Samen werken, voor een psychisch gezonde jeugd

Zoeken
Generic filters
Exact matches only

De Koppeling JeugdzorgPlus

Jongeren hangen en gebruiken drugs

Behandelcentrum De Koppeling is een JeugdzorgPlus behandelcentrum voor jongeren van 12 tot 18 jaar met meervoudige en complexe gedragsproblemen.

Bij de Koppeling zitten alle betrokken partijen onder één dak. Zij delen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de jongere verder te helpen en kijken gezamenlijk met ouders en jongere naar één passend plan. Zij vormen een behandelteam dat van samenstelling kan wisselen, afhankelijk van wat een jongere nodig heeft. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid is expliciet afgesproken en vastgelegd. Sinds de samenwerking de vorm van deze intensieve alliantie heeft, is de samenwerking tussen de verschillende professionals sterk verbeterd.

“Wij zijn een jeugdzorgplus centrum waar het mogelijk is om betrokken te blijven bij een jongere als dit nodig is, ook nadat zij het behandelcentrum hebben verlaten.  Ik ging bijvoorbeeld naar de 18e verjaardag van een ex-cliënt, omdat ik wist hoe belangrijk dat voor haar was. En ik bleek de enige… niemand anders was er.”

Terug naar boven

De Koppeling is een samenwerkingsverband tussen Levvel (voorheen Spirit en de Bascule, jeugd- en opvoedhulp en kinder- en jeugdpsychiatrie), Arkin (verslavingszorg),  Lijn5 (kinderen met een lvb) en Altra (speciaal onderwijs). De Koppeling heeft alle benodigde disciplines in huis, waaronder een poli diagnostiek en behandeling, verslavingszorg en onderwijs. Er is altijd een kinderrechter bij betrokken; jongeren worden geplaatst met een machtiging jeugdzorg plus.

Terug naar boven

Op wie is het gericht?

De Koppeling is er voor jongeren die baat hebben bij een behandeling in een gesloten setting vanuit jeugdzorg, speciaal onderwijs, jeugd-GGZ en jeugd-LVB. Het gaat om jongeren die buiten niet veilig zijn, voor anderen en/of zichzelf. Zij lopen dermate vast in hun ontwikkeling dat de Koppeling een laatste redmiddel is.

Gedragsproblematiek staat vaak op de voorgrond, maar er verblijven ook jongeren die al twee jaar niet meer naar school gaan. Er zijn groepen voor meiden die verstrikt zijn geraakt in mensenhandel, afhankelijkheidsrelaties of slachtoffer van (dreigend) eerwraak.

Alle jongeren hebben meerdere problemen en vaak een lange hulpverleningsvoorgeschiedenis. Het gaat om zeer ernstige gedragsproblemen in combinatie met andere problemen zoals psychiatrische stoornissen, gezinsproblemen en trauma.

Welk doel wordt gesteld?

In de Koppeling werken alle disciplines aan hetzelfde doel: dat de jongeren zo snel als mogelijk de Koppeling verlaten en aan een traject naar buiten werken, waaronder school, stage of werkplek. De focus ligt op datgene in te zetten wat de noodzaak van een gesloten behandelsetting opheft, zodat de jongeren niet te lang afgesloten worden van de buitenwereld en kunnen re-integreren.

Aanpak

De Koppeling heeft 56 plaatsen en nog 4 plaatsen in een kleine open groep in de wijk waar jongeren met een voorwaardelijke machtiging met gezinshuisouders aan hun doelen werken.

De Koppeling heeft zeven behandelgroepen. Er zijn verschillende differentiaties, bijvoorbeeld een groep waar jongeren kort verblijven met het oog op snelle terugkeer naar huis en een groep voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. De afdelingen hebben namen van helden zoals Gandhi en Oprah Winfrey. De jongeren hebben deze zelf bedacht.

De jongeren worden doorverwezen door een gecertificeerde instelling, altijd met een machtiging gesloten jeugdzorg van de kinderrechter. Sommige jongeren hebben een OTS (ondertoezichtstelling).

De behandeling richt zich op het creëren van een toekomstperspectief. Heeft de jongere emotieregulatietraining of traumabehandeling nodig om bijvoorbeeld weer naar school of stage te kunnen, dan wordt daarmee begonnen. Is het op dat moment belangrijker dat de jongere een steunfiguur heeft in de familie die de jongere begeleidt rondom school, dan wordt daar eerst aandacht aan besteed. Ook werken behandelaars met de jongere aan sociale contacten en relaties buiten de Koppeling.

Ouders worden altijd direct en vanaf het begin bij het behandeltraject betrokken, en de hulpverlener laat de regie zoveel als mogelijk bij hen, ook als er sprake is van OTS. Wanneer het voor ouders moeilijker is om aan te sluiten bij de behandeling, dan wel op bezoek te komen, dan proberen behandelaren bij hen langs te gaan.

Monitoring / evaluatie

Er wordt bij de Koppeling wetenschappelijk onderzoek gedaan onder andere op het gebied van agressie, stress en hersenontwikkeling. Dit gebeurt door externe onderzoekers.

Naar de werkzaamheid van de hulpverlening binnen de Koppeling zelf wordt geen wetenschappelijk onderzoek gedaan. Wel worden jaarlijks de methodes binnen alle afdelingen geëvalueerd: Wat zijn de doelen, wat zijn de resultaten, wat levert het op en wat is effectief.

Onderzoeker Peer van der Helm verricht metingen naar het klimaat op de leefgroepen waar de jongeren verblijven. Die metingen betreffen bijvoorbeeld temperatuur en frisse lucht maar ook de sociale sfeer op de woongroepen. Ook zijn er sinds eind 2016 jongereninspectieteams. Daarvoor nemen jongeren interviews af bij andere jongeren in het behandelcentrum om het leefklimaat te inspecteren en eventueel een verbeterplan te schrijven. Deze resultaten worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie.

Looptijd en ervaringen

De Koppeling bestaat sinds 2007. De vijf partijen hebben in 2012 de samenwerking verder geformaliseerd en gezamenlijk de behandelvisie vastgesteld. Voorheen waren er aparte afdelingen voor psychiatrie, orthopsychiatrie en LVB. In de praktijk gaf dit ruis, omdat verschillende organisaties weer andere wettelijke kaders en regels hebben. Bijvoorbeeld omtrent het isoleren van een jongere.

Terug naar boven

Passend en samenhangend

Op en afschalen van zorg verloopt goed binnen de Koppeling, omdat er multidisciplinair gewerkt wordt en alle trajectbesprekingen gezamenlijk plaatsvinden. Dit maakt het eenvoudiger om iets meer of minder zorg te bieden en te kunnen variëren in intensiteit binnen een bepaalde interventie.

Ontwikkelingsgericht en toekomstgericht

Jongeren krijgen een geïntegreerd dagprogramma op maat met daarin naast school ook therapie, vrijetijdsbesteding en workshops zoals dansen. Zo staat school minder centraal en krijgt de jongere ook de ruimte om zijn talenten te ontdekken en intrinsiek gemotiveerd te raken. Daarbij wordt met de jongere bekeken waar hij naar toe wil bijvoorbeeld qua loopbaan, persoonlijke ontwikkeling of huisvesting. Of wat hij zelf wil leren en bereiken en wat hij lastig vindt bij het realiseren van zijn of haar doelen.

Onderwijs

De Koppeling biedt onderwijs op alle niveaus in kleine groepen en zorgt ook voor interne stages. Jongeren kunnen bijvoorbeeld facilitaire taken leren van een leermeester zoals het aanvullen van de linnenvoorraad of repareren van een kapotte kraan. Ook werkt de afdeling onderwijs aan samenwerkingsverbanden buiten de Koppeling. Zo is er een lunchroom in de buurt waar de jongeren mogen stagelopen. Die samenwerking loopt goed, ook doordat het personeel van de lunchroom rekening houdt met de problematiek van de jongeren. Het is ingewikkeld, maar niet onhaalbaar om een externe stage te vinden.

Problemen van ouders

Er is vaak sprake van transgenerationele overdracht: de problemen van de jongeren gaan terug in de familiegeschiedenis. De Koppeling helpt ouders op weg wanneer zij aangeven voor zichzelf psychologische hulp te willen. In sommige gevallen biedt de Koppeling ouders zelf behandeling aan, bijvoorbeeld als iemand heel wantrouwend is.

Veiligheid

Door de gesloten setting kunnen de jongeren niet zomaar weg, het biedt hen ook bescherming tegen zichzelf en voor invloeden van buiten. Dat geldt des te meer voor meiden die slachtoffer zijn van mensenhandel, andere afhankelijkheidsrelaties of eerwraak. Vanwege hun kwetsbaarheid krijgen deze meiden intern onderwijs, gescheiden van jongens.

Voor de veiligheid buiten de Koppeling ligt de focus op het versterken van de jongere zelf. De jongere moet erop leren vertrouwen dat hij of zij voor zichzelf en zijn eigen veiligheid kan zorgen. Wanneer een slachtoffer van een loverboy bijvoorbeeld te lang binnen wordt gehouden, kan dit de boodschap van de loverboy bekrachtigen; dat ze het niet alleen kan, dat er voor haar gezorgd moet worden.

Ervaringskennis

Naast de wetenschappelijke kennis en praktijkkennis hecht de Koppeling belang aan de kennis die vanuit de jongeren zelf komt. De Koppeling heeft een jongerenraad en vierjaarlijkse ouderavonden.

Daarnaast informeert de behandelaar aan het eind van de therapeutische sessies bij de jongere wat voor hem of haar werkt en wat juist niet. Deze informatie wordt meegenomen in de behandeling.

Terug naar boven

inhoudelijke componenten

Continuïteit van zorg: De behandeling binnen de Koppeling duurt zo kort als mogelijk en zo lang als nodig met een maximale opname van zes maanden. Na die zes maanden blijft de behandelcoördinator en/of de mentor direct in contact met de jongere en betrokken bij het vervolgtraject op het gebied van zorg en eventueel onderwijs, net zo lang tot de jongere goed “geland” is. Dit gebeurt ook wanneer de jongere 18 wordt.

Het merendeel gaat naar huis, begeleid wonen of naar een open behandelcentrum. Soms volgt er niks en soms willen ze ook geen enkele vorm van hulp. “Maar ook als je niks kunt doen dan kan je er altijd nog bijblijven. Laten weten dat je er voor hem of haar bent. Al is dat het laatste wat je doet.”

kwaliteit van uitvoering

Boven je eigen specialisme kunnen staan heeft veel aandacht bij de Koppeling. Ieder brengt z’n eigen specialisme in met respect voor dat van de ander. Soms geeft dat nog wel een spannende dynamiek.

De professionals binnen de Koppeling ervaren vaak ethische dilemma’s. Alleen al het opsluiten van een kind, is een ethisch dilemma. Wanneer een jongere fysiek agressief reageert naar een behandelaar, moet er in feite aangifte gedaan worden. Wat buiten niet mag, dat mag binnen ook niet. Maar het helpt de jongere zelf niet altijd. En de behandelaar moet ook doorgaan met diezelfde jongere.

Behandelaren moeten op een andere manier naar het probleem van de jongere kijken dan eerdere hulpverleners hebben gedaan, om te zorgen dat de behandeling een andere uitwerking krijgt. Daarvoor is lef nodig en inventiviteit. Ook vereist het werk de benodigde flexibiliteit van hulpverleners, omdat situaties met de jongeren nooit gaan zoals gedacht.

organisatorische randvoorwaarden

Er wordt bewust gewerkt aan het ontwikkelen van een gezamenlijke taal. Zo wordt niet meer over het Altra College gesproken maar alleen nog over het Koppeling College.

De bestuurders van de vijf samenwerkingspartners laten het gezamenlijk overleg over aan de verschillende directies. Daar is in de loop der jaren echt een gemeenschappelijke visie gegroeid. Daar is het gezamenlijke belang vooropgezet: de jongeren en het gezin staan centraal.

Terug naar boven

Veel kinderen voelen zich ‘opgegeven’. Het is de kunst van de behandelaren om daar niet in mee te gaan en het kind te blijven zien. Zeker bij ongemotiveerde kinderen blijft dit een uitdaging. “Kinderen voelen het als jij hoop hebt.” Voor medewerkers gaat het daarbij ook om het verdragen van onmacht.

Er wordt nog weleens gedacht dat de Koppeling de problemen van de jongere weg kan toveren. Dat is niet realistisch. De Koppeling maakt een opstart met hen, maar de maatschappij moet de jongeren accepteren en hen een realistische kans geven op de arbeidsmarkt.

Terug naar boven

Integrale hulp schuurt nog op vlakken zoals wel of niet in één systeem werken, een dossier kunnen doorvoeren en privacy waarborgen. Aan de GGZ zijn andere registratie-eisen verbonden dan in orthopedagogische instellingen het geval is. Dit geldt ook op school. Om jongeren daar goed te kunnen begeleiden, is het nodig om te weten wat er speelt met betrekking tot de jongere. Dat maakt het vraagstuk van informatiedeling relevant.

Terug naar boven

Neem dan contact op met: Sabrine Zanou, GZ-psycholoog en psychotherapeut bij de Koppeling via s.zanou@debascule.com.

Terug naar boven