandeling is voorwaardenscheppend voor de toekomst, niet alleen als het gaat om psychosociaal welzijn maar ook als het gaat om de maatschappelijke participatie bijvoorbeeld door ondersteuning te bieden bij het behalen van een diploma. FIER stelt ouders de vraag ‘waar willen jullie over vijf jaar zijn?’ en ‘welke eerste stap kunnen we nu zetten om dat te bereiken’. Dit stimuleert ouders na te denken over, en stappen te zetten richting ontwikkeling. Als de situatie van (één van de) ouders op het gebied van maatschappelijke participatie buiten de mogelijkheden van FIER liggen, bijvoorbeeld in het geval van schuldhulpverlening, kan de hulpverlener een beroep doen op de korte lijntjes met zorgpartners en (één van de) ouders doorverwijzen. Onderwijs Vanuit het systemisch perspectief richt FIER zich ook op onderwijs voor (één van de) ouders in het kader van het vooruitzicht dat moeder of vader moet gaan werken om het kind en/of gezin te onderhouden. Ook kan de hulpverlener begeleiding bieden bij het proces van separatie op het moment dat een kind naar school gaat. Dit in het kader om de weerbaarheid van het gezin en de gezinsleden te versterken. Meervoudige problematiek Bij alle gezinnen is sprake van meervoudige problematiek, bijvoorbeeld psychische problemen bij (één van de) ouders, opvoedproblemen of een LVB. Voor ouders met een LVB heeft FIER de mogelijkheid tot gespecialiseerde samenwerking. Meervoudige problematiek vergt veel tijd en een brede inzet van hulpverleners. FIER heeft de middelen om praktisch aan te sluiten bij de ouder(s) en met hen op te lopen in het hulpverlenerstraject. Als een ouder vastloopt door een trauma en daardoor geen werk heeft, dan kan FIER tegelijktijdig traumabehandeling inzetten en ondersteunen bij het vinden van een baan. Systeemgericht FIER behandelt niet alleen een kind, of alleen ouders, maar richt zich op het gezinssysteem binnen de context. Het aanbod sluit hier ook op aan, zoals in de keuze voor instrumenten (bijvoorbeeld de zelfredzaamheidsmatrix) die zowel de context als de risicofactoren binnen het gezin in beeld brengen. Onderliggende problematiek De behandeling van FIER richt zich op de onderliggende dynamiek in de relatie tussen ouders en kinderen, ouders onderling en de wijze waarop het trauma zowel bij ouders als kinderen zich manifesteert in die relaties. Vaak komen gezinnen binnen op een praktisch niveau, bijvoorbeeld opvoedhulp of hoe een gezin financieel kan rondkomen. In de meeste gevallen blijkt dat onderliggende problematiek, zoals trauma bij (één van de) ouders, de huidige situatie van een gezin instandhouden. Vanuit integraal perspectief is dit van invloed op het welzijn en de ontwikkeling van een kind en dus gaat de hulpverlener fasegewijs aan de slag met het aanpakken van deze onderliggende factoren bij ouders. Een eerste stap hierin is in kaart brengen wat de geweldstriggers zijn van bij ouders en beter, in kaart brengen van wat er gebeurt in de directe relatie tussen ouder en kind en hoe het geweld in het verleden, en de trauma’s van de ouders van invloed zijn op die relatie. Veiligheid Monitoren van veiligheid doet FIER samen met de regievoerder op veiligheid. Dit kan de voogd of iemand uit de wijk zijn. Onze wens is dat de aangewezen instellingen steeds meer gebruik zullen maken van de GIPS-methodiek (Gestructureerde & Gezinsgerichte Intensieve multisectoriële Professionele Samenwerking bij kindermishandeling). Ervaringskennis Momenteel loopt er een onderzoek naar de effectiviteit van de werkwijze van FIER. Terug naar boven Werkzame factoren inhoudelijke componenten De meervoudige en vaak complexe problematiek bij deze doelgroep vraagt om een langdurige samenwerkingsrelatie om het effect te behouden. De ervaring bij FIER leert dat de meeste multiprobleemgezinnen het niet redden om op de korte termijn zonder hulpverlening zelfstandig en goed te functioneren. FIER heeft de mogelijkheid om langdurig aan gezinnen verbonden te blijven, zij het slechts op basis van beschikbaarheid en naar gelang de behoefte van het gezin. Bovendien geeft dit de tijd geeft de ruimte om met kleine stapjes maar wel met het oog op het langdurend perspectief te werken aan een positieve verandering. Juist bij behandeling van kwetsbare gezinnen zit de kracht in de eigen regie. Vooralsnog wordt de regie voor het merendeel bij de moeder gelegd dan bij de vaders, maar het geldt in principe voor beide. De ouders moeten namelijk zelf met hun situatie leren omgaan, dus geven de hulpverleners vooral tips en ondersteuning in plaats van dat ze bijvoorbeeld de opvoeding of de schuldsanering overnemen. De ambulante vorm van de hulpverlening van FIER nodigt ook uit om de regie vooral bij de ouders te leggen. Het is merkbaar dat de motivatie om behandeling te volgen afhangt van wat van de ouders zelf gevraagd wordt. Als het bijvoorbeeld nodig is om een trauma te behandelen, zijn cliënten doorgaans eerder bereid om behandeling daarvoor te volgen dan wanneer ze aan gedragsverandering moeten gaan werken. Hiervoor is een langere adem van de hulpverleners nodig. Goed en echt contact tussen hulpverlener en ouders kan een groot verschil maken; als ouders zich echt gehoord en gesteund voelen door de hulpverlener, zullen ze eerder intrinsiek gemotiveerd raken om behandeling te volgen of begeleiding te accepteren. kwaliteit van uitvoering Integraal werken vraagt om het vermogen om boven je eigen specialisme te staan, hoe overtuigd je als hulpverlener ook bent dat jouw aanpak het best past. Uiteindelijk heb je elkaar nodig om de integrale aanpak te laten werken in plaats van dat je ieder aan je eigen onderdeel van het systeem blijft sleutelen. Het is belangrijk dat gezamenlijk wordt gekeken wat prioriteit heeft, en dat dit ondersteund wordt door het team. Traumasensitief werken is een groot onderdeel van de hulp door FIER. Het feit dat deze ouders onvoldoende in staat lijken om de opvoeding aan te kunnen, heeft vaak te maken met het ontbreken van goede rolpatronen en een problematische eigen jeugd. Voor veel ouders is het moeilijk om gedrag en daarmee hun situatie aan te passen. Door als professional aan te sluiten bij de mogelijkheden van de ouders en de doelen eerder laag dan uitdagend te formuleren, wordt gedragsverandering van de ouders in kleine stapjes vaak toch bereikt. Het belangrijkste hierbij is ouders het gevoel te geven dat ze het kunnen, en dat de hulpverleners klaar staan op het moment dat ze het nodig hebben. Gedragsverandering is pas mogelijk wanneer ook in de onderliggende structuur bij de ouders, en vaak ook tussen ouders, iets verandert. En dan nog lukt het slechts bij een klein percentage van de cliënten om daadwerkelijk duurzame veranderingen aan te brengen. “Inventief zijn en lef hebben dat is echt FIER”. Bij deze gezinnen is opgeven geen optie omdat we vaak een laatste mogelijkheid zijn, dus als het niet linksom kan, dan moet het rechtsom. Hier is creativiteit en doorzettingsvermogen voor nodig, omdat de aanpak soms buiten de gebaande paden gaat als bijvoorbeeld onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Lef komt ook naar voren in het op de kaart zetten van het maatschappelijk vraagstuk van deze kwetsbare gezinnen. Zij worden nog vaak over het hoofd gezien in de politiek en FIER zet zich in om hier aandacht voor te vragen. De hulpverleners komen regelmatig ethische dilemma’s tegen, bijvoorbeeld bij rokende tienermoeders of vermoedens van onveilige situaties. Ook hier speelt prioriteit een rol: is het belangrijker om goed contact op te bouwen met moeder, of actie te ondernemen zodat een ongeboren kind niet beschadigd raakt? Binnen het team zijn dit soort situaties wel goed bespreekbaar organisatorische randvoorwaarden Binnen FIER zijn duidelijke afspraken over de regiehouder (casus manager) die zorgt voor de samenhang in de aangeboden hulp. De regiehouder is meteen het aanspreekpunt voor de gezinnen. Ook is hij of zij diegene die het laatste woord heeft in het geval van moeilijke beslissingen voor het gezin of ethische dilemma’s die spelen. Terug naar boven Dit willen we graag over ons aanbod delen met collega’s Leer denken vanuit het met stress belaste hoofd en hart van deze kwetsbare ouders. Maak eerst contact met dat deel van de ouders alvorens. Zie en behandel het grote geheel en niet alleen of de ouders of het kind. Bovenal: het onverwerkte trauma van de ouder wordt niet op een magische wijze (oftewel contactloos) overgedragen aan het kind of de kinderen. Het uit zich in het contact tussen ouder en kind en kan op die plek ook worden bewerkt en behandeld. Terug naar boven Wat zijn nog lastige vraagstukken? De samenwerking met verschillende ketenpartners blijft een punt van aandacht. Om binnen FIER alle hulpverleners met de neuzen dezelfde kant op te krijgen is één, maar dit moet idealiter ook gebeuren met gemeentes en organisaties als Veilig Thuis. In de “toplaag” van kwetsbare gezinnen, waar bijvoorbeeld sprake is van veel geweld en criminaliteit, is voldoende monitorring aanwezig en ook (dwang) behandeling en/of jeugdbescherming voor beschikbaar. De iets minder heftige gevallen krijgen drangbehandeling, maar een hele grote groep in onderste laag blijft onderbelicht. De situatie is net niet nijpend genoeg en dus vallen deze gezinnen net buiten de radar. Terwijl bij deze gezinnen wel het risico op verslechtering van de situatie heel groot is. Hier moet meer aandacht voor komen. Terug naar boven Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Amanda de Wind via AdeWind@fier.nl of 088 – 208 00 05 (secretariaat FIER Rotterdam). Terug naar boven